20190117 grammatica samengestelde zinnen

Grammatica







zinvolle zinnen in zinnen
samengestelde zinnen
Leg je iPad en je schrift alvast op tafel

Zorg dat je klaar bent als de docent de les start

Sssssttt.....
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Grammatica







zinvolle zinnen in zinnen
samengestelde zinnen
Leg je iPad en je schrift alvast op tafel

Zorg dat je klaar bent als de docent de les start

Sssssttt.....

Slide 1 - Tekstslide

Programma


voorkennis (3 minuten)


Uitleg samengestelde zinnen

(incl. oefenen via LessonUp) (25 minuten)


Zelfstandig leren

Doel van vandaag


Je kent en herkent een samengestelde zin.


Je kent en herkent een hoofdzin en een bijzin.


Je kent en herkent nevenschikkende voegwoorden.

Slide 2 - Tekstslide

Stappenplan                  Hoe vind je het?
1 persoonsvorm               zin vragend maken
2 zinsdeelstrepen
3.


4.                                         is of doet het gezegde

5. lijdend voorwerp

6. 

7. 


....
....
....
....
....
....
....
....
....
bijwoordelijke bepaling
gezegde
woorden die bij elkaar horen
wie/wat + o + gezegde
meewerkend voorwerp
wat over het onderwerp wordt gezegd
de ontvanger (aan/voor)
zegt iets over tijd, plaats, reden, wel/niet, voorwaarde
onderwerp

Slide 3 - Sleepvraag

Zinnen
Veel zinnen bestaan eigenlijk uit twee zinnen.

Slide 4 - Tekstslide

Zinnen
Sommige zinnen bestaan eigenlijk uit twee zinnen.

Ik weet dat grammatica vaak een lastig onderdeel is.

Slide 5 - Tekstslide

Zinnen
Sommige zinnen bestaan eigenlijk uit twee zinnen.

Ik weet dat grammatica vaak een lastig onderdeel is.

Slide 6 - Tekstslide

Samengestelde zin
Een zin met twee of meer persoonsvormen.

Je blaast een stukje van een zin op tot een zin in een zin met een eigen persoonsvorm.

Slide 7 - Tekstslide

Samengestelde zin
Een zin met twee of meer persoonsvormen.

Ik weet iets.
Ik weet dat Evi niet de mol is.

Slide 8 - Tekstslide

Hoofdzin:     onderwerp en persoonsvorm staan naast elkaar

Bijzin:             onderwerp en persoonsvorm staat uit elkaar
                          het geeft extra informatie over en in de hoofdzin

Slide 9 - Tekstslide

omdat        want
Ik ga vandaag vroeg naar huis, want ik heb al uren hoofdpijn.
Ik ga vandaag vroeg naar huis, omdat ik al uren hoofdpijn heb.

Slide 10 - Tekstslide

Noteer in onderstaande zinnen de persoonsvorm en het onderwerp.
Wat valt je op aan de positie?
Ik denk dat het morgen gaat regenen.
Morgen gaat het regenen, want Piet Paulusma zegt het.
Ik ga wel op de app van Buienradar kijken, omdat ik het dan precies weet.
Ik vind regen wel vervelend, maar ik moet toch naar mijn werk.
Als het morgen regent, krijgen de planten eindelijk weer water.
timer
3:30

Slide 11 - Tekstslide

Noteer in onderstaande zinnen de persoonsvorm en het onderwerp.

Ik denk dat het morgen gaat regenen.
Morgen gaat het regenen, want Piet Paulusma zegt het.
Ik ga wel op de app van Buienradar kijken, omdat ik het dan precies weet.
Ik vind regen wel vervelend, maar ik moet toch naar mijn werk.
Als het morgen regent, krijgen de planten eindelijk weer water.

Slide 12 - Tekstslide

Let op: iedere zin in een zin is zinvol
een bijzin heeft een functie

onderwerp, (naamwoordelijk) gezegde, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, bijwoordelijke bepaling, voorzetselvoorwerp.

Slide 13 - Tekstslide

Ik geef de bal morgen aan jou.


Ik geefde bal morgen aan jou.


Ik geef de bal morgen aan jou.


Ik geef de bal morgen aan jou.
De jongen die daar staat gooit de bal morgen naar jou.

Ik geef de bal die daar ligt morgen aan jou.

Ik geef de bal als het donker is aan jou.

Ik geef de bal morgen aan het meisje dat in die hoek staat.

Slide 14 - Tekstslide

Puzzelen met bijzinnen
Hierna komen 7 zinnen in een sleepvraag.

Kijk goed wat de bijzin is. (hint: let op positie van onderwerp en persoonsvorm)
Benoem dan de grammaticale functie van de bijzin.

Je werkt zelfstandig. Klaar? Daarna gaan we zelfstandig werken. Pak dus alvast je modulewijzer en ga aan de slag.

Slide 15 - Tekstslide

Beoordeel eerst wat de bijzin is.
Benoem dan de functie van de bijzin.
Sleep de zin dan naar het juiste hokje.
onderwerpszin
lijdendvoorwerps-
zin
gezegdezin
(naamwoordelijk)
bijwoordelijke
bijzin
meewerkend
voorwerpszin
nevenschikkende
samengestelde
zin
Hoewel het spel helemaal gratis is, verdienen de makers wel veel geld aan het spel.

Uiteindelijk wil je bereiken dat je als enige overblijft.
Wie het interessant vindt om te bekijken, laat Roy Beszelsen met een livestream zijn bezigheden zien.
Fortnite is geworden wat de bedenker voor ogen had.
Het spel dat door veel mensen gespeeld wordt, is mateloos populair.
Veel jongeren vinden het belangrijk dat ze de nieuwste skins hebben.

Slide 16 - Sleepvraag

In hoeverre herken jij nu een samengestelde zin en kun jij de bijzin benoemen?
A
Helemaal
B
redelijk tot goed
C
matig tot redelijk
D
nog niet echt

Slide 17 - Quizvraag

Zelfstandig leren

Helemaal duidelijk? Maak de opdrachten van blok 3. Je hoeft niet alles te maken. Controleer tussentijds je antwoorden.


Redelijk tot goed? Maak de opdrachten van blok 3. Gebruik de theorie onder leerdoel 1.


Matig of niet? Ga eerst naar cambiumned (QR-code)

Lees de theorie nog een keer en maak daarna de

oefeningen die onderaan staan.

Slide 18 - Tekstslide

Voordat ik vanmiddag naar huis ga, check ik mijn e-mail.
A
enkelvoudige zin
B
samengesteld bijzin - hoofdzin
C
samengesteld hoofdzin - bijzin
D
samengesteld hoofdzin - hoofdzin

Slide 19 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een samengestelde nevenschikkende zin?
A
Ik wil naar huis, omdat ik moe ben.
B
Ik wil naar huis, want ik ben moe.
C
Als ik moe ben, wil ik naar huis.

Slide 20 - Quizvraag

Wat is nooit een nevenschikkend voegwoord?
A
en
B
maar
C
voordat
D
want

Slide 21 - Quizvraag

Welke zin met voegwoord of is onderschikkend?
A
Ik wil weten of je morgen ook naar school gaat.
B
Ik ga morgen naar school of ik ga tennissen.
C
Die dappere arbeiders willen minder werkdruk of ze willen meer salaris.

Slide 22 - Quizvraag