H2 Steden Paragraaf 1

H2: Steden
§1 Wereld: steden in de wereld 
Deel 1 
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

H2: Steden
§1 Wereld: steden in de wereld 
Deel 1 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je weet wat het verschil is tussen een hoofdstad, wereldstad en megastad. 
  2. Je begrijpt waarom een gunstige ligging en een stedelijk netwerk belangrijk is. 
  3. Je kunt steden en stedelijke netwerken op een kaart aanwijzen. 
  4. Je kunt de begrippen megastad, wereldstad, hoofdstad, stedelijk netwerk, primate city, verstedelijkingsgraad, verstedelijkingstempo, urbanisatie en vestegingsoverschot in je eigen woorden omschrijven.  

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een stad?
Per land verschilt de definitie van stad. Toch heeft een stad 4 kenmerken: 
  1. Een bepaald aantal inwoners
  2. Een hoge bevolkings- en bebouwingsdichtheid
  3. Een bevolking die werkt in de industrie en diensten. 
  4. Veel voorzieningen, ook voor het gebied rondom de stad. 

Slide 3 - Tekstslide

Soorten steden
Megasteden = steden met meer dan 10 miljoen inwoners
Wereldsteden = steden met veel inwoners en veel invloed op de wereld. 
Hoofdsteden = de belangrijkste stad van een land. Meestal zit hier de regering. 


Sommige steden zijn zowel een megastad, wereldstad en hoofdstad. Bijvoorbeeld Tokio en Londen. 

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht
  • Je krijgt zo op het bord een afbeelding te zien van een stad.
  • Bedenk met je groepje welke van de volgende steden het is:
- Wereldstad
- Megastad
- Hoofdstad
  • Je krijgt eerst 30 seconden bedenktijd voor jezelf. 
  • Daarna 1 minuut met je groepje om tot een antwoord te komen.
  • Schrijf dit antwoord op je wisbordje

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

New york
timer
1:00
timer
0:30

Slide 7 - Tekstslide

Wereldstad

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

                       Seoul
timer
0:30
timer
1:00

Slide 10 - Tekstslide

                                                          MEGASTAD

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Amsterdam
timer
0:30
timer
1:00

Slide 13 - Tekstslide

    Hoofdstad 
     Wereldstad

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Parijs

Slide 16 - Tekstslide

Wereldstad-megastad en hoofdstad!

Slide 17 - Tekstslide

Megasteden
In een megastad wonen heel veel inwoners, meer dan 10 miljoen. 

Megasteden vinden we vooral in ontwikkelingslanden. Hoe komt dat? 

Slide 18 - Tekstslide

Wereldstad
Een wereldstad is heel belangrijk voor de wereld. Onder andere op het gebied van cultuur, politiek of de economie. 

Wereldsteden zijn goed met elkaar verbonden. Kijk maar naar de afbeelding hiernaast.


Slide 19 - Tekstslide

Primate city
Sommige landen hebben maar één hele grote stad. Als deze stad vele malen groter is dan de tweede stad noemen we zo'n stad een primate city. 

Slide 20 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een wereldstad en megastad? (er zijn hier meerdere antwoorden goed.)

Slide 21 - Open vraag

De ligging van steden
Als we kijken naar de ligging van steden dan vallen 3 dingen op:

  1. Ze liggen in een vlak gebied met rivieren. 
  2. Ze liggen aan de kust. 
  3. Ze liggen in een gebied met vruchtbare grond of grondstoffen. 

Waarom liggen steden juist op deze plekken?

Slide 22 - Tekstslide

Steeds meer mensen in de stad
Zo'n 100 jaar geleden leefde 13% van de wereldbevolking in de stad. Tegenwoordig is dat meer dan 50%. 

In de stad is vaak meer werk en meer geld te verdienen dan op het platteland. Hierdoor trekken mensen naar de stad. Dit noemen we urbanisatie


Slide 23 - Tekstslide

Steeds meer mensen in de stad
Rijke landen: veel mensen wonen in de stad. Er is een hoge verstedelijkingsgraad. Het verstedelijkingstempo is laag. 

Arme landen: er wonen niet veel mensen in de stad. Er is een lage verstedelijkingsgraad. Het verstedelijkingstempo is er hoog. 

Verstedelijkingsgraad = het percentage mensen in een land dat in een stad woont. 
Verstedelijkingstempo = het percentage waarmee de verstedelijkingsgraad jaarlijks toeneemt. 

Slide 24 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat? Alle opdrachten paragraaf H2.1
Hoe? Samenwerkend met je groepje
Hulp? Mij en eventueel de atlas
Vragen? Steek je vinger op en werk ondertussen verder. Ik kom vanzelf bij je. 


Klaar? Ga Verder met de Topo en atlas leren. 
Atlas: H6
Topo: Afrika 

Slide 25 - Tekstslide

Leerdoelen Check
Noem een voorbeeld van een gunstige ligging voor een stad.

Slide 26 - Tekstslide

Leerdoelen check 2
Geef de betekenis van het begrip Hoofdstad.

Slide 27 - Tekstslide

Leerdoelencheck 3
Hoeveel inwoners heeft een megastad?


Slide 28 - Tekstslide

Steeds meer mensen in de stad
De urbanisatie van steden heeft 2 oorzaken:
  1. Er is een vestigingsoverschot. Mensen trekken van het platteland naar de stad, opzoek naar werk en een beter leven.            
  2. Er is een natuurlijke bevolkingsgroei. In de stad is er een hoog geboortecijfer, doordat er vooral jonge mensen in de stad gaan wonen, die hier hun gezin stichten. 

Slide 29 - Tekstslide

Een stedelijk netwerk
Als steden onderling met elkaar verbonden zijn, noemen we dat een stedelijk netwerk. 

Bedrijven, wetenschappers en kunstenaars hebben dan veel contact met elkaar. Ze wisselen kennis en ideeën uit.

Zo'n stedelijk netwerk kan ervoor zorgen dat de economie in het hele land groeit. 

Slide 30 - Tekstslide