Proeftoets grammatica redekundig 3e editie 1 h/v

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Lesdoelen

Voorbereiding proeftoets grammatica:

- Je kunt aan de hand van de proeftoets goed bepalen welke onderdelen je nog moet leren.

- Je gaat op de methodesite het onderdeel oefenen dat je nog lastig vindt.

Maak drie zinnen met het werkwoord bellen . Eén zin waarin het werkwoord de persoonsvorm is, één waarin het werkwoord het voltooid deelwoord is en één waarin het werkwoord de infinitief is.

Wat is de persoonsvorm in deze zin?
Wij halen morgen een hond uit het asiel.

1. hond
2. morgen
3. wij
4. halen

De persoonsvorm is altijd een werkwoord.

1. waar
2. niet waar

Wat is de persoonsvorm in de zin:
Waar heb jij die leuke tas gekocht?

Welke drie manieren heb je geleerd om de persoonsvorm te vinden?

Wij zijn verliefd op elkaar.

zijn = ?

1. pv
2. heel ww
3. vdw

Sebastiaan heeft alles al gemaakt.
Benoem het werkwoord 'gemaakt'.

Hij heeft niets gezegd
Gezegd is ...

1. Voltooid deelwoord
2. Persoonsvorm

Morgen zal ik je bellen
bellen is ...

1. Voltooid deelwoord
2. Persoonsvorm
3. infinitief

Ineke moet elke morgen om half zeven opstaan.
opstaan is een:

1. Persoonsvorm
2. Heel werkwoord
3. Voltooid deelwoord

Wat is het onderwerp uit de volgende zin:
De zussen van Irma hebben gisteravond pannenkoeken gebakken.

1. De zussen
2. pannenkoeken
3. De zussen van Irma
4. hebben gebakken

Wat is het onderwerp
De kleine jongen uit groep 8 gaat naar de brugklas

1. de kleine jongen
2. de kleine jongen uit groep 8
3. jongen
4. de brugklas

Wie heeft mijn scooter gerepareerd?
mijn scooter =

1. onderwerp
2. meewerkend voorwerp
3. lijdend voorwerp
4. bijwoordelijke bepaling

Wat is het zinsdeel tussen haakjes?

Ze zeggen weinig [onder het eten].

1. meewerkend voorwerp
2. onderwerp
3. lijdend voorwerp
4. bijwoordelijke bepaling

Wat is het meewerkend voorwerp in de zin: De docent Nederlands gaf de leerling een negen voor zijn toets.

1. de docent
2. de leerling
3. gaf
4. voor zijn toets

Wat is het lijdend voorwerp in de volgende zin ?
Morgen koop ik appelmoes.

1. morgen
2. koop
3. appelmoes
4. er staat geen l.v. in.

Erik wordt vandaag met de auto naar school gebracht.

1. ott
2. ovt
3. vtt
4. vvt

Ik durfde haar dat niet zo goed te vragen.

1. ott
2. ovt
3. vtt
4. vvt

Ik schrijf een brief.

1. ott
2. ovt
3. vtt
4. vvt

Zijn jullie weleens in Amsterdam geweest?

1. vvt
2. vtt
3. ott
4. ovt

Tips om de toets te leren

1. Bekijk de gele stukken van de theorie

2. Websites om te oefenen:

     www.cambiumned.nl 

     www.jufmelis.nl

     www.redekundig.nl 

     

3. Filmpjes om naar te kijken