Nederlands blok 3 lj2 BK over taal 3.10

Nederlands
Over taal 3.10
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
Over taal 3.10

Slide 1 - Tekstslide

Nakijken opdracht 4 
Opdracht 4
1 Nicole is elfde geworden bij de jeugdwedstrijden wielrennen. Ze is niet tevreden met dit resultaat.
2 Mijn tante maakt zich zorgen over de ontwikkeling van haar zoontje. Hij is al vier en hij praat nog niet.
3 Natuurlijk is er een verband tussen je gespijbel en je rapportcijfers!
4 We schatten in dat we in een uur naar zee kunnen rijden.
5 De docent heeft vastgelegd wie er na de pauze te laat zijn gekomen.
6 Mijn telefoon verbruikt veel energie. Ik moet hem vaak opladen.
7 Weet je dat een witte duif het symbool van vrede is?
8 De oorzaak van de bosbrand is een sigarettenpeuk.
9 De proefwerkweek veroorzaakt veel spanning bij sommige leerlingen.
10 Een paar leerlingen zijn bereid om te helpen op de open dag.






Slide 2 - Tekstslide

Nakijken opdracht 5
Opdracht 5
1 (de) achtergrond = omgeving
2 uiteraard = natuurlijk
3 (de) positie = houding
4 in feite = eigenlijk
5 een (de) vergoeding = geld
6 bindt (binden) = maakt vast
7 (het) voorwerp = ding
8 (het) effect = resultaat
9 absoluut = heel zeker
10 in bewaring geven = voor een poosje afgeven

Slide 3 - Tekstslide

Onmogelijk = niet mogelijk
&
drinkbaar = je kunt het drinken

Wat is dan? onhandig

Slide 4 - Open vraag

Onmogelijk = niet mogelijk
&
drinkbaar = je kunt het drinken

Wat is dan? eetbaar

Slide 5 - Open vraag

Onmogelijk = niet mogelijk
&
drinkbaar = je kunt het drinken

Wat is dan? voelbaar

Slide 6 - Open vraag

Onmogelijk = niet mogelijk
&
drinkbaar = je kunt het drinken

Wat is dan? ongelijk

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Wat is het voorvoegsel van mislukt?

Slide 10 - Open vraag

En wat betekent mis uit mislukt
A
niet
B
slecht
C
nog een keer
D
alle drie zijn juist

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het voorvoegsel van herexamen?

Slide 12 - Open vraag

En wat betekent her uit herexamen?
A
niet
B
slecht
C
nog een keer
D
alle 3 zijn juist

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het achtervoegsel van beekbaar?

Slide 14 - Open vraag

En wat betekent baar uit breekbaar?
A
zonder
B
met veel
C
je kunt het
D
alle 3 zijn juist

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het achtervoegsel van gewichtloos?

Slide 16 - Open vraag

En wat is de betekenis van loos in gewichtloos?
A
zonder
B
met veel
C
je kunt het
D
alle 3 zijn juist

Slide 17 - Quizvraag

En nu de verwijswoorden..
Afgelopen september werd een jongen verhoord op het politiebureau toen daar iets bijzonders gebeurde.
Hij redde namelijk het leven van de agent die hem verhoorde.
Wil je horen hoe dit ging? De agent viel plotseling op de grond en de jongen liep naar hem toe.

De onderstreepte woorden verwijzen naar andere woorden uit de tekst.

1 daar: op het politiebureau
2 Hij: een jongen
3 dit: dat hij het leven redde van de agent die hem verhoorde
4 hem: de agent



Slide 18 - Tekstslide

Maar hij kon niets doen want hij had handboeien om.
Waar verwijst hij naar?

Slide 19 - Open vraag

Die kreeg hij niet af.
Waar verwijst die naar?

Slide 20 - Open vraag

Huiswerk
Moet-taken
  • Opdracht 9.1 c t/m e
  • Opdracht 9.2
  • Opdracht 9.3 c t/m e
  • Opdracht 9.4
  • opdracht 10
  • opdracht 12 6 t/m 9
Mag-taken
  • opdracht 11
  • opdracht 13

Slide 21 - Tekstslide

Nog vragen?

Slide 22 - Tekstslide