een klant waarmee je een intensieve langdurige relatie onderhoudt
D
een klant waarmee je een kortstondige intensieve relatie mee onderhoudt
1 / 14
volgende
Slide 1: Quizvraag
HandelMBOStudiejaar 2
In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen.
Onderdelen in deze les
Wat is een account?
A
een klant
B
een prospect
C
een klant waarmee je een intensieve langdurige relatie onderhoudt
D
een klant waarmee je een kortstondige intensieve relatie mee onderhoudt
Slide 1 - Quizvraag
Wat zijn kernwoorden bij accountmanagement?
A
incidenteel; vaste relatie; eenzijdige relatie
B
strategisch; vaste relatie; win-win situatie
C
klant; structureel;winst
D
winstgevende relatie; structureel; sales
Slide 2 - Quizvraag
Stelling A: Bij bottum up productmanagement komt de aanbieder met nieuwe productontwikkelingen. stelling B: Een klant met een lage omzet kan geen key-account zijn.
A
A+B zijn beide juist
B
A+B zijn beide onjuist
C
A = juist
B = onjuist
D
A= onjuist
B = juist
Slide 3 - Quizvraag
stelling A: Bij accountmanagement is wederkerigheid belangrijk stelling B: Bij accountmanagement is de strategische waarde belangrijk
A
A+B zijn beide juist
B
A+B zijn beide onjuist
C
A is juist
B is onjuist
D
A is onjuist
B is juist
Slide 4 - Quizvraag
Zet de fasen voor key accountvorming in de juiste volgorde:
account strategie; account analyse; account doelstelling en account bewaking
D
account analyse; account doelstelling;account strategie en account bewaking
Slide 7 - Quizvraag
Stelling A: NAW gegevens horen bij het accountprofiel Stelling B: Omzet gegevens horen bij de accountanalyse
A
A+B zijn beide juist
B
A+B zijn beide niet juist
C
A is juist; B is niet juist
D
A is niet juist; B is juist
Slide 8 - Quizvraag
Stelling A: Hoe het Salesteam wordt ingezet hoort bij account strategie Stelling B: De keuze om te gaan verkopen via dealers of internet hoort bij account strategie
A
A+B zijn beide juist
B
A+B zijn beide niet juist
C
A is juist; B is niet juist
D
A is niet juist; B is juist
Slide 9 - Quizvraag
stelling I Bij accountbewaking controleer je of de accountdoelen behaald zijn. Stelling II Bij accountstrategie vul je de marketing-mix voor deze account in
A
1+2 Juist
B
1+2 Onjuist
C
1 juist; 2 onjuist
D
1 onjuist; 2 juist
Slide 10 - Quizvraag
Wat is de juiste volgorde van de adoptiecategorieen?
A
laggrads; early adopters; early majority;late majority; innovators
B
early adopters; early majority; late majority; innovators; laggards
C
early adopters; early majority; late majority; laggards; innovators
D
innovaters; early adopters;early majority; late majority; laggards
stelling I Een bedrijf dat zijn accountmanagers regionaal inzet gebruikt de "G" indeling. Stelling II Een bedrijfdat zijn accountmanager per business unit inzet maakt gebuik van de "P" indeling
A
1+2 juist
B
1+2 onjuist
C
1 juist; 2 onjuist
D
1 onjuist; 2 juist
Slide 13 - Quizvraag
stelling 1 bij een klantprofiel horen bijvoorbeeld klanten in een bepaalde regio. Stelling 2 Het bepalen van het aantal klantbezoeken per jaar hoort bij het accountactieplan