H4.2 Gedicht

H4.2 Gedicht
Nederlands
Talent MAX
Mavo 3
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

H4.2 Gedicht
Nederlands
Talent MAX
Mavo 3

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud van de les
  • Werken met gedichten
  • Uitleg over beeldspraak en personificatie
  • Oefenen met personificatie

Slide 2 - Tekstslide

Doel van de les
Aan het eind van de les kan je...

  • een enjambement herkennen
  • een personificatie herkennen

Slide 3 - Tekstslide

Zoenen

Slide 4 - Tekstslide

2

Slide 5 - Video

01:21
Voor zoenen geldt:
oefening baart kunst.
Oefening baart kunst = door veel te oefenen word je er beter in.
A
Eens
B
Oneens

Slide 6 - Quizvraag

01:21
Over zoenen moet je niet praten,
dat moet je doen.
A
Eens
B
Oneens

Slide 7 - Quizvraag

Van veel soaps kijken,
leer je goed zoenen.
A
Eens
B
Oneens

Slide 8 - Quizvraag

Zoenen doe je privé,
niet in het openbaar
A
Eens
B
Oneens

Slide 9 - Quizvraag

Ouders moeten elkaar niet zoenen waar hun kinderen bij zijn.
A
Eens
B
Oneens

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Wat vind je van de titel?

Slide 12 - Tekstslide

In de eerste regel staat:
Nu gaan we dus zoenen.
Wat betekent het woordje 'dus'?
A
Eindelijk, het werd tijd.
B
Als kroon op onze liefde.
C
Zoals we eerder besloten hebben.
D
Een logische stap in onze relatie.

Slide 13 - Quizvraag

Zeg in je eigen woorden:
'Anders staan we hier straks '
te sterven van ouderdom

Slide 14 - Open vraag

Dit gedicht heeft drie strofes

Slide 15 - Tekstslide

Dit gedicht heeft drie strofes
Waarom staat de laatste strofe tussen haakjes?

Slide 16 - Tekstslide

Gaan ze nog zoenen in de pauze?

Slide 17 - Woordweb

Enjambement
Als in een gedicht een regel wordt afgebroken op een plaats waar juist geen pauze valt en doorloopt op een volgende versregel, noemen we dat een enjambement.

Slide 18 - Tekstslide

Enjambement
Na welke regel loopt de zin eigenlijk door?
Dus waar zie je een enjambement?

Slide 19 - Tekstslide

In welke regels staat een enjambement?

Slide 20 - Open vraag

Beeldspraak
Om iets op een originele, verrassende manier te zeggen, gebruikt een dichter vaak beeldspraak: 

hij bedenkt een beeld om iets uit te drukken.


Slide 21 - Tekstslide

Het is ijskoud
En je woorden maken wolkjes in de lucht
Een rilling loopt een rondje op m'n rug
Als je zegt dat jij niet langer van mij houdt
Wat doe jij nou?
Kunnen we een seconde terug?
Kunnen we een seconde terug?
Waarom maak je alles stuk?
Je zegt dat je niet langer van mij houdt
Wat doe jij nou?
Waarom zou je dat doen?
Ik zou je nooit zo laten staan
En je ten onder laten gaan
Zomaar een streep door ons verhaal
Waarom zou je dat doen?
Het is net of ik tegen een muur praat
Doe ten minste alsof
We zouden toch voor elkaar door het vuur gaan?
Maar je maakt me kapot
Waarom zou je dat doen?
Het is net of ik tegen een muur praat
Doe ten minste alsof
We zouden toch voor elkaar door het vuur gaan?

Stoppen op 1:28

Slide 22 - Tekstslide

Het is ijskoud
En je woorden maken wolkjes in de lucht
Een rilling loopt een rondje op m'n rug
Als je zegt dat jij niet langer van mij houdt
Wat doe jij nou?
Kunnen we een seconde terug?
Kunnen we een seconde terug?
Waarom maak je alles stuk?
Je zegt dat je niet langer van mij houdt
Wat doe jij nou?
Waarom zou je dat doen?
Ik zou je nooit zo laten staan
En je ten onder laten gaan
Zomaar een streep door ons verhaal
Waarom zou je dat doen?
Het is net of ik tegen een muur praat
Doe ten minste alsof
We zouden toch voor elkaar door het vuur gaan?
Maar je maakt me kapot
Waarom zou je dat doen?
Het is net of ik tegen een muur praat
Doe ten minste alsof
We zouden toch voor elkaar door het vuur gaan?








Wat betekenen deze beeldspraken?

Slide 23 - Tekstslide

Personificatie
Een veel voorkomende vorm van beeldspraak is personificatie:
Een voorwerp, plant of dier krijgt menselijke kenmerken.

Bijvoorbeeld:
  • Papier is geduldig.
  • Op elke straathoek loert gevaar.
  • De wind speelt met de wuivende rietpluimen

Slide 24 - Tekstslide

Welke zin uit het lied van Nielson bevat een personificatie?
A
Het is ijskoud.
B
Een rilling loopt een rondje op m'n rug.
C
Kunnen we een seconde terug?
D
Je zegt dat je niet langer van mij houdt.

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide

Personificatie
'Mijn woorden zitten' is een
personificatie, want woorden zijn
dingen die een menselijke 
eigenschap overnemen.

Slide 27 - Tekstslide

Personificatie
Enjambement
Mijn woorden zitten soms zo klein
ineengedoken bij elkaar
dat ik niet weet wat ik met ze moet doen
Zoeken ze troost,
een stille plek,
zijn ze geschrokken
van zichzelf of van elkaar?
Ik strijk ze door hun haar, vertel ze dat er niets is,
Dat ze gerust naar buiten mogen komen.
Niets helpt, ze zwijgen maar.
Maar nu ik me alleen voel
en verlaten,
beginnen ze opeens te praten.

Slide 28 - Sleepvraag

Wat vonden jullie van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll

Voor de volgende les:

Afmaken H4.3 opdracht 1, 2,3 en 5

Slide 30 - Tekstslide