Herhaling H3

Welkom in de geschiedenisles!
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom in de geschiedenisles!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

H2C
Wat gaan we doen vandaag?
  • Lesdoelen
  • Her P1 (Amsterdam stapelmarkt van Europa)
  • Oefenen
  • Afsluiting  

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen vandaag?
  • Lesdoelen
  • Her P2/3 (VOC en WIC)
  • Oefenen
  • Afsluiting  

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen vandaag?
  • Lesdoelen
  • Her P4 (geloof, tolerantie en onderzoek)
  • Oefenen
  • Afsluiting  

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen vandaag?
  • Lesdoelen
  • Her P5 (het goed hebben en goed doen)
  • Oefenen
  • Afsluiting  

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het eind van deze les:

  • Ken je de begrippen van alle paragrafen van H4.

  • Heb je een goed beeld van de stof dat op het proefwerk komt. 

  • Kun je antwoordstructuren toepassen op vragen.

  • Kun je beeldanalyse toepassen op beeldbronnen






Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening
  • Bij de volgende vragen werk je samen met je buurman of buurvrouw.
  • Een persoon schrijft de antwoorden op.
  • Overleg alléén met je buur, niet met anderen!
  • Gebruik antwoordstructuren!

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke stappen zijn er in antwoordstructuren?
timer
5:00

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen uit paragraaf 1
  • Stapelmarkt
  • Moedernegotie
  • Handelskapitalisme
  • Commerciele landbouw
  • Gouden Eeuw
  • Nijverheid 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoordstructuren
  1. Lees de vraag goed door (wat vragen ze van je?)
  2. Herhaal een stuk van de vraag
  3. Signaalwoord + uitleg
  4. Verwijzing naar de bron  (optioneel)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar staan de afkortingen VOC en WIC voor?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Rond 1600 was in veel steden van de Republiek het bestuur in handen van kooplieden. Deze hadden een bepaalde manier van denken over de komst van migranten uit de omliggende landen
1. Leg uit hoe deze kooplieden dachten over de komst van de migranten en
2. Leg uit waarom zij zo dachten.
timer
10:00

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Twee gegevens:
1. In 1630 veroverde de Nederlandse West-Indische Compagnie (WIC)
de stad Recife in Brazilië. Rondom de stad lagen veel suikerplantages.
2. In 1637 veroverde de WIC het fort Elmina aan de kust van het huidige
Ghana.
Leg uit dat de verovering van Recife de inname van Elmina wenselijk
maakte.
timer
10:00

Slide 16 - Open vraag

Examen 2017 (1ste tijdvak)
Begrippen uit paragraaf 2/3
  • VOC
  • Heren Zeventien
  • Handelsmonopolie
  • Handelsfactorijen
  • Inter-Aziatische handel
  • WIC
  • Zilvervloot
  • Driehoekshandel
  • wereldeconomie
  • Plantage economie

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Levende kaart - driehoekshandel
  • Wat: we gaan een levende kaart maken. Een kaart waarin we een verhaal gaan
vertellen.
Hoe: 
1. Jullie krijgen eerst een aantal kaartjes. Dit zijn gebeurtenissen binnen de
driehoekshandel. Leg deze op de juiste chronologische volgorde.
2. Probeer het verhaal wat voor jullie ligt vervolgens in de kaart te tekenen (dmv lijnen, pictogrammetjes en/of kleine tekeningetjes), dit doe je individueel
3. Na 10 minuten wissel je kaart uit met je buurman/buurvrouw en bespreek het na. 

Klaar? geef dit aan bij je docent.
Nabespreken

timer
10:00

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Levende kaart - driehoekshandel
  • 5. Nederlandse handelaar verzamelt handelswaar als wapens, buskruit, ijzer en textiel om te ruilen.
  • 9. Nederlands schip vaart naar Afrika
  • 3. Nederlandse handelaar legt contact met een Afrikaanse slavenhandelaar. Ze maken afspraken over de hoeveelheid slaven die verkregen kan worden voor de handelswaar
  • 4. Nederlandse handelaar wordt eigenaar van slaven
  • 8. Nederlands schip vaart naar Amerika.
  • 7. Slaven worden verkocht op de slavenmarkt
  • 1. Slaven worden vervoerd naar WIC plantage / 2. Slaven gaan werken op een particuliere plantage
  • 6. Nederlands schip vaart naar Nederland met luxe producten als suiker, rum, koffie, zilver en tabak.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen uit paragraaf 4
  • Schuilkerk
  • Rationalisme
  • Wetenschappelijke revolutie
  • Tolerantie 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor soorten oorzaken en gevolgen kennen we in de geschiedenis? Het zijn er 4 in totaal.
timer
5:00

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken en gevolgen
1. Indirecte oorzaak
  • Wat er al verder aan vooraf ging. (alle andere oorzaken)

2. Aanleiding (directe oorzaak)
  • Het laatste wat er gebeurd voordat het gebeurtenis begint.

3. Korte termijn gevolgen
  • Wat direct duidelijk is dat er gebeurd na de gebeurtenis.

4. Lange termijn gevolgen
  • Wat nu nog niet duidelijk is.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke motieven kunnen deze oorzaken en gevolgen hebben? (denk aan het PO!) Het zijn er 4 in totaal.
timer
5:00

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Motieven
  • Motieven:

  • Politieke redenen
  • De koning luistert niet meer naar zijn volk.

  • Religieuze  redenen
  • Onenigheid over hoe het geloof moet worden beleid. 

  • Economische  redenen
  • Er is een hongersnood geweest.

  • Sociaal / cultureel redenen
  • Er is een groot verschil tussen de heersende groep een andere groep in de samenleving. 


Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening
De Republiek stond bekend als een tolerant land en de godsdienstvrijheid leidde tot meer immigratie vanuit landen waar mensen wel vervolgd werden om hun geloof.

  • Geef een economische oorzaak voor de tolerantie van de Republiek tijdens de zeventiende eeuw.  (meneer van Beek)
  • Geef een politieke verklaring voor de tolerantie van de Republiek tijdens de zeventiende eeuw. (Rij rechts van het bord)
  • Geef een religieuze reden voor de tolerantie van de Republiek tijdens de zeventiende eeuw.  (Rij in het midden)
  • Geef een culturele oorzaak voor de tolerantie van de Republiek tijdens de zeventiende eeuw.  (Rij in het links van het bord)

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf hier je antwoorden
1.Geef een politieke verklaringvoor de tolerantie van de Republiek tijdens de zeventiende eeuw.

2. Geef een economische reden voor de tolerantie van de Republiek tijdens de zeventiende eeuw.

timer
10:00
3. Geef een religieuze oorzaak voor de tolerantie van de Republiek tijdens de zeventiende eeuw.

4. Geef een culturele oorzaak voor de tolerantie van de Republiek tijdens de zeventiende eeuw.

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Benoem een twee wetenschappers en hun uitvindingen uit de Gouden Eeuw.
timer
3:00

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen uit paragraaf 5
  • Bedeling
  • Classicisme

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de vier stappen van beeldanalyse?
timer
3:00

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Beeldanalyse
  • 1. Lees het onderschrift. Door wie is de bron gemaakt? Wanneer is de bron gemaakt? Heeft de bron een bijschrift? Wat weet je over de maker?

  • 2. Beschrijf wat je ziet in de bron. Denk hierbij aan kleding, spullen, auto’s, wapentuig, gebouwen, personen, dieren, ect. (Wat stellen deze onderdelen voor?)

  • 3. Wat gebeurt er op de bron? Kijk hierbij naar acties, bewegingen en emoties. (Wat doen de personen op de bron? Welke gebeurtenis gaat de bron over?)

  • 4. Wat is de boodschap van de maker van de beeldbron? Hoe weet je dat? (zijn personen negatief of positief afgebeeld?)



Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beeldanalyse
  • Bekijk de bron en beantwoord de vragen.
a. Leg uit waaraan je kunt zien dat de regenten (links op de afbeelding) rijk zijn.

b. Leg uit op welke manier de schilder laat zien dat in de Republiek er sprake is van verschillende bevolkingsgroepen ingedeeld op welvaart. Gebruik in je uitleg een beeldelement uit de bron.

c. Wat is de reden dat de regenten in het schilderij juist dit moment hebben laten schilderen en niet iets anders zoals een zelfportret?

Uitdeling van brood in het Aalmoezeniershuis (armenhuis), 1626, maker onbekend.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Bekijk de bron en beantwoord de vragen.

 
a. Leg uit waaraan je kunt zien dat de regenten (links op de afbeelding) rijk zijn.


b. Leg uit op welke manier de schilder laat zien dat in de Republiek er sprake is van verschillende bevolkingsgroepen ingedeeld op welvaart. Gebruik in je uitleg een beeldelement uit de bron.


c. Wat is de reden dat de regenten in het schilderij juist dit moment hebben laten schilderen en niet iets anders zoals een zelfportret?
Uitdeling van brood in het Aalmoezeniershuis (armenhuis), 1626, maker onbekend.
timer
10:00

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Quizlet
  • Ga naar www.quizlet.live

Slide 33 - Tekstslide

https://quizlet.com/_685798?x=1jqt&i=1fptc3
Afsluiting
Aan het eind van deze les:

  • Ken je de begrippen van alle paragrafen.

  • Heb je een goed beeld van de stof dat op het proefwerk komt. 

  • Kun je antwoordstructuren toepassen op vragen.






Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fijne dag!

Slide 35 - Tekstslide

https://www.youtube.com/watch?v=Oxv6IRcuNaI molens zaandam