304

spullen:
            Dit lesuur:

  • Lezen   
               
  • 3.1 afmaken:
    Leerdoelen check
  • Video + opdracht

  • Werken in online methode 





+ Laptop (dicht houden)
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

spullen:
            Dit lesuur:

  • Lezen   
               
  • 3.1 afmaken:
    Leerdoelen check
  • Video + opdracht

  • Werken in online methode 





+ Laptop (dicht houden)

Slide 1 - Tekstslide

Lezen
stopwatch
00:00

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Je kunt
noemen welke twee soorten lading er zijn.

Slide 5 - Tekstslide

Welke twee soorten lading zijn er?

Slide 6 - Open vraag

Je kunt
noemen welke twee soorten lading er zijn.

Slide 7 - Tekstslide

Je kunt uitleggen hoe elektrische ladingen krachten op elkaar uitoefenen.

Slide 8 - Tekstslide

Stoten elkaar af
Trekken elkaar aan.
Een + lading en een - lading
Twee + ladingen
Twee - ladingen

Slide 9 - Sleepvraag

Je kunt uitleggen hoe elektrische ladingen krachten op elkaar uitoefenen.

Slide 10 - Tekstslide

Je kunt uitleggen wat elektrische stroom is.

Slide 11 - Tekstslide

Wat is elektrische stroom?
A
Bewegende plus-lading
B
Bewegende min-lading
C
Bewegende protonen
D
Bewegende atomen

Slide 12 - Quizvraag

Je kunt uitleggen wat elektrische stroom is.

Slide 13 - Tekstslide

Je kunt
uitleggen hoe een spanningsbron stroom veroorzaakt.
Je kunt uitleggen wat nodig is voor blijvende stroom.
Een spanningsbron veroorzaak stroom door ladingsverschil.

Er is stroom zolang er  landingsverschil en een gesloten stroomkring is.

Slide 14 - Tekstslide

Filmpje
Kijkopdracht

- Wat zou er veranderen als de stroomsterkte hoger wordt?

- Wat zou er veranderen als de spanning hoger wordt?

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Leg uit wat er zou veranderen in het filmpje als je de stroomsterkte verhoogt.

Slide 17 - Open vraag

Leg uit wat er zou veranderen in het filmpje als je de spanning verhoogt.

Slide 18 - Open vraag

Je kunt uitleggen wat de betekenis is van het begrip spanning.

Slide 19 - Tekstslide

Je kunt in een stroomkring de richting van de stroom en van de elektronen aangeven.

Slide 20 - Tekstslide

Welke uitspraak over richting klopt?
A
Elektronen gaan van + naar -. De stroom gaat van + naar -
B
Elektronen gaan van - naar + De stroom gaat van - naar +
C
Elektronen gaan van + naar - De stroom gaat van - naar +
D
Elektronen gaan van - naar + De stroom gaat van + naar -

Slide 21 - Quizvraag

Je kunt toepassingen van elektrische stroom noemen.

Slide 22 - Tekstslide

Maak een start met de theorie en opdrachten van 3.2.

(Maak minsten tot 21)
  • Blijf op je plek zitten.
  • Werk samen met degene naast je.
  • Blijf zitten tot de bel gaat.
 
timer
1:00

Slide 23 - Tekstslide