STV NE: Nulmeting - E-mail schrijven

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare school

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Heb je wel eens een docent gemaild?
Weet je nog waarover?

Slide 2 - Woordweb

Er volgen nu een paar vragen over het schrijven 
van een e-mail

Slide 3 - Tekstslide

Deze les...

- Leerdoelen en uitleg conventies
- Voorbeelden bekijken
- Samen een schrijfhulp maken voor de juiste conventies

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je leert op welke conventies je moet letten als je een e-mail schrijft. (R)
  2. Je kan van een e-mail van een ander zien wat er goed en niet goed aan is. (T2)


*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 5 - Tekstslide

Instructie 
Wat zijn conventies?

- hoe je iemand aanspreekt
(formeel / informeel)
- juiste aanhef
- juiste afsluiting

Slide 6 - Tekstslide

Conventies
Aanhef: 
Hoe begroet je iemand?
Afsluiting:
Hoe zeg je gedag?
Taal: Formeel / informeel
Hoe speek je iemand netjes aan? Gebruik je u / jij?


Hoi! 
Beste ....,
Geachte ..., 







Groetjes!
Met vriendelijke groeten,
Hoogachtend, ....

Slide 7 - Tekstslide

Conventies
Waarom zijn de juiste conventies belangrijk?

Als je beleefd en netjes iemand iets vraagt, 
wordt je graag / sneller geholpen!

Slide 8 - Tekstslide

Welke aanhef hoort bij wie?



                                     ...naam van je beste vriend...,

                                     mevrouw Van der Kamp,
                                    
                                     meneer Rutte (minister-president),


______
______
______
Beste
Geachte
Hoi

Slide 9 - Sleepvraag

Welke afsluiting hoort bij welke geadresseerde?



 Bij een e-mail naar:
je beste vriend(in):                              de koning van NL:
                                    mevr. Taberima: 


Je naam                       Je naam                   Je naam


                                     mevrouw Van der Kamp,
                                    
                                     meneer Rutte (minister-president),


______
______
______
Groetjes,
Hoogachtend,
Met vriendelijke groeten,

Slide 10 - Sleepvraag

Zoek de verschillen
Bekijk de twee e-mails.
Schrijf op het blaadje.

Let op de conventies: aanhef, afsluiting, formeel taalgebruik
- Welke verschillen zie je?
- Wat zou jij anders doen?



Slide 11 - Tekstslide

Klassikaal bespreken:
Welke conventies zijn goed als je een docent een e-mail stuurt?

  1. Aanhef: hoe begroet je iemand?
  2. Afsluiting: hoe zeg je gedag?
  3. Formeel taalgebruik: Hoe spreek je iemand netjes aan?


Slide 12 - Tekstslide

Controlevragen

Welke aanhef gebruik je als je een docent mailt?
A
Hoi ..........,
B
Beste ..........,
C
Geachte ..........,
D
Groetjes ..........,

Slide 13 - Quizvraag

Controlevragen

Welke afsluiting gebruik je als je een docent mailt?
A
Met vriendelijke groeten, .............................
B
Beste, .........................
C
Hoogachtend, ..................
D
Groetjes, ............................

Slide 14 - Quizvraag

Controlevragen
Wat is netter (formeler),
u of jij?
A
u
B
je / jij

Slide 15 - Quizvraag

Leerdoelen bereikt?
  1. Je leert op welke conventies je moet letten als je een e-mail schrijft. (R)
  2. Je kan van een e-mail van een ander zien wat er goed en niet goed aan is. (T2)

Nu komen controlevragen.


*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 16 - Tekstslide

Tot de volgende keer!

Slide 17 - Tekstslide