STV NE: Les 1 - E-mail schrijven

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare school

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Heb je wel eens een docent gemaild?
Weet je nog waarover?

Slide 2 - Woordweb

Lessenserie e-mail schrijven 
Komende 2 lessen:
Hoe schrijf je een goede e-mail
Wanneer je hulp wil vragen van een docent?
Je leert de juiste conventies te gebruiken.

Slide 3 - Tekstslide

Deze les...

- Leerdoelen en uitleg conventies
- Voorbeelden bekijken
- Samen een schrijfhulp maken voor de juiste conventies
- Schrijfopdracht: e-mail schrijven

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je leert wat conventies zijn. (R)
  2. Je leert op welke conventies je moet letten als je een e-mail schrijft. (T1)
  3. Je kan van een e-mail van een ander zien wat er goed en niet goed aan is. (T2)
  4. Je leert zelf een e-mail schrijven met de juiste conventies. (I)

*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 5 - Tekstslide

Instructie 
Wat zijn conventies?

- juiste aanhef
- juiste afsluiting
- hoe je iemand aanspreekt
(formeel / informeel)

Slide 6 - Tekstslide

Conventies
Aanhef: 
Hoe begroet je iemand?
Afsluiting:
Hoe zeg je gedag?
Taal: formeel / informeel
Hoe speek je iemand netjes aan? Gebruik je u / jij?


Hoi! 
Beste ....,
Geachte ..., 







Groetjes!
Met vriendelijke groeten,
Hoogachtend, ....

Slide 7 - Tekstslide

Conventies
Waarom zijn de juiste conventies belangrijk?

Als je beleefd en netjes iemand iets vraagt, 
wordt je graag / sneller geholpen!

Slide 8 - Tekstslide

Welke aanhef hoort bij wie?



                                     ...naam van je beste vriend...,

                                     mevrouw Van der Kamp,
                                    
                                     meneer Schoof (minister-         president),


______
______
______
Beste
Geachte
Hoi

Slide 9 - Sleepvraag

Welke afsluiting hoort bij welke geadresseerde?



 Bij een e-mail naar:
een klasgenoot:                              de koning van NL:
                                    mevr. Rudyk: 


Je naam                       Je naam                   Je naam


                                     mevrouw Van der Kamp,
                                    
                                     meneer Rutte (minister-president),


______
______
______
Groetjes,
Hoogachtend,
Met vriendelijke groeten,

Slide 10 - Sleepvraag

Zoek de verschillen
Bekijk de twee e-mails.
Schrijf op het blaadje.

Let op de conventies: aanhef, afsluiting, formeel taalgebruik
- Welke verschillen zie je?
- Wat zou jij anders doen?



Slide 11 - Tekstslide

Klassikaal bespreken:
Welke conventies zijn goed als je een docent een e-mail stuurt?

  1. Aanhef: hoe begroet je iemand?
  2. Afsluiting: hoe zeg je gedag?
  3. Formeel taalgebruik: Hoe spreek je iemand netjes aan?


Slide 12 - Tekstslide

Schrijfopdracht
Stel je voor: je hebt volgende week een SO, maar je weet niet wat je moet leren. Schrijf je docent (kies zelf welke) een e-mail waarin je vraagt wat je moet leren.

Schrijf je e-mail op papier (want schrijven helpt bij nadenken).
Gebruik de juiste aanhef en afsluiting. Gebruik formeel taalgebruik.
Let ook op hoofdletters en punten.
             Vraag? Steek je vinger op.
             Klaar? Steek je vinger op. De docent komt kijken.
timer
15:00

Slide 13 - Tekstslide

Schrijf boven je e-mail:
- Versie 1
- Je naam

Lever je blaadje in bij de docent.

Slide 14 - Tekstslide

Leerdoelen bereikt?

  1. Je leert wat conventies zijn. (R)
  2. Je leert op welke conventies je moet letten als je een e-mail schrijft. (T1)
  3. Je kan van een e-mail van een ander zien wat er goed en niet goed aan is. (T2)
  4. Je leert zelf een e-mail schrijven met de juiste conventies. (I)

Nu komen 3 controlevragen.


Slide 15 - Tekstslide

Controlevragen

Welke aanhef gebruik je als je een docent mailt?
A
Hoi ..........,
B
Beste ..........,
C
Geachte ..........,
D
Groetjes ..........,

Slide 16 - Quizvraag

Controlevragen

Welke afsluiting gebruik je als je een docent mailt?
A
Met vriendelijke groeten, .............................
B
Beste, .........................
C
Hoogachtend, ..................
D
Groetjes, ............................

Slide 17 - Quizvraag

Controlevragen

Wat is netter (formeler), u of jij?
A
u
B
je / jij

Slide 18 - Quizvraag

Tot de volgende keer!

Slide 19 - Tekstslide