Je leest een krantenartikel en beantwoordt de vragen.
De antwoorden vergelijken we met elkaar.
We bespreken wat je geleerd hebt van deze les.
Slide 4 - Tekstslide
Lees de tekst globaal.
Slide 5 - Tekstslide
Wat is het onderwerp van deze tekst?
Slide 6 - Open vraag
Geef aan wat de deelonderwerpen in deze tekst zijn.
Slide 7 - Woordweb
Hoe trekt de schrijver de aandacht in de inleiding van de tekst?
A
Door een anekdote te vertellen.
B
Door de opbouw van de tekst te beschrijven.
C
Door de aanleiding van het schrijven te noemen.
D
Door een korte samenvatting te geven.
Slide 8 - Quizvraag
Zoek in de kern van de tekst naar een opsommend, chronologisch, tegenstellend of toelichtend verband. Citeer deze zin (schrijf de eerste twee en laatste twee woorden van de zin op). Noem ook het signaalwoord dat bij dit tekstverband past.
Slide 9 - Open vraag
Welke tekststructuur heeft deze tekst? Verklaar met behulp van de inhoud van inleiding-kern-slot.aspectenstructuur, probleem-oplossingsstructuur, voor- en nadelenstructuur, vraag/antwoordstructuur, argumentatiestructuur, probleem/oplossingsstructuur, verklaringsstructuur
Slide 10 - Woordweb
Wat heeft deze les je opgeleverd?
A
Veel nieuws geleerd.
B
De theorie kende ik al, maar ik kan het nu beter toepassen.
C
Ik heb goed geoefend, maar vind het nog steeds moeilijk.