VMBO 3 par 6.3 op de markt

PARAGRAAF 6.3
Van alle markten thuis
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

PARAGRAAF 6.3
Van alle markten thuis

Slide 1 - Tekstslide

Samenvatting
wat is een markt
wat is een concrete markt en wat is een abstracte markt
wat is een marktaandeel en hoe bereken je het

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel 
In deze les leer je:
  • wat is een markt
  • wat is een concrete markt en wat is een abstracte markt
  • wat is een marktaandeel en hoe bereken je het

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Lesdoel
Wat is een markt

Slide 5 - Tekstslide

Markt
Geheel van vraag en aanbod
Vraag : wat wil de consument (de klant) kopen
Aanbod : wat bieden producenten (winkels) te koop aan

Slide 6 - Tekstslide

Lesdoel 
Wat is een concrete markt en wat is een abstracte markt

Slide 7 - Tekstslide

De markt
Concrete markt:
Een plaats waar kopers en verkopers bij elkaar komen om goederen te verhandelen (marktplaats, supermarkt, Haagse markt)
Abstracte markt:
Vragers en aanbieders zijn niet op één plek bij elkaar.
(oliemarkt, huizenmarkt)

Slide 8 - Tekstslide

Abstracte- of concrete markt

Slide 9 - Tekstslide

Lesdoel
Wat is evenwicht op de markt

Slide 10 - Tekstslide

evenwicht op de markt
evenwichtsprijs
prijs waarbij vraag en aanbod gelijk zijn
evenwichtshoeveelheid
aantal producten dat wordt aangeboden
bij de evenwichtsprijs

Slide 11 - Tekstslide

Lesdoel
Wat is een marktaandeel

Slide 12 - Tekstslide

Marktaandeel
Het deel van de markt dat één  producent/bedrijf heeft van de hele markt van dat product. 

Slide 13 - Tekstslide

Formule marktaandeel
Marktaandeel in €
= ( eigen omzet : totale omzet ) x 100
 
of
 
Marktaandeel in stuks
= ( eigen afzet : totale afzet ) x 100

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag
Lees de theorie in je boek en de theorie uit Lesson up goed door.

Maak de vragen 1 t/m 9 vanaf blz 168
Maak de samenvatting op blz 176

en maak de vragen in deze Lesson up

Slide 15 - Tekstslide

Oefenen
Pak je boek erbij, check de theorie en maak de vragen.
Zoek in je boek op wat je niet weet!

Slide 16 - Tekstslide

Wat voor soort markt is de Haagse Markt?
A
Abstracte markt
B
Concrete markt

Slide 17 - Quizvraag

Kies de concrete markt.

A
De arbeidsmarkt
B
De huizenmarkt
C
De markt voor Europese olie
D
De dagelijkse markt in het centrum

Slide 18 - Quizvraag

Wat voor soort markt is de Oliemarkt
A
Abstracte markt
B
Concrete markt

Slide 19 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een concrete markt?
A
De huizenmarkt
B
De supermarkt
C
Oliemarkt

Slide 20 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een abstracte markt?
A
De paardenmarkt in Zuidlaren.
B
Supermarkt Plus.
C
Vishandel Koelewijn.
D
De woningmarkt in Nederland.

Slide 21 - Quizvraag

Een marktaandeel is
A
het deel van de totale markt van alle producten die te koop zijn
B
de afzet van een bedrijf als percentage van de totale afzet van dat product
C
het stukje van de markt waar jij je kraam mag zetten

Slide 22 - Quizvraag

Bereken het marktaandeel
van Toyota in procenten
van de afzet.
A
666,7%
B
15%
C
0,15%
D
6,7%

Slide 23 - Quizvraag

Welk bedrijf heeft het grootste marktaandeel?
A
Apple
B
LG
C
Huawei
D
Samsung

Slide 24 - Quizvraag

Hoe bereken je het marktaandeel?
A
Afzet : totale afzet v/d markt X 100%
B
Omzet : totale omzet v/d markt X 100%
C
Beide formules zijn juist
D
Beide formules zijn onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Het marktaandeel van een fietsfabrikant gemeten naar de afzet bedraagt 14%. Het marktaandeel gemeten naar de omzet is 15%. Dit komt doordat...
A
..de prijs van de fabrikant hoger is dan de gemiddelde marktprijs
B
..de prijs van de fabrikant lager is dan de gemiddelde marktprijs
C
..de omzet van de fabrikant hoger is dan de gemiddelde marktomzet
D
..de afzet van de fabrikant lager is dan de gemiddelde marktafzet

Slide 26 - Quizvraag

Bereken het marktaandeel van Samsung
Samsung
30000
Apple
75000
LG
10000
Huawei
25000
Overig
5000
A
25,3%
B
21,4%
C
19,5%
D
20,7%

Slide 27 - Quizvraag

Wat is een evenwichtsprijs?
A
De evenwichtsprijs is de prijs waarvoor geldt dat het aanbod gelijk is aan de vraag.
B
De evenwichtsprijs is is de prijs die een consument moet betalen als inkoopprijs.
C
De evenwichtsprijs is is de prijs die overblijft nadat de bedrijfskosten eraf zijn gehaald.
D
De evenwichtsprijs is is de prijs die de consument meer betaald bij veel aanbod.

Slide 28 - Quizvraag

Wat is de evenwichtsprijs?
A
6
B
14
C
16
D
22

Slide 29 - Quizvraag

Wat bepaalt de evenwichtsprijs?
A
Dit is afhankelijk van de inflatie
B
Dit wordt door de overheid bepaald
C
Vraag en Aanbod
D
Prijs en consumenten

Slide 30 - Quizvraag

Wat is evenwichtsprijs
A
Hoeveelheid van vloeistoffen
B
Hoeveelheid geld
C
Prijs waarbij de aangeboden hoeveelheid gelijk is aan de gevraagde hoeveelheid
D
Hoeveelheid water

Slide 31 - Quizvraag

Wat is de evenwichtsprijs?
A
€25
B
€100
C
€150
D
€300

Slide 32 - Quizvraag