Les Interpunctie vervolgles Atheneum 2

Lezen (10 min)
timer
10:00
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lezen (10 min)
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Programma
1. Lezen 
2. Lesdoel: 
We gaan verder met het oefenen van de leestekens: punt, komma, dubbele punt en puntkomma.
3. Opwarmer
4. Zelf aan de slag met oefeningen
5. Quiz
5. Afsluiting van de les

Slide 2 - Tekstslide

Op Bali had Madelon mooie sieraden van Buddha tot Buddha gekocht een armband een ring en twee paar oorbellen

GOED
FOUT

Slide 3 - Poll

Op Bali had Madelon mooie sieraden van Buddha tot Buddha gekocht: een armband, een
ring en twee paar oorbellen.

Slide 4 - Tekstslide

We hebben een fijne vakantie gehad die bovendien lekker lang duurde.
GOED
FOUT

Slide 5 - Poll


We hebben een fijne vakantie gehad, die bovendien lekker lang duurde.  

Slide 6 - Tekstslide

Oefening 1

Voorzie de tekst van de volgende leestekens: komma, dubbele punt, puntkomma

Hoe?: alleen (overleggen mag)

Tijd: 10 minuten


timer
10:00

Slide 7 - Tekstslide

Vervolg oefening 1
-Wissel de tekst uit met je directe buurman (maak tweetallen).
-Kijk elkaars tekst na met het correctieblad.
-Geef elkaar feedback.
-Klaar?: noteer voor jezelf wat je nog lastig vindt.

Heb je vragen? Steek je hand op, ik loop rond. 


Tijd: 8 minuten
timer
8:00

Slide 8 - Tekstslide

OEFENING 4 


Maak uit je leerboek oef 4
Hoofdstuk 1 Spelling (blz. 35)

Slide 9 - Tekstslide

Klaar?


Check je antwoorden in het antwoordenboek (op classroom)

Slide 10 - Tekstslide

QUIZ

Pak je telefoon en log in met de code op:
LessonUp

Slide 11 - Tekstslide

Bollo, de hond van de buren, heeft het hele weekend geblaft.
A
onjuist
B
juist

Slide 12 - Quizvraag

Hij dacht dat hij wel op tijd kon komen.
A
onjuist
B
juist

Slide 13 - Quizvraag

Ik kan niet komen: mijn auto is kapot.
A
onjuist
B
juist

Slide 14 - Quizvraag

Ik wil niet in Amsterdam studeren __ het is daar veel te druk.
A
komma
B
punt
C
dubbele punt
D
geen leesteken

Slide 15 - Quizvraag

Ik heb de volgende schoolspullen gekocht: een pen, een etui, een potlood __ en een gum.
A
komma
B
punt
C
dubbele punt
D
geen leesteken

Slide 16 - Quizvraag

Welk leesteken past op de plaats van de puntjes?

Panda's zien eruit als beren...maar hun gedrag lijkt op dat van katachtigen.
A
punt
B
komma
C
puntkomma
D
dubbele punt

Slide 17 - Quizvraag

Welk leesteken past op de plaats van de puntjes?

De politie luistert veel criminelen af.... Rechters zijn niet blij met die praktijk.
A
punt
B
komma
C
puntkomma
D
dubbele punt

Slide 18 - Quizvraag

Welk leesteken past op de plaats van de puntjes?

Bij de reorganisatie vallen zeker ontslagen...daarbij wordt niemand ontzien.
A
punt
B
komma
C
puntkomma
D
dubbele punt

Slide 19 - Quizvraag

Welk leesteken past op de plaats van de puntjes?

Er zijn problemen met het spoor.... Veel treinen hebben dan ook vertraging.
A
punt
B
komma
C
puntkomma
D
dubbele punt

Slide 20 - Quizvraag

Welk leesteken past op de plaats van de puntjes?

Ik plaats zonnepanelen op het dak...ik wil besparen op mijn energierekening.
A
punt
B
komma
C
puntkomma
D
dubbele punt

Slide 21 - Quizvraag

Welke zin is goed?
A
Samengevat: het idee lijkt mij erg leuk.
B
Samengevat het idee lijkt mij erg leuk.
C
Samengevat, het idee lijkt me erg leuk.

Slide 22 - Quizvraag

Welke zin is goed?
A
We hebben een mooie zomer gehad, vooral augustus was heerlijk zonnig.
B
We hebben een mooie zomer gehad; vooral augustus was heerlijk zonnig.
C
We hebben een mooie zomer gehad: vooral augustus was heerlijk zonnig.

Slide 23 - Quizvraag

Afsluiting


Plenaire terugkoppeling van de les

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Punt
Na een zelfstandige, mededelende zin komt een punt: 

De hond ligt uitgeput  op de grond. Ik ga zelf ook even liggen op de bank.

Dit is  NIET goed:
Ivo gaat morgen naar Assen, hij wil met de trein gaan. 

Slide 26 - Tekstslide

KOMMA

Wanneer je twee zinnen samenvoegt:
Tussen twee persoonsvormen:
Als jij opschiet, kunnen we de trein nog halen.

Voor verbindingswoorden. Dit zijn: maar, doordat, nadat, omdat, terwijl, want, voordat, zodat, zodra.
Jan is gek op vis, maar hij eet geen vlees.
LET OP: voor EN en OF komt meestal geen komma

Voor een deel van de zin dat geen zelfstandige zin is. Je kunt de zin niet los uitspreken:
We hebben een fijne vakantie gehad, die bovendien lekker lang duurde. 

Bij een opsomming: Mijn lieve, gezellige en knappe man.



Slide 27 - Tekstslide

DUBBELE PUNT

Als twee zelfstandige zinnen met elkaar samenhangen, vormt de tweede zin soms een toelichting, verklaring of reden bij de eerste zin:

Mijn verjaardag was erg geslaagd: al mijn vriendinnen waren aanwezig. 

Dubbele punt is vervangbaar door komma + want:

Mijn verjaardag was erg geslaagd, want al mijn vriendinnen waren aanwezig. 

Slide 28 - Tekstslide

DUBBELE PUNT

Bij opsommingen:
Wij gaan naar diverse steden: Amsterdam, Rotterdam en Den Haag.


Wanneer je iemand citeert:
De presentator zei: 'Ik wens u een goede nacht.'

Slide 29 - Tekstslide

PUNTKOMMA
 
Als twee zelfstandige zinnen sterk met elkaar samenhangen:
Stef wil later chirurg worden; zijn vader werkt ook in het ziekenhuis.

Maar een punt kan ook:
Stef wil later chirurg worden. Zijn vader werkt ook in het ziekenhuis. 




Slide 30 - Tekstslide

Na een puntkomma moet in principe een volledige zin volgen (met een persoonsvorm). Na een dubbele punt is dat niet altijd het geval:

We hebben een fijne vakantie gehad; vooral de eerste weken hebben we ons goed vermaakt. 

De ouderraad vergadert over drie dingen: de pauzes, de lestijden en het materiaal.


Slide 31 - Tekstslide

Antwoorden oef. 1

Slide 32 - Tekstslide

Antwoorden oef. 1

Slide 33 - Tekstslide

Antwoorden oef. 2

Slide 34 - Tekstslide

Antwoorden oef. 2

Slide 35 - Tekstslide