workshop 3 Utilisme

Workshop 3 


Utilisme
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Workshop 3 


Utilisme

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesinhoud
lesdoelen
korte terugblik
utilisme
casusopdracht

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
De student kan:
  • aan het eind van de les uitleggen wat er de basisprincipes zijn van het Utilisme
  • benoemen wat het verschil is tussen Bentham en Mill
  • een voorbeeld geven hoe je utilisme toepast in de beroepspraktijk

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

korte terugblik
workshop 2

De plichtethiek  van Immanuel Kant 

quote:
"Geen vrede verdient die naam wanneer zij de kiem van een nieuwe oorlog in zich draagt"

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Utilisme
In het Utilisme staat het streven naar geluk en het vermijden van pijn centraal.
Het Utilisme is een voorbeeld van doelethiek of consequentialisme (gevolgenethiek). Het gaat om streven naar het grootste geluk voor de grootste groep mensen. 
Het gaat dus om het bereiken van een moreel doel.
Hierbij heiligt het doel de middelen.

Het Utilisme staat lijnrecht op de formele plichtethiek van Kant.

Bij het Utilisme gaat het om gewogen belangen en om respect voor vrijheid.



Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgenethiek
Een specifieke vorm van de gevolgenethiek is het utilisme. 
Bij gevolgenethiek gaat het niet om de handeling zelf maar om het gevolg van de handeling. 
Zijn de gevolgen goed, is de handeling ook goed.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken van het Utilisme:
1. Vrijheid staat centraal
2. Moreel juist is datgene wat het goede (geluk) bevordert
3. Als het gevolg van de handelingen goed is, is ook de handeling zelf goed
4. Goed is datgene wat mensen gelukkig maakt
5. Zoveel mogelijk geluk voor zoveel mogelijk mensen
Let op de weging.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Utilisme
Jeremy Bentham (1748-1832)

Het grootste geluk van het grootste aantal is de grondslag van de moraal en wetgeving 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Utilisme
John Stuart Mill (1806-1873)

Een individu heeft het recht te doen wat hij wil, zo lang hij anderen geen schade berokkent.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het woord "utilisme"?
A
zingeving
B
doel
C
moreel handelen
D
nut

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bentham en Mill
Bentham is een klassieke utilist. “Als jij maar gelukkig bent”. Bentham gaat voor een kwantitatieve berekening van geluk.

Mill gaat voor een kwalitatieve berekening van geluk.
Moreel geluk
Geestelijk geluk
Dierlijk geluk

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vrijheid = mogelijkheid om naar eigen wil te handelen
Bentham zegt: 'Geluk is niets anders dan genot' en 'dat ieder mens met een voldoende hoeveelheid geluk, of het nou gevoels- of intellectueel geluk is, automatisch gelukkig zou zijn' Mill gelooft dat mensen meer soorten geluk nodig hebben om echt gelukkig te worden.


Kritiekpunt op het utilisme is dat het kan leiden tot morele tirannie. 
Individu moet beschermd worden tegen tirannie van de meerderheid. Maximale vrijheid van individuen t.o.v. samenleving/meerderheid.  Het gemiddelde telt.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vrijheid

Slide 14 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Hedonisme
Waarom wordt het utilisme ook hedonistisch genoemd?

Hèdonè betekent “genot”. Hedonisme is een stroming die zegt dat je het meest gelukkig kunt worden, wanneer je alle vervelende dingen uit de weg gaat, en zoveel mogelijk leuke dingen doet. Je moet zorgen dat je op twee manieren geen pijn hebt: geen lichamelijke pijn en geen geestelijke pijn.”
Wat is het verschil tussen hedonisme en Eudaimonia?
Streven naar een goed leven, geluk = Eudaimonia
streven naar plezier, genot = hedonisme




Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kan volgens het utilisme een 'leugentje om bestwil' toegestaan zijn?
A
Ja, zolang je door te liegen het totale nut in de wereld vergroot.
B
Nee, liegen is altijd verkeerd ook al is je motief juist.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Paternalisme  (pater- vader)
= vrijheid beperken, belang is in die persoon

Hard paternalisme= beperk je iemands vrijheid 
Zacht paternalisme= iemand van gevaarlijke handelng afhouden


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een cliënt met vasculaire dementie verhuist vanuit zijn thuissituatie naar een beschermde woonvorm
A
zacht paternalisme
B
hard paternalisme

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

casusopdracht
Verzorgende: ‘Meneer W. (78) komt sinds 2 maanden elke middag bij ons op de dagopvang voor ouderen met geheugenproblemen. Vorige week kwam er een vrouw langs om hem op te zoeken, ze dronken samen koffie in het restaurant. Later nam ze mij even apart. Ze vertelde de dochter te zijn van meneer W. Veertig jaar geleden had hij een buitenechtelijke relatie met haar moeder. Na het verbreken van de relatie ontdekte haar moeder dat ze zwanger was. Hij heeft dit nooit geweten. Enkele jaren geleden, na de dood van haar moeder, ging zij op zoek naar haar vader. Beiden waren ze erg blij met het contact. Meneer W. hield dit echter verborgen voor zijn vrouw. Het zou haar te zeer kwetsen, zeker gezien het feit dat hun huwelijk ongewild kinderloos bleef. Al enkele jaren treffen zij elkaar eens in de week op donderdagmiddag. De vrouw van meneer W. denkt dat hij naar de biljart is. Nu hij naar de dagopvang gaat, kunnen zij elkaar niet meer op donderdagmiddag zien. De dochter vraagt of zij elkaar eens in de week op de dagopvang kunnen ontmoeten. 
Dit moet wel geheim blijven voor de vrouw van meneer W.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vragen bij casusopdracht
Wat is het morele dilemma?
Wie zijn de betrokkenen?
Voor wie is het een dilemma?
Is hier sprake van hard of zacht paternalisme?
Hoe zou Bentham dit dilemma benaderen?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

relatie beroepsbeeld
 
Zo lang mogelijk thuis wonen
Een cliënt die een gevaar is voor zichzelf of de omgeving
dure medicatie of operatie
Wet langdurige zorg, Wet zorg en dwang


 

Slide 21 - Tekstslide

zo lang mogelijk thuis wonen
2. Moreel juist is datgene wat het goede (geluk) bevordert
3. Als het gevolg van de handelingen goed is, is ook de handeling zelf goed
4. Goed is datgene wat mensen gelukkig maakt
5. Zoveel mogelijk geluk voor zoveel mogelijk mensen
1 Vrijheid staat centraal.
Let op de weging. client gevaar voor zichzelf of de omgeving. 
Er is de zorgbehoefte bij naasten aan bescherming, ondersteuning, en permanent toezicht voor de persoon met dementie die dat niet meer voor zichzelf kan. Deze instellingen hebben onder de Wet langdurige zorg (Wlz) ook de plicht om permanent toezicht en 24 uur per dag zorg in de nabijheid te geven.
beroepscode, nut, maatregelen op verwachte gevolgen, 
Lesdoelen behaald?
De student kan:
  • aan het eind van de les uitleggen wat er de basisprincipes zijn van het Utilisme
  • benoemen wat het verschil is tussen Bentham en Mill
  • een voorbeeld geven hoe je utilisme toepast in de beroepspraktijk

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende keer
workshop 4
Medische ethiek 


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bronnen
www.ethiekindezorgsector.nl
www.ensie.nl
www.knmg.nl
www.zorgethiek.nu 
www.zorgvoorbeter.nl


Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies