Luisteren en kijken hoofdstuk 1

Terugblik 
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Terugblik 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Lesdoel
- Je kiest een manier van kijken en luisteren die het beste aansluit bij je doel.
- Samenwerken
- Presenteren

Slide 7 - Tekstslide

Kijk- en luisterdoelen
- Deze zijn afhankelijk van de situatie, de persoon en het doel van je gesprek.
- Het doel kan zijn: sociale band opbouwen, informatie verzamelen, je mening vormen, de gevoelens of motivatie van iemand te weten komen, beleefdheid

Slide 8 - Tekstslide

 Doelwoorden
- Oriënterend kijken en luisteren - Is het bruikbaar?
- Globaal kijken en luisteren - Wat zijn de hoofdzaken?
- Intensief kijken en luisteren - Je wilt alles begrijpen
- Zoekend kijken en luisteren - Je gaat op zoek naar bruikbare informatie
- Kritisch kijken en luisteren - Is de informatie juist of betrouwbaar? 

Slide 9 - Tekstslide

5 W's + 1 H theorie
- Meer inzicht verkrijgen op het gebied van luisteren.
- Wie? Publiek/doelgroep
- Wat? Met wat voor doel in je achterhoofd luister je?
- Waar? Locatie
- Wanneer? Datum, tijd, periode
- Waarom? Achterliggende reden van luisteren
- Hoe? Hoe laat jij blijken dat je luistert? Wat doe je?

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht
- Vul de placemats in aan de hand van de 5-W & 1-H-vragen
- Wissel de antwoorden uit met een klasgenoot
- Vul opnieuw de placemat (A3) in (vergeet de doelwoorden niet)
- Presenteer de uitkomst d.m.v. woordweb 
 (wat zijn de belangrijkste inzichten?)

Slide 11 - Tekstslide

Afsluiting
Luisteren niet alleen op school nodig, maar ook als je klanten helpt en met ze spreekt.
Goed luisteren is iets dat je je hele leven nodig hebt

Slide 12 - Tekstslide

Op het vliegveld hoor je dat jouw vliegtuig vanaf een andere gate vertrekt. Op welke informatie ga je in die situatie extra goed letten?
A
De reden van de gate-wijziging
B
Op de vertrektijd van het vliegtuig
C
Op het nummer van de andere gate

Slide 13 - Quizvraag

Van welke luisterstrategie zou jij gebruik hebben gemaakt bij de vorige vraag?
A
Globaal luisteren
B
Intensief luisteren
C
Zoekend luisteren

Slide 14 - Quizvraag

Beeld kan verschillende functies hebben

- de gegeven informatie verduidelijken
- extra informatie toevoegen
- sfeer oproepen

Slide 15 - Tekstslide

Zo verliepen de coronarellen in Rotterdam
Al snel wordt de sfeer grimmig. Zo worden er brandjes gesticht en zijn hulpverleners het doelwit van vuurwerk en stenen

Bron: www.nu.nl

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Welke functie heeft het beeld?
A
De gegeven informatie verduidelijken
B
Extra informatie toevoegen
C
Sfeer oproepen

Slide 18 - Quizvraag

Non-verbale communicatie
Let ook altijd op de personen die in beeld komen. Uit hun non-verbale gedrag kun je vaak afleiden wat ze precies bedoelen of hoe ze zich voelen. 

Slide 19 - Tekstslide

Non-verbale
communicatie

Slide 20 - Woordweb

Verbaal en non-verbaal
Verbale communicatie
  • Wat je zegt, de boodschap
Non-verbale communicatie
  • Spreekhouding 
  • Oogcontact 
  • Stemgebruik 
  • Mimiek 
  • Lichaamshouding
  • Intonatie

Non-verbaal is vijf keer krachtiger dan verbaal.

Slide 21 - Tekstslide

Signaalwoorden 
Wat waren dat ook alweer?

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Luisteropdracht
Je maakt aantekeningen terwijl je luistert
- Welke functie heeft Saskia Egas Reparaz bij Hema?
- Wat heeft haar gevormd? Noem twee waarden van Saskia.
- Welke signaalwoorden zijn jou opgevallen?

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Link

Bekijk de aantekeningen van je buurman / buurvrouw
Functie: CEO / algemeen directeur
Waarde 1: Je kunt van een dubbeltje een kwartje maken
Waarde 2: Je moet altijd eerlijk zijn
Waarde 3: We moeten het samen doen
Waarde 4: De kracht van jezelf zijn

Slide 27 - Tekstslide

Je hebt / weet / kunt
- Je kunt een manier van kijken en luisteren kiezen die het beste aansluit bij je doel.
- Je kunt informatie uit het beeld halen bij de tekst en kunt de functie(’s) ervan benoemen.
- Je hebt aantekeningen gemaakt, terwijl je luistert.

Slide 28 - Tekstslide

Toekomst
- Luisteren heb je niet alleen op school nodig, maar ook als je klanten helpt en met ze spreekt.
- Goed luisteren is iets dat je je hele leven nodig hebt

Slide 29 - Tekstslide

Luisteren hoofdstuk 2

Slide 30 - Tekstslide

Wat betekent LSD?
A
Luisteren, spreken, doorzetten
B
Luisteren, selecteren, domineren
C
Luisteren, samenvatten, doorvragen
D
Een snoepje

Slide 31 - Quizvraag

LSD
  • Herhaal wat de ander gezegd heeft (luisteren)

  • Vat het samen (samenvatten)

  • Vraag of je het goed begrepen hebt en vraag om verduidelijking.  (doorvragen)

Slide 32 - Tekstslide

Luisteren...
  • Is best lastig
  • Oogcontact
  • Stemgebruik
  • Intonatie
  • Houding
  • Knikken, ja en hummen

Slide 33 - Tekstslide

Valkuilen luisteren 

Slide 34 - Tekstslide

Opdracht
Tel hoe vaak de spelers met een wit t-shirt de bal overgooien

Slide 35 - Tekstslide

0

Slide 36 - Video

Slide 37 - Tekstslide

0

Slide 38 - Video

Je hebt allebei een belang in een gesprek

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Vandaag geleerd
  • Luisteren is lastig
  • Je moet elkaar af en toe aankijken
  • Duidelijk spreken, variatie in intonatie
  • Laten merken dat je luistert door actieve houding aan te nemen
  • Er zijn verschillende manieren van luisteren
  • Er zijn valkuilen bij luisteren

Slide 42 - Tekstslide

Je hebt/ weet/ kunt...
  • Wat verbale comunicatie is
  • Wat non verbale communicatie is
  • Je kunt verschillen benoemen tussen verbale en non-verbale communicatie

Slide 43 - Tekstslide

Wat vond je van deze les?
auw en wauw momenten

Slide 44 - Open vraag

Slide 45 - Tekstslide