Of je maakt een samenvatting / mindmap van de paragraaf
9.4 Ziek
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Je kunt bezig gaan met de opdrachten van 9.4
Of je maakt een samenvatting / mindmap van de paragraaf
9.4 Ziek
Slide 1 - Tekstslide
Doelen van deze les
Je leert:
hoe je ziek wordt
hoe je geneest
waarvoor je koorts krijgt
wat er gebeurt als je wordt ingeënt
wanneer je de afweer uitschakelt
Slide 2 - Tekstslide
Ziek worden
Ziekteverwekkers: bacteriën, virussen en schimmels
Bacteriën&schimmels - geven giftige stoffen af en kunnen ontstekingen veroorzaken
Virussen - dringen een cel binnen en vermeerderen zich. Nemen de cel over
Slide 3 - Tekstslide
Ziek worden
Besmetting - ziekteverwekkers komen in je lichaam
Incubatietijd - ziekteverwekkers delen, groeien
Symptomen - Ziekteverschijnselen
Prognose - Verwacht hersteltraject
Slide 4 - Tekstslide
Eigen verdediging
Witte bloedcellen
- Vreetcellen
- Antistofcellen
Slide 5 - Tekstslide
Vreetcel
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Koorts
Slide 9 - Tekstslide
Hulp bij afweer
Immuun worden:
- Besmetting (actieve immuniteit)
- Vaccinatie met antigen (actieve immuniteit)
- Injectie met antistoffen (passieve immuniteit)
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Orgaantransplantatie
Afweer wordt 'uitgeschakeld'
Afstotingsreactie
de eiwitten worden niet herkend
dus antistoffen worden gemaakt
Slide 13 - Tekstslide
Incubatie
symptomen
diagnose
prognose
Slide 14 - Sleepvraag
Als je paracetamol slikt, word je sneller beter
A
waar
B
niet waar
Slide 15 - Quizvraag
Hoe heten de specifieke eiwitten aan de buitenkant van een cel?
Slide 16 - Open vraag
Hoe heten de stoffen die de witte bloedcel maakt, waardoor de ziekteverwekkers uiteindelijk uitgeschakeld worden?
Slide 17 - Open vraag
Je bent op safari en wordt gebeten door een giftige slang. Gelukkig heeft de gids een serum bij zich die hij direct in je arm spuit. Hierdoor overleef je het. Wat voor soort immunisatie is dit?
A
actief, natuurlijk
B
actief, kunstmatig
C
passief, natuurlijk
D
passief, kunstmatig
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
Antistofcel
Deze opdracht doe je in tweetallen.
In de vorige slide zag je een kort stripverhaal over de werking van een virus. Jullie gaan hetzelfde doen, maar dan over de werking van een antistofcel.
Maak een strip van tussen de 5 en 10 plaatjes. Maak gebruik van TB blz. 87 en 88 en van het internet.
Je krijgt 30 min voor deze opdracht.
Slide 20 - Tekstslide
Aan het werk
Maken strip (vorige slide)
Van 9.4 maken opdr:
3, 4, 5, 11, 12, 13, 14, 18, 19, 20
Leren voor Repetitie H9
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Video
Elk jaar worden in Nederland organen getransplanteerd.
Wanneer heeft zo’n operatie de meeste kans op succes?
A
Als de antigenen van de donor overeenkomen met de antigenen van de ontvanger.
B
Als de antigenen van de donor overeenkomen met de antistoffen van de ontvanger.
C
Als de antistoffen van de donor overeenkomen met de antigenen van de ontvanger.
D
Als de antistoffen van de donor overeenkomen met de antistoffen van de ontvanger.
Slide 24 - Quizvraag
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Wat zou jij invullen wanneer je 18 bent op de vraag: Wil je donor worden?