- Stap 1: Staat er een vast voorzetsel in de zin?
Durch, für, ohne, um, bis, gegen, entlang=4e naamval
Mit, nach bei, seit, von, zu, außer, aus, entgegen, gegenüber= 3e
- Stap 2: Wat is het gezegde?
- Stap 3: Bepaal de 1e naamval (onderwerp)
- Stap 4: Bepaal de 4e naamval (lijdend voorwerp)
- Stap 5: Bepaal de 3e naamval (het meewerkend voorwerp)