1 juni Weektaak hf 4 en 5 Lezen - tekstverbanden en signaalwoorden

Programma 1 juni
1. Korte herhaling theorie hf 4
2. Vragen over SO Formuleren?
3. Verder met je weektaak.
08.55 Wat weet en kun je nu al?

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Programma 1 juni
1. Korte herhaling theorie hf 4
2. Vragen over SO Formuleren?
3. Verder met je weektaak.
08.55 Wat weet en kun je nu al?

Slide 1 - Tekstslide

                  Gisteren heb je geleerd over
  • 4 tekstverbanden herkennen in teksten.
  • ontbrekende signaalwoorden aan een tekst toevoegen.

Slide 2 - Tekstslide

Tekstverbanden en signaalwoorden








tekstverband
signaalwoorden
chronologisch
later, voordat, nadat, ...
opsommend
ten eerste, en, ook, bovendien, .....
tegenstellend
maar, toch, echter, hoewel, ......
toelichtend
bijvoorbeeld, zo, neem nou, .....
Zie ook op blz. 108 voor de theorie
of methode online of youtube filmpje

Slide 3 - Tekstslide

Schrijf 2 zinnen met een chronologisch verband / signaalwoord. Let op spelling en formulering.

Slide 4 - Open vraag

Schrijf 2 zinnen met een opsommend verband / signaalwoord. Let op spelling en formulering.

Slide 5 - Open vraag

Schrijf 2 zinnen met een tegenstellend verband / signaalwoord. Let op spelling en formulering.

Slide 6 - Open vraag

Schrijf 2 zinnen met een toelichtend verband / signaalwoord. Let op spelling en formulering.

Slide 7 - Open vraag

Weektaak hf 4 en 5
Werk van hf. 4 minimaal door: S - theorie - opdr. 1 en 4.
Ná dinsdag begin je met hf. 5
(S - theorie - opdr. 1 en 5)

Slide 8 - Tekstslide

Tekstverbanden en signaalwoorden








tekstverband
signaalwoorden
chronologisch
later, voordat, nadat, ...
opsommend
ten eerste, en, ook, bovendien, .....
tegenstellend
maar, toch, echter, hoewel, ......
toelichtend
bijvoorbeeld, zo, neem nou, .....
Zie ook op blz. 108 voor de theorie
of methode online of youtube filmpje

Slide 9 - Tekstslide

Welk verband geeft het signaalwoord 'later' aan?
A
chronologisch
B
tegenstellend
C
toelichtend
D
opsommend

Slide 10 - Quizvraag

Welk verband geeft het signaalwoord 'neem nou' aan?
A
chronologisch
B
tegenstellend
C
toelichtend
D
opsommend

Slide 11 - Quizvraag

Welk verband geeft het signaalwoord 'neem nou' aan?
A
chronologisch
B
tegenstellend
C
toelichtend
D
opsommend

Slide 12 - Quizvraag

Welk verband geeft het signaalwoord 'echter' aan?
A
chronologisch
B
tegenstellend
C
toelichtend
D
opsommend

Slide 13 - Quizvraag

Woorden, zinnen en alinea’s hangen met elkaar samen = het verband in de tekst
Als je let op de verbanden in de tekst,
kun je de tekst beter begrijpen en bestuderen. 
Verbanden herken je vaak aan ...
Waarom tekstverband?

Slide 14 - Tekstslide

Verbanden herken je vaak aan signaalwoorden.

Slide 15 - Tekstslide

- Lees de vraag eerst goed. Wat wordt er aan je gevraagd?
- Zoek in de tekst naar het antwoord.
- Lees de vraag daarna nog eens en onderstreep het antwoord in de tekst.
- Formuleer daarna in een goede zin je antwoord en noteer het.
Let op spelling (leestekens, hoofdletters) en juiste formulering!
Let op correct formuleren en juiste spelling!

Hoe formuleer je een correct antwoord?

Slide 16 - Tekstslide

- Herhaal een stukje van de vraag in je antwoord:

Bij welke alinea(’s) hoort het tussenkopje ‘Bevestiging’?
Het tussenkopje 'Bevestiging' hoort bij alinea ... , ... en .... 


Voorbeeld van een correct geformuleerd antwoord

Slide 17 - Tekstslide

                08.55 uur Gezamenlijke afsluiting
                           Wat weet/kan je nu al van de leerdoelen?
  • 4 tekstverbanden herkennen in teksten;
  • ontbrekende signaalwoorden aan een tekst toevoegen.

Slide 18 - Tekstslide

Chronologisch verband
Opsommend verband
Tegenstellend verband
Toelichtend verband

tegenover, toch, echter
zo, als, zoals, neem nou
en, verder, bovendien
nadat, terwijl, om te beginnen

Slide 19 - Sleepvraag

Ik wil graag dat je meehelpt in het huishouden, zo zou je de vaatwasser leeg kunnen ruimen.

Slide 20 - Open vraag

Welk verband geeft het signaalwoord 'zo' aan?
A
chronologisch
B
tegenstellend
C
toelichtend
D
opsommend

Slide 21 - Quizvraag

Mira is gek op allerlei onderdelen van de Nederlandse taal, bijvoorbeeld spelling.

Slide 22 - Open vraag

Welk verband geeft het signaalwoord 'bijvoorbeeld' aan?
A
chronologisch
B
toelichtend
C
tegenstellend
D
opsommend

Slide 23 - Quizvraag

Eerst zet je saldo op je ov-chipkaart, daarna activeer je je kaart en vervolgens kun je inchecken.

Slide 24 - Open vraag

Welk verband geven de signaalwoorden 'eerst, daarna, en vervolgens' aan?
A
chronologisch
B
tegenstellend
C
toelichtend
D
opsommend

Slide 25 - Quizvraag

Vul het ontbrekende signaalwoord in:
De juf Nederlands wil graag naar school, ..... vandaag mag dat nog niet.
A
maar
B
binnenkort
C
bovendien
D
bijvoorbeeld

Slide 26 - Quizvraag

Welk verband geeft het signaalwoord 'maar' aan?

De juf Nederlands wil graag naar school, maar vandaag mag dat nog niet.
A
opsommend
B
toelichtend
C
chronologisch
D
tegenstellend

Slide 27 - Quizvraag

Weektaak hf 4 en 5
Werk van hf. 4 minimaal door: S - theorie - opdr. 1 en 4.
Ná dinsdag begin je met hf. 5
(S - theorie - opdr. 1 en 5)

Slide 28 - Tekstslide

                                       Theorie doornemen
                                                               a. in de uitlegfilm op de website                                    b. lees de theorie in je boek op blz. 108.
c. met youtubefilmpje 
belangrijk!

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video