h2 crisis Ruil, scholing en specialisatie

Lesbrief crisis h2 
Ruil, geld en banken

Leerdoel: arbeidsdeling, specialisatie, arbeidsproductiviteit, (globalisering/ internationale handel, transactiekosten) 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Lesbrief crisis h2 
Ruil, geld en banken

Leerdoel: arbeidsdeling, specialisatie, arbeidsproductiviteit, (globalisering/ internationale handel, transactiekosten) 

Slide 1 - Tekstslide

Transactiekosten

Bij ruil ontstaan transactiekosten zoals advertentiekosten, (onder-)zoekkosten, transportkosten


Transactiekosten zijn alle kosten die met een ruil gepaard gaan

Wat zijn de transactiekosten bij de aankoop van een huis?

Slide 2 - Tekstslide

Ruil, scholing en specialisatie
Waarom is specialisatie goed voor de economie?
Wie moet zich waarin specialiseren?

Kernwoorden:
- arbeidsproductiviteit
- specialisatie / arbeidsdeling


Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Ruil, scholing en specialisatie
Door scholing en specialisatie (en arbeidsdeling) neemt de arbeidsproductiviteit toe.


Als er geen sprake is van ruil, moet iedereen zelf produceren waar je behoefte aan hebt. Iedereen kan echter in meer behoeften voorzien als mensen zich scholen, dan specialiseren en met andere mensen ruilen. 

Dus: scholing; specialisatie; ruil= meer welvaart

Slide 5 - Tekstslide

Arbeidsdeling en arbeidsproductiviteit
De arbeidsproductiviteit is de productie per werknemer in een bepaalde tijdseenheid (uur, jaar)

De gemiddelde arbeidsproductiviteit 
in een bedrijf kan door arbeidsdeling 
omhoog.

Slide 6 - Tekstslide

Specialisatie en arbeidsdeling
Door specialisatie en arbeidsdeling ligt de arbeidsproductiviteit hoger en de kosten per gemaakt product dus .............. 
Het lijkt dus logisch je te specialiseren in iets waar je het best in bent en dan vervolgens met anderen te ruilen (die weer ergens anders het beste in zijn). Dit kan intern (binnen 's lands grenzen) of extern (met de rest van de wereld)

Slide 7 - Tekstslide

Maken opg 2.1 t/m 2.5
Extra uitleg? 
Zie filmpjes in de volgende slides

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Directe ruil (ruil in natura)
Goederen tegen goederen ruilen (2 kippen voor 1 geit) noem je ruil in natura



Nadelen:
- goederen kunnen bederfelijk zijn
- moeilijk deelbaar
- ruilwaarde vaststellen is aan discussie onderhevig
- transport (sjouwwerk) kan zwaar zijn
- je moet iemand vinden die bijvoorbeeld je 2 kippen wil
De oplossing?
Geld!

Slide 11 - Tekstslide

Directe & Indirecte ruil
Directe ruil
Indirecte ruil

Slide 12 - Tekstslide

Indirecte ruil
Een algemeen aanvaard ruilmiddel, genoemd geld
vergemakkelijkt een transactie. 

Gebruik van geld maakt transactiekosten kleiner. 


Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video