11_14 april 23_P4 spelling: gramm woords. bez.pers.ww.vz_Hst 1lv
Welkom V1G
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1
In deze les zitten 35 slides, met tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Welkom V1G
Slide 1 - Tekstslide
Programma deze week
Uitleg grammatica woordsoorten
Lezen in Alaska en aantekeningen maken
Leesvaardigheid
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoel deze week
Deze week leer je het bezittelijk en persoonlijk voornaamwoord herkennen. Ook kun je het voorzetsel en het zelfst.ww en hulpww aanwijzen in de zin.
Je kunt het onderwerp uit een tekst halen
Slide 3 - Tekstslide
Huiswerk
Neem het leesboek Alaska mee (zat in je boekenpakket). Dat doe je vanaf nu elke les!
Opdrachten Woordsoorten maken, zie planning Nw Ned
Als je ze nog niet gemaakt had: Opdrachten Meervouden en Extra Lezen (Nw Ned) maken
Slide 4 - Tekstslide
Woordsoorten
Slide 5 - Tekstslide
Schrijf de zin over en bepaal lidwoord, zelfst.nw, bijv.nw
Harry Potter heeft de twee lieve paashazen omgetoverd in wollige verdwijnmantels.
Slide 6 - Tekstslide
Wat valt je op?
Eveline heeft een spiksplinternieuwe fiets. Eveline is er blij mee. Eveline heeft er 800,- euro voor betaald. Wanneer Eveline te laat is, kan ze nu extra snel naar school racen.
Slide 7 - Tekstslide
zelfst. nw => persoonlijk vnw
Eveline => zij
mijn vader => ... / de leerlingen => ....
het bureau => ....
alles op een rijtje:
ik - jij - hij/zij/het - wij - jullie - zij
mij -jou- hem/haar/het - ons - jullie -hen/hun
Slide 8 - Tekstslide
Het regent best vaak
Wat is 'het' nu?
Slide 9 - Tekstslide
Wat weet je over het bez. vnw?
duidt het bezit aan
er staat altijd een zelfst.nw achter:
ons huis; mijn Playstation; zijn vakantie
Let op: paar vormen die ook voorkomen als pers. vnw: haar / ons /
Slide 10 - Tekstslide
Wat weet je over het bez. vnw?
dit is haar fiets (bezitt) / ik zie haar (pers.)
dit is ons huis (bezitt) / dit huis is van ons (pers.)
tip: vervang het woord door een naam. Komt er een 's' achter? Dan is het bezittelijk
Dit is haar fiets => dit is Evelines fiets => bez. vnw
Deze fiets is van haar => van Eveline => pers.vnw
let op de spelling van jouw
Slide 11 - Tekstslide
Schrijf over en benoem bez.vnw en pers.vnw
Ik ga vaak naar mijn vader voor zakgeld. Hij geeft mij dat dan snel. Het is leuk om hem als mijn vader te hebben!
Slide 12 - Tekstslide
Welke pers. vn en bez.vn?
Ik ga vaak naar mijn (bez.vn) vader voor zakgeld. Hij geeft mij dat dan snel. Het is leuk om hem als mijn vader te hebben!
Slide 13 - Tekstslide
Welke vragen heb je nog?
Slide 14 - Tekstslide
Alaska
Slide 15 - Tekstslide
Zelfstandig werken
- Aantekeningen Alaska
- Opdracht pers. en bezitt. vnw
Slide 16 - Tekstslide
Goed gewerkt?
Slide 17 - Tekstslide
Welkom V1G
Slide 18 - Tekstslide
Programma deze week
Uitleg grammatica woordsoorten
Lezen in Alaska en aantekeningen maken
Leesvaardigheid
Slide 19 - Tekstslide
Leerdoel deze week
Deze week leer je het bezittelijk en persoonlijk voornaamwoord herkennen. Ook kun je het voorzetsel en het zelfst.ww en hulpww aanwijzen in de zin.
Je kunt het onderwerp uit een tekst halen
Slide 20 - Tekstslide
Huiswerk
Neem het leesboek Alaska mee (zat in je boekenpakket). Dat doe je vanaf nu elke les!