Het schrijven van een kort verhaal.

Schrijven
Opdracht: Schrijf een kort verhaal aan de hand van een foto.


1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Schrijven
Opdracht: Schrijf een kort verhaal aan de hand van een foto.


Slide 1 - Tekstslide

Schrijven: doel

- Je leert hoe je een (kort) verhaal schrijft

Slide 2 - Tekstslide

Schrijven: opdracht
Jullie schrijven het korte verhaal aan de hand van een foto die jullie uitzoeken. 

Slide 3 - Tekstslide

Schrijven: plot
Elk verhaal heeft een plot. Een plot wordt ook wel een intrige genoemd. Een plot geeft de verwikkelingen in een verhaal weer, met motieven en conflicten die daarmee gepaard gaan. 
Een plot is dus belangrijk voor een verhaal, zonder plot krijgt een verhaal geen ontwikkeling.

Slide 4 - Tekstslide

Plot:

Slide 5 - Tekstslide

Schrijven: brainstromen
  1. Zoek een foto uit waarmee jullie een verhaal willen schrijven. 
  2. Bestudeer de foto en bespreek wat je op de foto ziet.
  3. Geef de personage(s) op de foto een serieuze naam.
  4. Wat houdt het personage bezig of waamee is het personage bezig. Wat is zijn of haar plan? Wat zijn de eigenschappen van deze persoon? 
  5. Bedenk een goede plotvraag, formuleer de plotvraag als volgt: 'Zou het .....lukken om ..... om eindelijk.....'.
  6. Bedenk een manier waarop het plan gaat lukken, en een manier waarop het plan uiteindelijk mislukt.

Slide 6 - Tekstslide

Schrijven: oefenen

Slide 7 - Tekstslide

Schrijven: eisen
  1. Het verhaal is in foutloos Nederlands geschreven.
  2. Het verhaal is geloofwaardig en het karakter past bij de personages.
  3. Het verhaal is origineel
  4. Taalgebruik past bij jullie niveau (vermijd de woorden; vervolgens, toen, daarna, waarbij, daarmee en ook). 
  5. Let op: het is een kort verhaal!! Maximaal 1 A4.
  6. Er is een duidelijke opbouw in het verhaal (zie ook dia 'plot'). 

Slide 8 - Tekstslide

Schrijven: eindproduct
Verhalenbundel?
Voorlezen?

Bedenk een leuke vorm voor de verhalen die geschreven zijn.

Slide 9 - Tekstslide

Succes.
Succes met schrijven, maar vooral veel plezier!

Slide 10 - Tekstslide