Herhaling hoofdstuk 6 - Armoede

Samen in de wereld
Hoofdstuk 6
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Samen in de wereld
Hoofdstuk 6

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
- Je kunt de vicieuze cirkel van armoede beschrijven
- Je kunt de oorzaken van armoede benoemen
- Je kunt beschrijven hoe vraag en aanbod de prijs van een product beïnvloeden
- Je kunt benoemen welke vorm van ontwikkelingshulp het beste past bij de situatie in een ontwikkelingsland

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vicieuze cirkel van armoede

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De bevolking van een land stijgt, maar het nationaal inkomen blijft gelijk. Dit betekent dat:
A
de welvaart gelijk blijft
B
de welvaart stijgt
C
de welvaart daalt
D
de welvaart verdubbelt

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken van armoede

Slide 5 - Woordweb

Gebrek aan kennis
Natuurrampen
Oorlog
Protectie
Investeren
Als de vraag naar een product groter is dan het aanbod:
A
stijgt de prijs
B
daalt de prijs
C
blijft de prijs gelijk

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als de vraag naar een product kleiner is dan het aanbod:
A
stijgt de prijs
B
daalt de prijs
C
blijft de prijs gelijk

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Grondstoffenfonds

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom vestigen multinationals
zich in ontwikkelingslanden?

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Ontwikkelingshulp
- Noodhulp

- Structurele hulp


Slide 10 - Tekstslide

Noodhulp: incidentele hulp bij bijvoorbeeld een ramp of noodsituatie

Structurele hulp: leidt tot een blijvende verbetering van de welvaart

Bilaterale hulp: Vanuit land 1 direct naar een ontwikkelingsland.
Het nationaal inkomen in 2014 was € 663 miljard en het aantal inwoners was 16,85 miljoen. Wat is het gemiddelde inkomen per inwoner?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord
Het nationaal inkomen in 2014 was € 663 miljard en het aantal inwoners was 16,85 miljoen. Wat is het gemiddelde inkomen per inwoner?

€ 663.000.000.000 / € 16.850.000 = € 39.347

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een 16-jarige verdient € 5,29 per uur bij de Jumbo. Als je 17 wordt ga je € 6,05 per uur verdienen. Hoeveel procent verdien je meer per uur?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord

Een 16-jarige verdient € 5,29 per uur bij de Jumbo. Als je 17 wordt ga je € 6,05 per uur verdienen. Hoeveel procent verdien je meer per uur?


(nieuw - oud) / oud x 100%

(€ 6,05 - € 5,29) / € 5,29 = 0,1437
0,1437 x 100% = 14,37%

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je koopt handgemaakte leren schoenen van buiten de Europese Unie. De prijs van de schoenen inclusief de verzendkosten is € 165. Je betaalt 3% invoerrechten.
Hoeveel betaal je aan invoerrechten?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord
Je koopt handgemaakte leren schoenen van buiten de Europese Unie. De prijs van de schoenen inclusief de verzendkosten is € 165. Je betaalt 3% invoerrechten.
Hoeveel betaal je aan invoerrechten?


€ 165 / 100 = € 1,65
€ 1,65 x 3 = € 4,95

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Malawi heeft € 1.364,2 miljoen aan buitenlandse schuld. Het land heeft dit jaar € 340 miljoen afgelost en € 460 miljoen geleend.
Wat is de nieuwe schuld aan het eind van het jaar?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Malawi heeft € 1.364,2 miljoen aan buitenlandse schuld. Het land heeft dit jaar € 340 miljoen afgelost en € 460 miljoen geleend.
Wat is de nieuwe schuld aan het eind van het jaar?

€ 1.346,2 miljoen - € 340 miljoen + € 460 miljoen = 

€ 1484,2 miljoen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem een nadeel voor de Europese consument als de EU importheffingen op rijst instelt.

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

1. Armoede
2. niet kunnen lezen of schrijven
3. niet naar school
4. kinderarbeid
5. ongeschoold werk

Wat is de juiste volgorde van de vicieuze cirkel?
A
1 - 2 - 3 - 4 -5 -1 - ...
B
1 - 2 - 4 - 3 - 5 - 1-...
C
1 - 4 - 2 - 3 - 5 - 1-...
D
1 - 4 - 3 - 2 - 5 - 1 - ...

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1. Er is weinig technologische vooruitgang in een land.
2. Het nationaal inkomen in een land is laag.
3. Kinderen volgen geen onderwijs.

Welk antwoord geeft een logische gedachtegang weer?
A
kinderarbeid - 1 - 2 - 3- kinderarbeid
B
Kinderarbeid - 3 - 1 - 2 - kinderarbeid
C
kinderarbeid - 3 - 2 - 1 - kinderarbeid
D
kinderarbeid - 2 - 1 - 3 - kinderarbeid

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Volgens sommige economen neemt de vraag naar Nederlandse producten toe als we voor een langere tijd de uitgaven aan ontwikkelingshulp verhogen. Leg uit waarom dit gebeurd.

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

En nu?
Maken praktische opdrachten

Maken overige opdrachten hoofdstuk

Voorbereiden SE: H5 + H6 (leren, samenvatten, etc)

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies