Wanneer gebruik je lidocaïne met adrenaline en wanneer gebruik je Lidocaïne zonder adrenaline? En waarom?
timer
10:00
Slide 3 - Tekstslide
Anaesthesie
Aithesis = gevoel
Anaesthesie (anesthesie)
Algehele anesthesie: narcose
Lokaal: oppervlakte anesthesie of per injectie
Denk hierbij aan: bevriezing, spray, druppels, tampon
Slide 4 - Tekstslide
Lokale anesthesie per injectie
Veldblokkade (fieldblock) = infiltratie-anesthesie – onderhuidsbindweefsel wordt geïnfiltreerd met lidocaïne
weinig prikplaatsen nodig
veel toegepast
mogelijk bij de meeste huidoppervlakken
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Oberst anesthesie
toegepast bij vingers/tenen
aan de basis van de vinger of teen
rubber bandje tegen bloedtoevoer
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Lidocaïne met of zonder adrenaline
Lidocaïne 1% of 2% met adrenaline (epinefrine) --> verkramping bloedvaten waardoor het minder bloedt. MAAR dit mag niet bij: gebieden met enkel toevoerende bloedvaten zoals vingers, tenen, penis, neuspunt, oorlel, tepel --> doorbloeding kan in gevaar komen!
Inwerktijd is 5 minuten, werkt circa 2 uur
Andere contra-indicaties zijn: hartproblemen en hyperthyreoïdie
Slide 9 - Tekstslide
Lidocaïne met of zonder adrenaline (2)
Lidocaïne zonder adrenaline
Inwerktijd is 5 minuten, werkingsduur 1 uur.
Moet op kamertemperatuur zijn
Arts bepaalt de dosering en samenstelling van verdovingsvloeistof
Slide 10 - Tekstslide
Opdracht wondsluiting
Maak overzicht van de verschillende vormen van wondsluiten. Vermeld hierbij wat het inhoudt en hoe lang het ongeveer duurt voor de wond weer gesloten is. Gebruik hierbij je MTH boek
Wondlijm
Hechtstrips (steristrips)
HAT Hair apposition technique
Hechtdraad
Staplers / nietjes
Slide 11 - Tekstslide
Wondsluiting
Wondlijm: geen spanning, weinig bloeden vaak in combi met hechtstrips, snel, geen verdoving, goede uitleg, hechtstrips, overtollig verwijderen binnen 15 sec, vaak na 60 sec. los laten
Hechtstrips (steristrips): niet teveel spanning, huid moet droog, schoon vetvrij zijn, vaak in combi met lijm
HAT Hair apposition technique: wondranden worden naar elkaar toegetrokken door 5 haren en deze ronddraaien (zie figuur 6.4) daarop druppel lijm
Slide 12 - Tekstslide
Wondsluiting (2)
Hechtdraad: verdoving ja/nee, wel/niet oplosbaar, dun= 6-0, dik = 2-0. zie MTH boek H 6.2.6
Staplers / nietjes: duur en vaak in 2e lijn
Slide 13 - Tekstslide
Opdracht Friedreichse periode
Zoek uit wat de Friedreichseperiode inhoudt. Waarom is dit zo belangrijk?
Slide 14 - Tekstslide
Friedreichse periode
Hoe eerder hoe beter, het liefst binnen 12 uur
Sluit traumatische wonden bij voorkeur binnen 12 uur, mits een zorgvuldig wondtoilet is verricht en er geen verwijsindicatie bestaat. De strikte termijn van 6 uur is losgelaten, aangezien de duur van de wond niet lijkt samen te hangen met een verhoogd infectierisico.
Sluit bijtwonden niet, tenzij het risico op infectie laag wordt ingeschat, het cosmetisch van belang is, de wond binnen 8 uur kan worden gesloten en er geen verwijsindicatie bestaat. Overweeg in dat geval sluiting na het verrichten van een zorgvuldig wondtoilet.