Gouden eeuw muziek

Muziek
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Muziek

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet jij over muziek
in de Gouden Eeuw?

Slide 2 - Woordweb

- Je weet wat een rederijkerskamer is, hoe deze zijn ontstaan en wat de functie hiervan is.
- Je kan uitleggen waardoor grote groepen amateurmuzikanten ontstaan in de Gouden eeuw.
- Je kan uitleggen welke instrumenten door het gewone volk en welke door de rijke burgers werden bespeeld en waarom hier een verschil tussen zit.
- Je weet wat een collegia musica (of collegium musicum) is.
- Je kan verschillende soorten liederen onderscheiden en verschillen hiertussen benoemen.
- Je kent een aantal liedboeken uit de Gouden eeuw en kan uitleggen waarom deze populair zijn bij de burger.
- Je kan twee soorten zeemansliederen onderscheiden op basis van hun functie.
- Je kan uitleggen hoe de katholiek en calvinistische kerk tegenover ‘zang’ stond en hoe deze twee vormen van muziek klinken.
- Je kan uitleggen waarom het orgel tijdens de kerkdiensten verboden werd en waarom deze toch in de kerk bleef staan.
- Je kent de organist Sweelinck en weet wat hij heeft betekent op het gebied van orgelmuziek.
- Je kan uitleggen wat een ‘affect’ is.
- Je kan de begrippen consonant en dissonant uitleggen en herkennen in een audiofragment.
- Je kan uitleggen hoe er door de geschiedenis heen tegen een dissonant werd aangekeken.
- Je kan uitleggen waarom de ‘Prima Prattica’ als ongeschikte muziekvorm werd gezien.
- Je kan uitleggen waarom de ‘Secunda Prattica’ als zeer geschikte muziekvorm werd gezien.
- Je kan de ‘Prima Prattica’ met de ‘Secunda Prattica’ vergelijken op vorm, inhoud en het weergeven van gevoel.
- Je kan op basis van een audiofragment de Prima- en Secunda Prattica herkennen en de muzikale kenmerken beschrijven.

Slide 3 - Tekstslide

Muzikale middelen:
Toonhoogte
Toonduur (maat/ritme)
Tempo
Dynamiek
Klankkleur
met deze vormgevingsmiddelen creëren componisten muziekstukken, composities.

Slide 4 - Tekstslide

Wie maakten er in de Republiek vooral muziek en waaraan was dat te merken?

Slide 5 - Open vraag

Rederijkerskamer

Slide 6 - Woordweb

Slide 7 - Tekstslide

Leg uit welke instrumenten door het gewone volk en welke door de rijke burgers werden bespeeld en waarom.

Slide 8 - Open vraag

Wat is een collegium musicum?

Slide 9 - Open vraag

Een collegium musicum...
Een
collegium musicum is een gezelschap van gegoede burgers die in verenigingsverband samen muziek maken. Het collegium bestaat alleen uit mannen. De leiding berust bij een beroepsmusicus. Ze speelden ter lering en vermaak.

Slide 10 - Tekstslide

Prima Prattica
Secunda Prattica
monodie/ eenstemmig
zang met akkoordbegeleiding door een instrument
werd een groot succes in 17e eeuw
geschikt om gevoel uit te drukken in muziek
individuele emotie uitdrukken is niet mogelijk
tekst moeilijk te verstaan
a capella
polyfonie/ meerstemmig

Slide 11 - Sleepvraag

Prima Prattica
Secunda Prattica
Muziek 1
Muziek 2
Muziek 3
Muziek 4

Slide 12 - Sleepvraag

Muziek maakt vanaf het prille begin van de kerk deel uit van de katholiek eredienst. In de loop van de tijd neemt de muziek en zang steeds complexere vormen aan. Met de reformatie komt daar in Nederland verandering in.

Slide 13 - Tekstslide

De calvinisten hebben bezwaren tegen de vorm die door de Kerk van Rome gebruikt wordt.
Leg uit waartegen de calvinisten precies bezwaar maken wat als gevolg wordt veranderd. Noem twee zaken.

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

De componist Sweelinck is katholiek, maar speelt toch orgel in de protestantse Oude Kerk in Amsterdam. Geef daarvoor een verklaring.

Slide 16 - Open vraag

Welke onderdelen over muziek in de Gouden Eeuw moet jij nog goed leren?

Slide 17 - Open vraag