In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Tekst 2
Beetje contrarevolutie
kan geen kwaad
Slide 1 - Tekstslide
Tekst 2 begint met een schets van hoe mensen in 1980 kennis vergaarden en met elkaar communiceerden. Waarvoor is deze schets met name bedoeld? Deze schets is vooral bedoeld om aan te geven dat in vergelijking met nu de kwaliteit van kennisvergaring en communicatie vroeger
A
kostbaarder en minder effectief was dan nu.
B
langzamer was, maar het resultaat beter was dan nu.
C
oppervlakkiger was dan nu, maar wel gedegen.
D
primitiever was dan nu, maar meer sociale binding gaf.
Slide 2 - Quizvraag
Welke kritiek kan worden geleverd op het leren van losse wetenswaardigheden? Baseer je antwoord op alinea 1 en 2 van tekst 2. Geef antwoord in een of meer volledige zinnen.
Slide 3 - Open vraag
In het tekstgedeelte van alinea 3 tot en met 5 van tekst 2 wordt gebruikgemaakt van een specifieke tekststructuur. Welke tekststructuur is dat? een tekststructuur op basis van
A
middel en doel
B
oorzaak en gevolg
C
probleem en oplossingen
D
voor- en nadelen
Slide 4 - Quizvraag
In alinea 5 van tekst 2 wordt de film Fahrenheit 451 besproken. Waarvan wordt met dit voorbeeld het belang onderstreept? Dit voorbeeld onderstreept het belang van
A
de ontwikkeling van de beschaving.
B
literair werk als cultuuruiting.
C
onderwijs-vernieuwingen.
D
uit je hoofd leren.
Slide 5 - Quizvraag
Tekst 2 kan in vier opeenvolgende delen worden onderverdeeld: deel 1: Vroeger deel 2: Nu deel 3: Consequenties voor het onderwijs deel 4: Slot Bij welke alinea begint deel 2 ‘Nu’ ?
Slide 6 - Open vraag
Tekst 2 kan in vier opeenvolgende delen worden onderverdeeld: deel 1: Vroeger deel 2: Nu deel 3: Consequenties voor het onderwijs deel 4: Slot Bij welke alinea begint deel 3 ‘Consequenties voor het onderwijs’?
Slide 7 - Open vraag
Hoe kan de inhoud van het slot van tekst 2 het best worden getypeerd?
A
als een bondige samenvatting van de tekst
B
als een oproep voor een nieuwe manier van leren
C
als het beargumenteerde standpunt van de auteur
D
als voorspelbaar commentaar van iemand zonder 21st century skills
Slide 8 - Quizvraag
Hoe kan tekst 2 het beste worden gekenschetst? Tekst 2 is te kenschetsen als een pleidooi
A
tegen de op handen zijnde onderwijsontwikkelingen.
B
tegen het gebruik van digitale middelen in het onderwijs.
C
voor het behoud van het goede in het onderwijs.
D
voor meer aandacht voor lezen en literatuur.
Slide 9 - Quizvraag
De titel van tekst 2 is ‘Beetje contrarevolutie kan geen kwaad’. In welke alinea wordt de kiem gelegd voor de contrarevolutie die later aan de orde wordt gesteld?
A
alinea 3
B
alinea 4
C
alinea 5
D
alinea 6
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Onderwijs2032 wil het curriculum in Nederland veranderen, zoals beschreven in tekstfragment 1. Citeer de twee zinnen of zinsgedeelten uit alinea 4 van tekst 2 die ingaan op het nieuwe kerncurriculum zoals dat wordt gepresenteerd in tekstfragment 1.
Slide 12 - Open vraag
De titel van tekst 2 is “Beetje contrarevolutie kan geen kwaad”. Wat houdt genoemde contrarevolutie in voor het onderwijs?
A
meer aandacht voor lezen en schrijven zonder digitale middelen
B
meer aandacht voor sociale en vakoverstijgende vaardigheden
C
meer openstaan voor feitenkennis die zich per toeval aandient
D
meer openstaan voor wat past bij de belangstelling van leerlingen