dag 2 observeren

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Hoe zit je erbij?
Hoe zit je erbij?
Wat vond je van de vorige les(sen)?
Zijn er dingen waarover je vragen hebt?

Slide 2 - Tekstslide

Doelstelling
  1. Observeren en de situatie beschrijven
  2. Afwijkingen signaleren op basis van de norm en doorgeven aan betrokken partners
  3. Afwijkend gedrag van personen signaleren

Slide 3 - Tekstslide

Selectieve waarneming
Vorige les heb je een filmpje gezien met allerlei veranderingen. Dit heeft te maken met selectieve waarneming. 
Selectieve waarneming overkomt iedereen. In jouw werk bij TBB is het erg belangrijk dat je een brede blik houd tijdens het observeren. Kijk dus goed om je heen en probeer tunnelvisie te voorkomen. Kijk maar eens naar het volgende filmpje.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Bespreek met de groep:

 

  1. Hoe kan selectieve waarneming invloed hebben op het werken bij TBB?
  2. Wat kunnen voordelen/nadelen zijn?

Slide 6 - Tekstslide

Afwijkingen norm
We hebben het gehad over de 'norm' en afwijkende normen.
Hier zijn enkele factoren die de politie kunnen helpen bij het signaleren van afwijkingen:
  1. Gedragspatronen
  2. Non-verbale signalen
  3. Afwijkende fysieke kenmerken
  4. Verdachte activiteiten



Slide 7 - Tekstslide

Hotspots
Gedragspatronen
De politie is goed op de hoogte van normaal gedrag van mensen in verschillende situaties. Wanneer zij tijdens het observeren gedrag zien dat afwijkt van wat normaal zou zijn, kan dit een aanwijzing zijn voor mogelijke afwijkingen.
Gedragspatronen verwijzen naar herhaalde en voorspelbare manieren waarop individuen handelen, reageren of zich gedragen in verschillende situaties. Deze patronen kunnen worden beïnvloed door verschillende factoren, waaronder persoonlijkheid, opvoeding, cultuur, omgeving en ervaringen
non-verbale signalen
Het observeren van non-verbale signalen, zoals lichaamstaal, gezichtsuitdrukkingen, nerveuze bewegingen of een hoge mate van alertheid, kan ook helpen bij het identificeren van afwijkend gedrag.
Non-verbale signalen zijn alle vormen van communicatie zonder dat daar woorden en taal voor gebruikt worden.
Verbale signalen daarentegen is alle vorm van communicatie waarbij woorden en taal worden gebruikt. 
afwijkende fysieke kenmerken
Het observeren van fysieke kenmerken die niet overeenkomen met de norm kan ook wijzen op mogelijke afwijkingen.
Afwijkende fysieke kenmerken kunnen bijvoorbeeld het dragen van zware kleding op een warme dag zijn, het verbergen van voorwerpen onder kleding of het hebben van zichtbare verwondingen.
verdachte activiteiten
Het observeren van activiteiten die ongebruikelijk, verdacht of potentieel crimineel zijn, kunnen ook leiden tot het signaleren van afwijkingen. Dit kan bijvoorbeeld het rondhangen op ongebruikelijke plaatsen, het maken van vreemde bewegingen of het hebben van ongebruikelijke voorwerpen zijn.
Verdachte activiteiten zijn dus kortweg alle activiteiten die afwijken van de norm.

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht

Maak opdracht 'afwijkingen signaleren' via Itslearing

Slide 9 - Tekstslide

Stappenplan afwijkend gedrag van personen signaleren
  1. Waarnemen en observeren van mensen (bepaal wat hier en op dit moment ‘normaal’ is)
  2. Afwijkende gedragingen/kenmerken (welke afwijkingen van dit ‘normaal’ zie ik)
  3. Verdachte-indicatoren (welke verdachte-indicatoren zijn er)
  4. Handelen (persoon aanspreken)
  5. Beslissen (welke vervolgstappen neem ik)




Slide 10 - Tekstslide

Wat doe je als je twijfelt?

Slide 11 - Open vraag

Planningscyclus
Een persoon die iets kwaads in de zin heeft, doorloopt (bewust of onbewust) een planningscyclus. Deze ziet er zo uit:

  1. markeren (‘hoe makkelijk is mijn prooi’)
  2. informatie verzamelen
  3. surveillance
  4. planning
  5. attributen verzamelen
  6. generale repetitie (dry run)
  7. de daad
  8. vlucht   
 


Slide 12 - Tekstslide

Voorbeeld planningscyclus
Twee mannen lopen het pad op naar een woonhuis (1: markeren van het doel). Ze bellen aan om te kijken of er iemand thuis is (2: informatie verzamelen). Ze kijken om zich heen (3: surveillance), lopen naar de achterkant van het huis en kijken wat er beschikbaar waarmee ze het huis in kunnen komen (4: planning en 5: attributen verzamelen). Een van de mannen begint tegen de glazen schuifdeur te duwen om hem open te krijgen en met hulp van de andere man zijn ze binnen enkele seconden binnen (6: dry run gaat over in 7: de daad). Daarna is te zien hoe ze weglopen met tassen vol met hun buit (8: vlucht).

Slide 13 - Tekstslide

Wat zijn volgens jullie 'verdachte indicatoren'?

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Video

Opdracht

Maak de laatste 3 opdrachten via Itslearing. Dit betreft 3 fragmenten waar je vragen moet beantwoorden.

Slide 16 - Tekstslide

Dag verslag/mindmap

Maak een dag verslag of vul je mindmap aan

Slide 17 - Tekstslide

Evaluatie
  1. Observeren en de situatie beschrijven
  2. Afwijkingen signaleren op basis van de norm en doorgeven aan betrokken partners
  3. Afwijkend gedrag van personen signaleren

Slide 18 - Tekstslide