4.4 De Franse revolutie

Vooraf
Voor het einde van de timer, zorg je dat je klaar bent voor de les (dus niet pas als de timer voorbij is....)


Lessonup

  • Gebruik je eigen naam (smiley/emoji mag)
  • Gebruik elke keer dezelfde naam!

timer
1:00
Afspraken
  • De telefoon blijft in de telefoontas!
  • Je zit volgens de plattegrond
  • We respecteren elkaar en elkaars spullen; we laten elkaar uitspreken en behandelen elkaar met respect.
  • Je komt goed voorbereid naar de les; materiaal goed voor elkaar, ingelezen, huiswerk gemaakt.
  • Eten, drinken of naar het toilet doen we na de les of in de pauze
  • We gebruiken de laptop uitsluitend voor schooldoeleinden
Lessonup:

  • Bij het einde van de timer start de les.
  • Login met je eigen naam.

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vooraf
Voor het einde van de timer, zorg je dat je klaar bent voor de les (dus niet pas als de timer voorbij is....)


Lessonup

  • Gebruik je eigen naam (smiley/emoji mag)
  • Gebruik elke keer dezelfde naam!

timer
1:00
Afspraken
  • De telefoon blijft in de telefoontas!
  • Je zit volgens de plattegrond
  • We respecteren elkaar en elkaars spullen; we laten elkaar uitspreken en behandelen elkaar met respect.
  • Je komt goed voorbereid naar de les; materiaal goed voor elkaar, ingelezen, huiswerk gemaakt.
  • Eten, drinken of naar het toilet doen we na de les of in de pauze
  • We gebruiken de laptop uitsluitend voor schooldoeleinden
Lessonup:

  • Bij het einde van de timer start de les.
  • Login met je eigen naam.

Slide 1 - Tekstslide

Wat betekent: Verlichting?
A
Omschakeling in 17e eeuw dat men meer met wetenschap doet
B
kritische manier van denken uit de 17e eeuw
C
Afdeling in de IKEA waar lampen verkocht worden
D
Manier van regeren waarbij één persoon alle macht heeft (zonnekoning)

Slide 2 - Quizvraag

Wat houdt het sociaal contract (van Locke) in?
A
Het volk krijgt de hoogste macht en kiest uit hun midden een vorst die mag regeren.
B
Vorst krijgt de absolute macht van het volk. In ruil hiervoor moeten zij altijd de vorst gehoorzamen.
C
Vorst krijgt macht om te regeren van het volk als zij rekening houden met belang van het volk. Anders mogen zij hem afzetten
D
Het volk krijgt stemrecht en mogen een vorst kiezen als deze slechte beslissingen maakt mag het volk hem afzetten

Slide 3 - Quizvraag

Bekijk nog een keer deze afbeelding. De boeren (derde stand), gaan gebukt onder de zware belasting van de Geestelijkheid (eerste stand) en Adel (tweede stand).

Wat zouden de boeren mogen doen volgens het 'sociaal contract' van Locke?

Slide 4 - Open vraag

De president
Leider van de regering en de strijdkrachten.
Hooggerechtshof
Controleert de regering. Kan wetten en besluiten verbieden die in strijdt zijn met de grondwet.
Congres
Het parlement van Amerika. Hierin maken afgevaardigden van de staten wetten
Sleep de machten naar de juiste persoon/instituut
Wetgevende macht
Uitvoerende macht
Rechterlijke macht

Slide 5 - Sleepvraag

Montesquieu
Rousseau
Locke
Macht moet verdeeld zijn in drie onderdelen: wetgevende, uitvoerende en rechterlijke
Sociaal contract waarbij het volk altijd de hoogste macht behoud
Sociaal contract waarbij mensen uit hun midden bestuurders kiezen en het recht behoud om ze af te zetten

Slide 6 - Sleepvraag

Plaats de volgende standen op de goede plek in grafiek:

Bevolkingsaantal
per stand
Eerste stand
Tweede stand
Derde stand

Slide 7 - Sleepvraag

Plaats de volgende standen op de goede plek in grafiek:

Land per 
stand
Eerste stand
Tweede stand
Derde stand

Slide 8 - Sleepvraag

Franse standenmaatschappij
1e stand: de geestelijkheid
2e stand: de edelen
3e stand; de rest (arme boeren, arbeiders, rijke burgers, etc)


Privileges eerste en tweede stand:
  • Betalen geen belasting, krijgen alle goede banen,

De derde stand:
  • Betalen alle belasting , lonen blijven achter, rijke burgers voelen zich achtergesteld.
Op de steen staat: 'belasting op land van de derde stand'

Slide 9 - Tekstslide

Hoort een rijke man automatisch bij de tweede stand (edelen)?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

Het probleem
Redenen waarom derde stand boos is:
  1. Ze moeten veel belasting betalen
  2. De rijke mensen krijgen niet de goede baantjes

Het probleem:
  1. Slechte oogst en door de luxe levensstijl van Lodewijk XIV was de schatkist leeg.

Oplossing: Nieuwe belasting invoeren

Slide 11 - Tekstslide

Om steun te krijgen voor deze belasting liet Lodewijk XIV de drie standen stemmen. Elke stand had één stem.

Waarom wist hij zeker dat de nieuwe belasting er zou komen?
A
Omdat de eerste en tweede stand dit makkelijk konden betalen en dus voor zouden stemmen
B
Omdat de eerste en tweede stand geen belasting betalen en dus voor zouden stemmen
C
Omdat de eerste en tweede stand met veel mensen zijn en dus makkelijk konden winnen
D
Omdat de koning toch het laatste woord heeft en dus de belasting gewoon kan doorvoeren

Slide 12 - Quizvraag

7

Slide 13 - Video

Directoire
Ancien Regime
Staten-generaal
Nationale vergadering
Periode van 'Terreur'
Bestorming Bastille
Constitutionele monarchie

Slide 14 - Sleepvraag

01:27
Tekst
Geef de verhouding tussen de standen aan op deze afbeelding:
Eerste stand
Tweede stand
Derde stand

Slide 15 - Sleepvraag

01:48
Welke oorzaken voor de Franse revolutie worden genoemd?

Slide 16 - Open vraag

02:19
Het stemproces was bij voorbaat al niet eerlijk voor de derde stand. Waarom niet?

Slide 17 - Open vraag

03:18
Bij welke verlicht filosoof past dit principe het beste?
A
Locke
B
Montesquieu
C
Rousseau

Slide 18 - Quizvraag

03:41
Waarom zou men ervoor kiezen om de koning te laten leven?
A
Om de rust in het land te bewaren
B
Zodat ze gebruik konden maken van zijn geld
C
Om te voorkomen dat Frankrijk aangevallen zou worden
D
Omdat de koning de kant van de revolutionairen koos

Slide 19 - Quizvraag

03:49
Hoe kijkt de tekenaar van deze prent aan tegen de radicalen?

Slide 20 - Open vraag

03:49
Terreur
  • Radicale revolutionairen (Jacobijnen) vonden de veranderingen niet genoeg.

  • Complete transformatie; iedereen die tegen is, is tegen de revolutie.

  • Duizenden burgers, edelen, geestelijken stierven door de guillotine (terreur)

  • De terreur werd beëindigt nadat tijdens een opstand de leider Robespierre met geweld werd onthoofd.

Slide 21 - Tekstslide

Homework
Lezen:

Maken:


Slide 22 - Tekstslide