3.8 Spelling Voltooid deelwoord

Voltooid deelwoord, splitsbare werkwoorden, hoofdletters
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Voltooid deelwoord, splitsbare werkwoorden, hoofdletters

Slide 1 - Tekstslide

3.8 Spelling
Voltooid deelwoord

Slide 2 - Tekstslide

VANDAAG IN DE LES 
Toets spelling
29 november
Herhalen vorige les
Het voltooid deelwoord
Vandaag
3.8 spelling
Voltooid deelwoord
Splitsbare ww

Leerdoel: 
Hoe je een voltooid deelwoord maakt van splitsbare werkwoorden
Zelfstandig werken

Terugblik
Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 3 - Tekstslide

  • Je kent het voltooid deelwoord van werkwoorden die beginnen met ge-, be-,ver-, her-, en ont;
  • Je leert hoe je een voltooid deelwoord maakt van splitsbare werkwoorden;
  • Je kent de regels van het gebruik van de hoofdletter;
  • Je kent de 10 dicteewoorden.
LESDOELEN

Slide 4 - Tekstslide

LET OP
Bij het werkwoord verhuizen klinkt verhuist (pv) hetzelfde als verhuisd (voltooid deelwoord), maar je schrijft het anders.
* Hij verhuist volgende week naar Amsterdam.
* Hij is naar Amsterdam verhuisd.

Verhuizen -> -en = is verhuiz -> z staat niet in het 't kofschip x, dus met een D aan het einde

Slide 5 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
geen voltooid deelwoord
gelopen
geslapen
gebeuren
gedaan
doen
schrijven

Slide 6 - Sleepvraag

poetsen
luisteren
Voltooid deelwoord met t

Voltooid deelwoord met d
groeten
rennen
horen
vragen
wandelen
maken
fietsen
pakken
tekenen
leren

Slide 7 - Sleepvraag

betekend
vertelt
geluncht
wandelen
word
ik- vorm
ik-vorm+t
voltooid deelwoord met een T
voltooid deelwoord met D
infinitief
(hele werkwoord)

Slide 8 - Sleepvraag

Voltooid deelwoord

Splitsbare werkwoorden

Slide 9 - Tekstslide

Splitsbare werkwoorden
Splitsbare werkwoorden zijn woorden die je in delen kunt splitsen.

• Je moet je gordel vastmaken in de auto. – Ik maak mijn gordel vast.
• Ik wil Joeri overhalen om te blijven. – Ik haal Joeri over om te blijven

Slide 10 - Tekstslide

Wat zijn splitsbare werkwoorden?
A
Werkwoorden die twee betekenissen hebben.
B
Werkwoorden die je in tweeën kunt delen
C
Woorden die twee keer opgeschreven worden.
D
Werkwoorden die niet goed opgeschreven zijn.

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een splitsbaar werkwoord?
A
fietsen
B
opbellen
C
vertellen
D
vergaderen

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord
  • Het voltooid deelwoord geeft aan dat iets afgerond is, het is voorbij.
  • Ik heb lang gezwommen / ik zwem nu niet meer.
  • Het voltooid deelwoord is – anders dan de persoonsvorm – een werkwoord dat niet van vorm verandert.


Slide 13 - Tekstslide

Voltooid deelwoord van splitsbare werkwoorden
Bij het voltooid deelwoord van splitsbare werkwoorden, schrijf je -ge- tussen beide delen.

• Ik heb mijn gordel vastgemaakt.
• Ik heb Joeri overgehaald.

Slide 14 - Tekstslide

Splitsbare werkwoorden als voltooid deelwoord
Als je een voltooid deelwoord maakt van een splitsbaar werkwoord blijft hij aan elkaar, maar komt het voorzetsel op de eerste plaats. 

optreden > opgetreden

Slide 15 - Tekstslide

Voltooide deelwoorden van splitsbare werkwoorden. Vul in:
Ik heb me ......... voor de workshop taarten bakken.
Helaas ben ik ....... voor deelname.
Uit mijn tas heb ik een rol pepermunt ..........
Jammer, maar ik heb mijn werkstuk te laat ........

opgeduikdeld

afgewezen

ingeleverd

aangemeld

Slide 16 - Sleepvraag

Wat is het voltooid deelwoord van het splitsbare werkwoord 'onderduiken'?
A
geonderduikt
B
ondergeduikt
C
geonderdoken
D
ondergedoken

Slide 17 - Quizvraag

Een goed voorbeeld van een voltooid deelwoord van een splitsbaar werkwoord is
A
ik maakte het bed op
B
ik heb het bed opgemaakt
C
ik ging het bed opmaken
D
ik opmaakte het bed

Slide 18 - Quizvraag

Zelfstandig werken
Ga naar de digitale omgeving van talent
Hoofdstuk 3 paragraaf 8 (3.8 spelling)
Maken
Opdracht 1 t/m 8

Wat niet af is, wordt huiswerk 
voor morgen!
Klaar?
Test jezelf
Leerdoel B & C maken 
timer
20:00

Slide 19 - Tekstslide