In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
De stedelijke burgerij
Slide 1 - Tekstslide
Leg in je eigen woorden uit: Hoe de landbouwstedelijke samenleving weer kon herleven.
Slide 2 - Open vraag
Noem 2 nieuwe vormen van betalen in de middeleeuwen.
Slide 3 - Open vraag
Doelen voor deze les:
Je kan het volgende kenmerkend aspect in je eigen woorden uitleggen: Opkomst van de setdelijke burgerij en toenemende zelfstandigheid van steden.
Je kan uitleggen wat de magnetische aantrekkingskracht van de stad op de plattelandsbevolking was.
Je 5 voorbeelden noemen van privileges in stadsrechten.
Je kan uitleggen waarom vorsten stadsrechten verkochten.
Je kan uitleggen hoe een vorst toch invloed hield in een stad.
Je kan één gevolg voor de adel noemen van stadsrechten.
Je kan één gevolg noemen voor de burgerij door stadsrechten.
Je kan 2 voorwaarden noemen hoe je burger kon worden.
Je kan één verschil noemen tussen geestelijke en burgers.
Je kan 3 vrijheden noemen die een burger verwierf.
Je kan uitleggen wat een gilde is en wat een gilde deed.
Je kan uitleggen wat schepenen waren.
Je kan uitleggen waarom schepenen zijn vaak een erfelijke functie was.
Je kan het verschil in veiligheid uitleggen tussen de Pax Romana en de veiligheid in de tijd van Steden en Staten.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
De ongezonde stad
De stad had mensen van het platteland nodig om te blijven bestaan/groeien.
Er stierven meer mensen dan er geboren werden.
Slide 6 - Tekstslide
De ongezonde stad
Ondanks de slechte hygiene en grote sterfte had de stad een magnetische aantrekkingskracht op de plattelandsbevolking namelijk:
Vrijheid van de stad.
Kansen die een stad bood.
Slide 7 - Tekstslide
Welke onvrijheden hadden boeren op het platteland?
Slide 8 - Open vraag
Stadsrechten
Nadelen van een vorst bij Stadsrechten:
Macht van de Adel werd beperkt.
Macht van de Burgerij groeide.
Werden afhankelijk van geldbetalingen.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Burgers en Gilden
Hoe kan je burger worden?
Minimaal 1 jaar en 1 dag in de stad wonen.
Lid van een gilden.
Slide 11 - Tekstslide
Burgers en gilden
Burgerrechten waren:
Bescherm door stadsrecht.
Jezelf verdedigen voor de stedelijke rechtbank.
Lid worden bij de schutterij.
Geestelijken vallen niet onder burgerrechten. Zij vielen onder de kerkelijke recht. Joden mochten niet lid worden van de burgerij.
Slide 12 - Tekstslide
Burgers en Gilden
Gilden zijn: Stedelijke organisatie van beoefenaars van een bepaald ambacht.
Gilden zorgden voor:
Hoeveel ambachtslieden van die ambacht in één stad mochten werken.
Beroepsopleiding van die ambacht.
Stelde kwaliteit van de producten vast.
Stelde de prijzen vast.
Zorgen voor zieken/bejaarden/invaliden.
Zorgden voor begrafenis.
Ondersteunen van weduwen.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Burgers en Gilden
Stadsrechtbank: Deze mannen spreken recht in de stad.
Baljuw: Aangesteld door de heer. Vertegenwoordigd de Heer in bij de rechtspraak.
Schepenen: Leden van het stadsbestuur. Worden gekozen door de burgers.
Vaak door de invloed machtige/rijke familie. Werden schepen vaak uit dezelfde familie gekozen. Waardoor deze rol bijna erfelijk werd.
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Weerbare steden
Steden werden afgescheiden van het platteland door een muur met:
Rondgangen.
Wachttorens.
Poorten
Ophaalbruggen.
Slide 17 - Tekstslide
Weerbare steden
Pax Romana: Veilig om rond te reizen. Bijna tot geen oorlog in een gebied.
Tijd van monniken en ridders: In de platteland en omgeving zijn vaak bendes en rovers actief of kleine oorlogen tussen heren en/ of concurrerende steden.
Slide 18 - Tekstslide
Aan de slag: Huiswerk
Maken paragraaf 4.2.
Nakijken paragraaf 4.2.
Nakijken vorige paragrafen.
Leren leerdoelen 4.2.
Slide 19 - Tekstslide
Je kan uitleggen hoe de burgerij mee macht kreeg.
Slide 20 - Open vraag
Je kan 2 voorwaarden noemen hoe je burger kon worden.