4HA 10 januari

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Goedemorgen 4HA

Eerst dictee dan de rest

1. Startklaar

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.

Zin 1

Factchecking biedt ook inzicht in wat voor een nepnieuws er in de samenleving circuleert.

Zin 2

Trump legt Denemarken zeer hoge heffingen op als het weigert Groenland te verkopen. 

Agenda

• Dictee
• 2de uur
• Korte verhalen i.p.v. boek 
• Mededeling
• Antwoorden tekst gisteren
• Argumentatiestructuren

                                                                   Herkansing: zelfde boek!

Tekst en vragen gisteren

11. Waar?

12. r 40-41: (want) Erfbelasting verkleint de alsmaar groter wordende kloof tussen rijk en arm.

13. lijkenpikkers, aasgieren, graai in de kas (framing!) 

14. Geluk dat je uit een familie komt met geld.

15. Betoog(je)

16. A  17. nieuw argument (geen negatieve gevolgen)

Tegenargument & weerlegging

Tegenargument is tegen standpunt

Weerlegging is tegen het argument

 

Standpunt: Elektrische auto's zijn de toekomst van duurzaam vervoer.

Argument: Ze stoten geen CO₂ uit tijdens het rijden, wat helpt tegen klimaatverandering.

Tegenargument: De productie van batterijen veroorzaakt veel milieuvervuiling.

Weerlegging: Batterijen worden steeds efficiënter en de totale uitstoot is lager dan die van fossiele brandstoffen.

Argumentatiestructuren

3 soorten:

Enkelvoudig

Nevenschikkend

Onderschikkend

Enkelvoudige argumentatie

Ik heb hem niet vermoord, want ik zat op dat moment in de gevangenis.

Nevenschikkende argumentatie

Ik heb hem niet vermoord, want 

ik kende hem nauwelijks, 

had niets van hem nodig en 

geen ruzie met hem.

Afhankelijke nevenschikking & onafhankelijke nevenschikking

Onderschikkende argumentatie

De spelling moet worden vereenvoudigd

De meeste Nederlanders blijven fouten maken

Kijk maar naar spelfouten in kranten en tijdschriften

Aan de slag

Maak vraag 3,4,5 en 6 op blz. 98

Vraag 6

a) Het is belangrijk dat de Kijkwijzer verplicht is, want 

niet alle films zijn geschikt voor kinderen, omdat

kinderen het onderscheid tussen echt en fictie nog niet kunnen maken.

b) Ik heb echt niks met haar

ik val op grappige, kleine vrouwen & zij is groot en bloedserieus

c) Het is onmogelijk dat je mij in het TSH hebt gezien:

ik ben sinds vorig jaar vegetariër & ik was op vakantie in Italië 

d) Ik ga niet op kanopolo, want

mijn zus zit daarbij & ik wil niet bij dezelfde vereniging als mijn zus.

e) Honden zijn leuker dan katten, want honden lijken in hun gedrag net mensen.

Periode 2 = argumenteren

Argumentatie en literatuur  (schriftelijk/telt 2x mee)

• Argumentatie : H 19, 20, 21, 22

                         • Literatuur (korte verhalen): H 1, 2, 3, 11, 12, 13, 14

-

            Gespreks- en debatvaardigheden (mondeling/telt 1x mee)(debatinstituut): debat 

Overtuigen

Standpunt, argumenten, betoog, tegenargument, weerlegging, oplossen, beslechten

Ik kan feitelijke en waarderende uitspraken herkennen

                   v                            v

           controleren           wat je vindt

6. Feitelijk/waarderend

Feitelijk: De Rijn is de langste rivier van Europa, Het eten van groente en fruit vermindert de kans op kanker, Jongens lopen (gemiddeld) harder dan meisjes, Vliegvakanties zijn schadelijker voor een duurzame wereld dan eten van vlees, Voedingssupplementen verhogen de weerstand.

Waarderend: Bij een lekkere gegrilde vis hoort een witte wijn, Meedoen is belangrijker dan winnen.

Betoog

Argumentatie

JdW-kijkwijzer

Lesopbouw:

1. VOORAF: Startklaar, Voorkennis activeren, Formatief Handelen
2. INSTRUCTIE: Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden, Formatief Handelen
3. TOEPASSING: Actieve verwerking, Formatief handelen 
4. EVALUATIE: Afsluiting

Controlevragen

1. a.
2. b.
3. c.
4. d.

7. Formatief handelen

De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.

    Begrippen uit deze les

Exit ticket;