Het hoofd van een woordgroep is zelfstandig naamwoord en zelfstandig werkwoord.
Een modificeerder is een bijvoeglijk naamwoord of een bijwoord.
Slide 3 - Tekstslide
Hoofd en modificeerder
Woordgroep: De lachende man
Hoofd: man
Modificeerder: lachende
Slide 4 - Tekstslide
Verschil in modificeerders
De lachende kinderen & De hond blaft gemeen.
lachende zegt iets over kinderen.
gemeen zegt iets over blaffen.
Je ziet dat modificeerders zowel bij zelfstandig naamwoorden toegepast kunnen worden, als ook bij een zelfstandig werkwoord.
Slide 5 - Tekstslide
Wat is het hoofd van de woordgroep: zijn spelende kinderen
A
spelende
B
zijn
C
kinderen
D
zijn spelende
Slide 6 - Quizvraag
Wat is de modificeerder in de zin: De man lachte hard.
A
De man
B
hard
C
lachende
D
lachte hard
Slide 7 - Quizvraag
Die enthousiast blaffende, langharig hond rent zo hard dat zijn oude baasje tegen het pas geverfde tuinhekje valt.
Schrijf de samengestelde zin om naar enkelvoudige zinnen.
Benoem het predikaat van de omgezette enkelvoudige zinnen.
Benoem de valentie en vorm.
Benoem van de woordgroepen het hoofd en modificeerder(s); in deze zin zijn het modificeerders van zowel van de zelfstandig naamwoorden als van de predikaten.