müssen sollen TVR

Modalverben müssen en sollen
Jullie hebben verschillende Modalverben geleerd, waaronder müssen. 
Vandaag leg ik jullie uit dat je het NL woord moeten, zowel met müssen als met sollen kan vertalen en wat het verschil ertussen is. 
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Modalverben müssen en sollen
Jullie hebben verschillende Modalverben geleerd, waaronder müssen. 
Vandaag leg ik jullie uit dat je het NL woord moeten, zowel met müssen als met sollen kan vertalen en wat het verschil ertussen is. 

Slide 1 - Tekstslide




Je gaat eerst kijken naar een filmpje zodat je  weet hoe het zit met de werkwoorden müssen en sollen... 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

müssen of sollen
Je krijgt nu een aantal situaties  te zien waarin jij moet kiezen of je de vorm van müssen of de vorm van sollen moet gebruiken.
Schrijf de vorm over van het werkwoord dat jij denkt te moeten gebruiken in de desbetreffende situatie.....

Slide 4 - Tekstslide

"Ihr müsst/ sollt jetzt Aufgabe 10 machen", sagt Frau Kuiper.
A
müsst
B
sollt

Slide 5 - Quizvraag

Bei der Ampel musst/ sollst du anhalten.
A
musst
B
sollst

Slide 6 - Quizvraag

Ich weiß nicht was ich jetzt machen soll/ muss.
A
soll
B
muss

Slide 7 - Quizvraag

Ich weiß nicht was ich jetzt machen soll/ muss.
A
soll
B
muss

Slide 8 - Quizvraag

Wo sind die Toiletten?
Ich muss/ soll mal.
A
muss
B
soll

Slide 9 - Quizvraag

Der Arzt hat gesagt, dass Julian mehr Früchte essen ... ...
A
muss
B
soll

Slide 10 - Quizvraag

Weet je nu het verschil tussen müssen en sollen?


Slide 11 - Tekstslide

Jetzt an die Arbeit! 
177Hausaufgaben Kapitel 10:

Machen: 11-12-13-14
Lernen: müssen /sollen
               blz 177


Slide 12 - Tekstslide