In deze les zitten 23 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Video
Wie is Beatrijs?
- hoge komaf,
- rond haar twaalfde het klooster in. Waarom niets anders?
- ze wordt kosteres (vanwege haar ijver)
- uiterlijk
- verlangt naar liefde
Slide 2 - Tekstslide
Het verhaal in vogelvlucht
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Biografische gegevens
- 1227 - 1374 = datering
- Gedicht oorspronkelijk bedoeld om voor te dragen. (Luister)
- Start: ‘van dichten comt mi cleine bate’ is retoriek
- De voordrager is een professionel dichter/verteller.
- Regel 13-17 gehoord van ene Ghijsbrecht, oude geestelijke. (waarheid)
Slide 5 - Tekstslide
Vraag vooraf
Welke rol speelde geloof in de middeleeuwen? Welke rol speelt geloof in jouw leven? Noem een aantal religieuze aanwijzingen in het verhaal.
Slide 6 - Tekstslide
Tekstvragen
1. Lees regel 1- 4. Kun je een reden bedenken waarom deze dichter / verteller de geringe beloning vermeldt van zijn werk (twee redenen)?
Slide 7 - Tekstslide
Tekstvragen
2. Lees regel 10 - 17. Waarom vermeldt de dichter dat hij dit verhaal van Ghijsbrecht geeft gehoord? Denk je dat dit verhaal echt gebeurd is? Zou het uitmaken of het een waargebeurd verhaal is of een verzonnen verhaal?
3. Lees regel 18 - 36; geef een typering van de non Beatrijs.
4. Lees regel 37 - 80. Wordt hier hoofse of voorhoofse liefde beschreven? Wat is de oorzaak van haar vlucht in de liefde?
Slide 8 - Tekstslide
Tekstvragen
5. Leestip regel 85: een brief. Zou Beatrijs kunnen lezen en en schrijven? Wat was haar afkomst? 6. Lees regel 110-141. Waarom is het antwoord van de man zo belangrijk voor Beatrijs? (drie redenen)
7. Regel 150: ‘Onder den Eglantier’. Zoek op wat dit betekent. Wat staat er te gebeuren?
8. Lees regel 165 - 187: je zou hier een positieve + negatieve les in kunnen lezen. Welke?
Slide 9 - Tekstslide
De man (jongen) koopt blauwe en rode kleding voor Beatrijs inclusief een witte sluier. Wat is de betekenis?
Slide 10 - Open vraag
Kleuren
9. Lees regel 166 - 171, 231- 237, 249- 254, 271- 273, 281 - 283. Wat betekenen deze kledingscenes? Waar staat rood, blauw en wit voor? Ze kiest voor blauw; wat laat dat zien? In haar hemd loopt ze naar haar vriend; waar staat dit voor?
Slide 11 - Tekstslide
Liefde
10. Lees de bloemetjes en de bijtjes-scene: regel 328 - 345. Wat betekent ‘bloemen lesen (bloemen plukken)’ hier denk je?
11. Lees verder (regel 346 - 364). Wat verwijt Beatrijs de man?
Slide 12 - Tekstslide
Bijbelse scene
12. Ze komen aan in de stad en hebben het goed. Lees blz. 404 - 432. Zeven jaren voorspoed, zeven jaren tegenslag. Naar welke bijbelse scène verwijst dit?
Slide 13 - Tekstslide
13. Lees regel 448 - 466: waarom wordt ze prostituee (zonde) en gaat ze bijvoorbeeld niet bedelen (geen zonde)? Behandel hierbij haar afkomst! Hierbij aansluitend: waarom verkoopt ze haar lichaam buiten de muren van de stad (denk aan verwijt in regel 346 - 364) en niet in bijvoorbeeld het stadsbordeel? Behandel hierbij ook eercultuur uit Laagland.
Slide 14 - Tekstslide
14. Leesaanwijzing: regel 467-476. Wat zegt het dat Beatrijs Maria niet vergat?
15. Beatrijs komt tot inkeer en belijdt haar zonden (regel 484 - 554). Ze gaat nu wel bedelen (in plaats van prostitueren). Lees regel 555 - 572. Waarom is bedelen nu wel een optie?
Slide 15 - Tekstslide
16. Lees regel 576-619. Maria blijkt haar rol te hebben overgenomen. Leg het begrip metamorfoseroman uit? Verwerk de kledingscenes uit vraag 9. Hoe blijkt uit de kledingscenes dat er een metamorfose heeft plaatsgevonden?
17. Lees 631 - 666. Beatrijs bidt voor het eerst hier weer tot Christus en niet meer alleen tot Maria. Wat geeft dit aan?
Slide 16 - Tekstslide
18. Lees regel 667 - 768. Er klinkt drie keer een stem in de nachten. Wat betekent het getal ‘drie’? Wat zegt dit Beatrijs?
19. Leesaanwijzing: regel 837; ze zag lampen branden in alle hoeken. Of een rijke kloosterorde óf een feestdag?
20. Regel 864: het verhaal lijkt klaar. Toch vraagt de middeleeuwer zich nog twee dingen af. Welke vragen heb jij nog?
Slide 17 - Tekstslide
21. Lees regel 932 - 970. Waar staat de droom (visioen) met de engel, de appel en de dode baby voor? Geef een betekenis van appel en dode baby. Welke les bevat deze droom voor Beatrijs?
Slide 18 - Tekstslide
22. Lees regel 976 - 1016. Waarom is dit een cruciale scène voor dit verhaal?
23. Lees regel 1019 - 1038: welke lessen bevat de Beatrijs?
Slide 19 - Tekstslide
Algemene vragen
Slide 20 - Tekstslide
1. In welke scenes vindt een verwijzing naar hoofse liefde plaats? Noem er drie? Wat is in dit verhaal voorhoofs? Noem de scene.
2. Er zit veel getallen- en kleurensymboliek in Beatrijs. Noem ten minste drie voorbeelden.
3. Geef twee voorbeelden van bijzonder taalgebruikt (+ betekenis).
Slide 21 - Tekstslide
4. Welke verschillende zonden heeft Beatrijs gedaan? En welke niet; lees hierbij 631 - 635? Waar staat de zonde der wanhoop voor?
5. Welke kenmerken van geestelijke literatuur herken je (Laagland)?
6. Wat is een Marialegende? Wat maakt Beatrijs een Marialegende?