5.4 Spieren + 5.5 houding en beweging


Spieren

1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les


Spieren

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen? 
  • Herhalen basisstof 1, 2 en 3
  • Uitleg basisstof 4 en 5
  • Opdrachten maken 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt de onderdelen van spieren benoemen.
  • Je kunt de functies van de onderdelen van de spier benoemen.
  • Je kunt uitleggen wat antagonisten zijn.
  • Je kunt uitleggen hoe spieren beweging mogelijk maken.

Slide 3 - Tekstslide

Beenverbindingen 
Er zijn verschillende verbindingen. 
vergroeiing - naadverbinding - kraakbeenverbinding - gewricht

Slide 4 - Tekstslide

Bouw van een kogelgewricht

  1. Gewrichtskogel en kom
  2. Gewrichtskapsel
  3. Gewrichtssmeer
  4. Kapselbanden
  5. Kraakbeenlaagje

Slide 5 - Tekstslide

Gewrichten
Gewrichten zijn ook een verbinding tussen 2 beenderen. 
Je hebt 3 soorten:
kogelgewricht
scharniergewricht
rolgewricht

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Onderdelen van de spier
Spiervezel        =>  spiercellen bij elkaar
Spierbundel    =>  spiervezels bij elkaar
Spier                   =>  spierbundels bij elkaar
Spierschede   =>  zit om de spier heen, zit vastgegroeid aan de                                         pees
Pees                    =>  hiermee zit de spier vast aan een bot

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Antagonisten = spieren met een tegengestelde werking

Slide 10 - Tekstslide

Antagonisten 
Iedere spier heeft een antagonist.

Een spier kan namelijk zichzelf niet ontstpannen: daar heeft hij zijn antagonist voor nodig!!

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Wat is de juiste volgorde van groot naar klein
A
Spieren Spiercellen Spierstelsel
B
Spierstelsel Spieren Spiercellen
C
Spiercellen Spieren Spierstelsel

Slide 13 - Quizvraag

Hoe heet de taaie, stevige onderdelen die spieren met een botten verbinden?
A
Spierbundels
B
Platte spieren
C
Holle spieren
D
Pezen

Slide 14 - Quizvraag

Waar zitten pezen?
A
Tussen 2 gewrichten
B
Tussen botten en spieren
C
Tussen gewrichten en spieren
D
Tussen 2 spieren

Slide 15 - Quizvraag

Wat is zijn antagonisten, kies het beste antwoord.
A
Spieren die een tegengestelde beweging mogelijk maken
B
Spieren die jouw arm bewegen.
C
Spieren die altijd doorwerken
D
Spieren die verkrampen

Slide 16 - Quizvraag

Beweging ontstaat doordat .... 1 .... kunnen samentrekken.

.... 2 .... kunnen niet samentrekken, maar zorgen voor verbinding met het bot.
A
1: spieren 2: spieren
B
1: pezen 2: pezen
C
1: pezen 2: spieren
D
1: spieren 2: pezen

Slide 17 - Quizvraag

BS 5 Houding en beweging

Slide 18 - Tekstslide

Leerdoelen
* Je kunt aangeven wat een goede lichaamshouding is en hoe 
    je hiermee rugklachten kunt voorkomen.

* Je kunt uitleggen dat lichaamsbeweging goed is voor je 
    gezondheid.

Slide 19 - Tekstslide

Wervelkolom
De wervelkolom bestaat uit wervels met daartussen tussenwervelschijven van kraakbeen die werken als schokbrekers
Door de kraakbeenschijven en 
de dubbele S-vorm is de wervelkolom veerkrachtig
Schokken tijdens het lopen worden
hierdoor opgevangen.

Slide 20 - Tekstslide

Lichaamshouding
Door een verkeerde houding kan je wervelkolom scheef gaan staan en kunnen spieren overbelast raken. Als de tussenwervelschijven aan één kant meer belast worden heb je meer kans op nek- en rugklachten. 
Als een tussenwervelschijf kapotgaat, (en zenuwen klem komen) noem je dat een (rug)hernia.

Slide 21 - Tekstslide

Gebruik beeldscherm

Doordat wel veel gebruik maken van beeldschermen, kijken we vaak naar beneden. Hierdoor worden de tussenwervelschijven aan 1 kant teveel samengedrukt. Je kunt klachten krijgen, je rug kan vergroeien en je kunt een bochel krijgen. 
Maak je veel gebruik van een beeldscherm, zorg dan dat je recht vooruit kijkt en een goede zithouding aanneemt.

Slide 22 - Tekstslide

Houding en beweging

Slide 23 - Tekstslide

Tillen
Vaak zwaar moeten tillen veroorzaakt op de duur rugklachten.
Dit komt doordat men niet op de juiste manier tilt.
Bij tillen is het belangrijk dat de rug zo veel mogelijk zijn dubbele S-vorm behoudt 

Slide 24 - Tekstslide

Door een slechte houding problemen met:
  • dubbele S
  • overbelasting rugspieren
  • zenuwen klem bij ruggenwervels (hernia)
Ook tillen moet je vanuit beenspieren doen en niet vanuit rug ivm overbelasting

Slide 25 - Tekstslide

De 10 gouden regels voor tillen
1. Buk en til niet onnodig, gebruik waar mogelijk hulpmiddelen.

2. Verstandig tillen kost net zoveel tijd als onverstandig tillen: doe het dus met verstand!

3. Bedenk vooraf hoe en waarheen je de last gaat verplaatsen, zodat je rekening kan houden 

     met eventuele moeilijkheden.

4.Bepaal vooraf het gewicht van de last; til niet te veel ineens. Vraag collega’s om hulp bij zware 

     en grote voorwerpen.

5. Sta steeds recht voor de last, til nooit met gedraaide rug en verplaats je voeten als je moet 

    draaien.

6. Bepaal het zwaartepunt van de last en zoek een goede balans alvorens met het echte tillen te 

    beginnen.

Slide 26 - Tekstslide

Goed tillen en hernia
Bij tillen wil je vanuit je benen tillen en niet vanuit je rug

Hernia:
De tussenwervelschijf is verschoven en drukt tegen het ruggenmerg aan.

Slide 27 - Tekstslide

De 10 gouden regels voor tillen


7.  Til met twee handen, houd de last zo dicht mogelijk bij je lichaam en voorkom dat je moet 
     reiken. Til niet hoger dan schouderhoogte.

8. Buig door de knieën, houd de rug zoveel mogelijk recht en beweeg langzaam. Gebruik vooral 

      je buik en beenspieren tijdens het tillen. Hetzelfde geldt voor het neerzetten van de last.

9. Zorg dat de weg vrij is van obstakels als je gaat lopen met de last, gebruik stroeve schoenen  

     bij gladde vloeren.

10. Luister ten slot naar je lichaam: neem signalen serieus! Beginnende klachten kunnen snel 

       erger worden. Je voelt zelf het beste wat je rug wel en niet kan hebben!

Slide 28 - Tekstslide

Beweging
Regelmatige lichaamsbeweging zorgt ervoor dat je fitter en gezonder blijft:
• Je hebt minder kans om ziekten als diabetes te krijgen.
• Je krijgt een goede conditie. Je lichaam wordt fit en je krijgt een goed 
   uithoudingsvermogen.
• Je spieren worden sterker. Ongetrainde spieren raken eerder overbelast 
   dan getrainde spieren.
• Met sterke rug- en buikspieren heb je minder snel last van rugpijn.
• Je ontspant je meer door lichaamsbeweging. Als je lichamelijk fit bent, kun 
    je geestelijk veel aan.

Slide 29 - Tekstslide

Een hernia is dat
A
zenuwen klem komen te zitten
B
bloedvaten klem komen te zitten
C
Spieren klem komen te zitten
D
Wervels kapot zijn

Slide 30 - Quizvraag

Een goede lichaamshouding kan rugpijn voorkomen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quizvraag

De spieren die de dubbele S vorm van de wervelkolom in stand houden zitten vast aan de tussenwervelschijven
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quizvraag

Bukken tijdens het tillen is niet goed voor je rug omdat je schade aan kan brengen aan je tussenwervelschijven.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quizvraag

Tussenwervelschijven laten de wervels beter ten opzichte van elkaar bewegen.
A
waar
B
niet waar

Slide 34 - Quizvraag

Wie heeft een goede lichaamshouding?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 35 - Quizvraag

Wat zijn de functies van de tussenwervelschijven?
A
het beschermt je ruggenmerg
B
hierdoor kan je je rug een beetje bewegen
C
ze vangen schokken op
D
hierdoor wordt je rug een beetje langer

Slide 36 - Quizvraag


Waar zijn de tussenwervelschijven van gemaakt?
A
Vocht
B
Been
C
Kraakbeen
D
Merg

Slide 37 - Quizvraag

Waarom is een goede lichaamshouding belangrijk?
A
Zodat je beter aan je conditie kunt werken.
B
Dan zit je lekkerder in je stoel.
C
Dan overbelast je de spieren niet
D
Dan hoef je minder hard te werken.

Slide 38 - Quizvraag