Vloeibare toedieningsvormen

Vloeibare toedieningsvormen
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
ProductzorgMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vloeibare toedieningsvormen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Aan het eind van de les
- Ken je het verschil tussen een suspensie, een oplossing, solubilisatie en een emulsie
- Kun je verschillende toedieningsvormen opnoemen
- Ken je de verschillende soorten water.
- Wat  H & P zinnen zijn

Slide 3 - Tekstslide

Een mensel van vloeibaar vet en water noem je:
A
Emulsie
B
Suspensie
C
Oplossing
D
solubilisatie

Slide 4 - Quizvraag

Een vaste stof verdeeld in een oplossing noem je een:
A
Emulsie
B
Suspensie
C
Oplossing
D
Solubilisatie

Slide 5 - Quizvraag

Een heldere vloeistof in een ampul is een:
A
Emulsie
B
Suspensie
C
Oplossing
D
solubilisatie

Slide 6 - Quizvraag

Vloeibare toedingingsvormen, welke soorten ken je?

Slide 7 - Woordweb

Vitamine D druppels aquosum
Lotion 
oogdruppels
Amoxicillinedrankje
Oplossing
Suspensie
Emulsie
Solubilisatie

Slide 8 - Sleepvraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Waar staat H zinnen voor ? Noem een voorbeeld

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Er zijn 4 maatregelen wat betreft het minimaliseren van blootstelling. Hier zijn 4 stappen voor. Beschrijf deze 4 stappen.

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Waarom kies je bij een antibiotica voor een kind voor drank?
A
Makkelijk slikken
B
Betere smaak
C
Drank werkt sneller
D
Dosering is makkelijk aan te passen

Slide 24 - Quizvraag

Welk hulpmiddel geef je mee aan een patiënt die 3 x per dag 3 ml antibiotica moet innemen?
A
dose-pac met spuitje
B
lepeltje
C
maatbeker
D
ml- spuitje

Slide 25 - Quizvraag

Noem een ander woord voor meniscus 
A
vloeistofspiegel
B
vloeistofglas

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide

Bij een suspensie wordt viscositeitsverhogende stof toegevoegd. Waar zorgt de stof voor?
A
Die maakt de vloeistof dikker
B
Verhoogd de oplosbaarheid

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Na de herfstvakantie
Socrative met vragen over H2, H3, H5 en H11
kennischeck



Na de herfstvakantie:
kennischeck H2, H3, H5 en H11 (socrative)

Slide 35 - Tekstslide