AE-7 les 5

ECONOMISCHE GROEI
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

ECONOMISCHE GROEI

Slide 1 - Tekstslide


Huiswerk H3 bespreken
vr 1 t/m 5 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide


Huiswerk H4 bespreken
vr 1 t/m 4 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoelen
Je leert wat economische groei is en wat voor gevolgen dit heeft en wat de gevolgen zijn van economische stagnatie. 

Slide 10 - Tekstslide

Wat is volgens jou economische groei?

Slide 11 - Woordweb

Economische groei
  • Vraag neemt toe door bv. stijging bevolking
  • Vraag neemt toe --> productie stijgt
  • Dan is er sprake van economische groei
Maatstaf: reële inkomen per hoofd van de bevolking

Slide 12 - Tekstslide

Waardoor neemt vraag naar producten toe?
A
Door groei bevolking en inkomens
B
Door afname bevolking
C
Door lagere inkomens
D
Door milieumaatregelen

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Groei van de productiecapaciteit is mogelijk wanneer er productiefactoren aanwezig zijn!
  • Kapitaal
  • Arbeid
  • Natuur
  • Ondernemerschap
Kapitaal:
alle kapitaalgoederen waarin je geld investeert en die je langere tijd bij de productie gebruikt, zoals machines, gebouwen en voertuigen.
Arbeid:
de lichamelijke en geestelijke inspanningen die de mensen bij de productie leveren
Natuur:
Alles wat de natuur levert. Bijvoorbeeld de grond zelf, grondstoffen, aardolie en aardgas
Ondernemerschap:
de activiteiten van de ondernemer, die het productieproces organiseert en leidt.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Hoe meer kapitaalgoederen aanwezig zijn, hoe hoger de arbeidsproductiviteit
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Technische ontwikkelingen gaan snel!

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Het uitvinden van de gloeilamp hoort bij:
A
Basisinnovaties
B
Procesinnovaties
C
Productinnovaties

Slide 20 - Quizvraag

Arbeid
Beroepsbevolking = het deel van de bevolking dat voor het uitoefenen van een beroep beschikbaar is.

Slide 21 - Tekstslide

Beroepsbevolking wordt groter door: 


- bevolkingsgroei
- verhoging participatiegraad
Participatiegraad stijgt door: 

- minder mensen gaan studeren
-arbeidsongeschiktheid neemt af
- meer vrouwen op de arbeidsmarkt
- verandering bevolkingsopbouw (minder kinderen en bejaarden)

Slide 22 - Tekstslide

Wanneer meer vrouwen gaan werken dan gaat de participatiegraad:
A
Omhoog
B
Omlaag
C
Blijft hetzelfde

Slide 23 - Quizvraag

Tegenwoordig is er meer kennis en ervaring nodig om een beroep uit te oefenen. Dit is de kwantiteit van de arbeid.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Natuur
Voor economische groei is voldoende beschikbaarheid van hulpbronnen van groot belang. Als een hulpbron schaars wordt dan gaan de prijzen omhoog. 

Slide 25 - Tekstslide

Door de prijsstijging van olie gaat men op zoek naar alternatieve energiebronnen

Slide 26 - Tekstslide

De omvang van de productiecapaciteit hangt niet alleen van arbeid, kapitaal en natuur, maar ook de wijze waarop de productie is georganiseerd. Dit noemen we:

Slide 27 - Open vraag

De efficiency wordt verhoogd door: 
- schaalvergroting
- specialisatie
- toepassing van nieuwe technische mogelijkheden
- goed management

Slide 28 - Tekstslide

Niet alleen de kwaliteit is belangrijk bij een goed ondernemerschap, maar ook de kwantiteit. Hoe groter de ondernemingszin in een land, hoe meer bedrijven er opgezet zullen worden!

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Gevolgen van economische stagnatie:
  • werkgelegenheid wordt niet groter of loopt achteruit
  • indien de beroepsbevolking toeneemt kan er structurele of conjuncturele werkloosheid ontstaan
  • overheidsuitgaven zullen toenemen
  • financieringstekort
  • rente stijgt
  • investeringen dalen

Slide 31 - Tekstslide

Gevolgen van economische stagnatie:

  • de inkomensverdeling wordt beïnvloed --> winsten nemen af en mensen raken op een uitkering aangewezen 
  • milieu --> er worden minder huizen gebouwd, minder wegen aangelegd(positief), maar er zal ook bespaard worden op milieubeschermende maatregelen

Slide 32 - Tekstslide

Vragen H5
1 t/m 9

Slide 33 - Tekstslide