5.2 Monniken en ridders

In welke kamer kan je een wetsvoorstel indienen?
1 / 22
volgende
Slide 1: Open vraag
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

In welke kamer kan je een wetsvoorstel indienen?

Slide 1 - Open vraag

Waaruit bestond ook alweer het 'parlement'?

Slide 2 - Open vraag

Wat doet de eerste kamer?
A
Wetsvoorstellen indienen
B
Wetten controleren
C
beiden
D
geen van beiden

Slide 3 - Quizvraag

Een bestuursvorm waarin het volk meebeslist over het besturen van het land noemen we een:

Slide 4 - Open vraag

Wie is ons staatshoofd?

Slide 5 - Open vraag

Wie staat er aan het hoofd van een provincie?

Slide 6 - Open vraag

5.2 Monniken en ridders 
Tijdvak Monniken en Ridders (500-1000)
Periode: Middeleeuwen
- aan het einde van de les weet je wie Karel de Grote was en wat hij heeft betekent voor het huidige Europa.
- Aan het einde van de les weet je hoe Karel zijn rijk bestuurde.
- Aan het einde van de les weet je wat geestelijken waren en wat ze deden.

Slide 7 - Tekstslide

Karel de Grote

Slide 8 - Woordweb

Karel de Grote
Rond 500 viel het Romeinse rijk. Een van de volkeren die hiervoor verantwoordelijk was waren een Germaans volk, de Franken.

Rond 800 zorgde Karel de Grote ervoor dat de Franken een groot deel van Europa in hun bezit kregen.


Rond 800 liet keizer Karel zich kronen tot keizer door de Paus. De keizer was door god aan gesteld, dus was het voor karel belangrijk dat iedereen Christen was.



Slide 9 - Tekstslide

Edelen
Karel kon in zijn eentje moeilijk zijn hele gebied besturen, daarom verdeeld hij dit gebied in graafschappen met aan het hoofd een Graaf

Graven moesten : 
- Karel bijstaan met 'raad en daad' (advies + ridders regelen)
- Belastingen innen
Rechtspraak regelen in hun graafschap.

De graven vormden samen een bevolkingsgroep: De adel.

Slide 10 - Tekstslide

Noem 3 taken van een graaf (leenman)

Slide 11 - Open vraag

Waarom was het voor Karel belangrijk dat iedereen christelijk was in zijn rijk?
A
Deze konden goed vechten
B
Deze waren het rijkst
C
Deze beschouwden hem aangewezen door god.
D
Deze gehoorzaamden hem het beste

Slide 12 - Quizvraag

Willibrord
In het begin van de tijd van monniken en ridders waren er nog meerdere geloven.

Keizer Karel wou dat iedereen christelijk was, hij was immers door de Paus tot keizer benoemd.

Monniken moesten het geloof verspreiden. De monnik Willibrord bekeerde in Nederland veel mensen tot Christen. 

Slide 13 - Tekstslide

Geestelijken
christenen moesten leven volgens de godsdienstige regels, anders kwamen ze in de hel dachten ze.

Er waren mensen die de hele dag met het geloof bezig waren en mensen vertelden hoe te leven:
  • priesters: werkten voor de kerk + gaven op zondag de preek
  • Monniken en Nonnen: woonden in kloosters waar ze bidden en werkten, vaak vertaalden ze de Bijbelverhalen. Ze konden lezen en schrijven en waren daarom belangrijk als bestuurders omdat ze ook wetten konden schrijven.

Mensen die voor de kerk werkten zoals Monniken, Nonnen en Priesters noemen we geestelijken.  De hoogste geestelijke is de Paus. 

Slide 14 - Tekstslide

Waarom waren Monniken belangrijk voor het bestuur van het rijk?

Slide 15 - Open vraag

Waarom zou het belangrijk zijn dat de monniken dingen overschreven van de oude Grieken en Romeinen?

Slide 16 - Open vraag

Heren en Horigen
We hebben het gehad over graven die een graafschap mochten besturen in ruil voor 'raad en daad' te zweren aan de Koning.

Boeren bewerkten het land, dit was niet van hun, maar van de Graaf of Ridder die het gebied bestuurde, de heer.  

Sommige boeren hadden erg weinig vrijheid, zij hoorden bij het land. Zij mochten dit stuk land niet verlaten of een vrouw trouwen uit een ander gebied.

Slide 17 - Tekstslide

De boeren moesten een deel van de oogst als belasting afragen aan de heer. Op feestdagen moesten ze ook voor een geschenk zorgen.

Daarnaast moesten de boeren soms werken voor de heer (Herendiensten), hier kregen ze niets voor betaald.

In ruil voor dit alles stonden ze wel onder bescherming van de heer. 

Boeren die weinig vrijheid hadden en bij het land 'hoorden'noemen we horigen.

Slide 18 - Tekstslide

Kasteel van de heer
Huis van de Horige
Gracht
Houten verdedigingsmuur

Slide 19 - Sleepvraag

Noem eens 4 plichten van een horige boer.

Slide 20 - Open vraag

Noem 1 plicht van de heer naar de horige boeren toe.

Slide 21 - Open vraag

over welke 3 groepen mensen uit de middeleeuwse samenleving hebben we het in deze paragraaf gehad?

Slide 22 - Open vraag