4HA 6 december

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Goedemorgen 4HA

Eerst dictee dan pas alles over de toets

1. Startklaar

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.

Zin 1

De bonus van 60, 5 miljoen voor de Braziliaanse topman leidt tot verontwaardiging van de aandeelhouders.

Zin 2

De social media biedt ook tegengif voor een alternatief naar hyperconsumptie, namelijk de breifluencers.

Agenda

• Dictee
• Toets deel 2 doornemen
• P2: Argumenteren

Regels vooraf!

1. Niet roepen over individuele vragen!!!

2. Toch een vraag, plak een post-it op je toets. Ik check daarna de HELE toets. 

3. Aantekeningen/onderstrepen op je toets

s=spelling, f=formulering

4. Alleen vragen bij deel 1&3

Vraag 11, 12, 13,14 framing

11. Wat is framing? b. Waarom is plofkip vb van framing?

12. Plofkip neologisme?

13. woord of woordgroepen die framen: extreem doorgefokt, kippenleed, leedvlees, vleeshomp, minder dan één A4tje leefruimte

14. Bron geloofwaardig, nauwkeurig, neutraal, onderbouwd?

15, 16, 17, 18, 19 Mi have a droom

15. Verwijzing Martin Luther King

16. Rotterdam 2059 ?    toekomst en Rotterdam ...maak eens een zin

17. Retorische vraag?

18. Voorbeelden repetitio/ herhaling

19. zuig maar/praat maar/doet maar

Toetsen inleveren

Periode 2

DENK AAN JE OEFENBOEK

Geen oefenboek, geen oefening, vervelen, klieren, gedoe

Periode 2 = argumenteren

Toetsen

- Argumentatie en literatuur: PTO2 telt 2x mee;

- Gespreks- en debatvaardigheden (debatinstituut): debat telt 1x mee.

Hoe krijg ik mijn zin? 

Overtuigen

Standpunt, argumenten, betoog, tegenargument, weerlegging, oplossen, beslechten

Ik kan feitelijke en waarderende uitspraken herkennen

                   v                            v

           controleren           wat je vindt

Opdracht Kern

Maak: blz. 94/95 opdracht 5, 6, 7

Overleggen mag maar in eigen schrift noteren

Opdrachten blz. 94/95

Standpunt

a. Het gaat straks regenen, ik zou maar een paraplu meenemen.

Neem een paraplu mee want/omdat > reden/argument: het gaat straks regenen.

b. Gisteren lukte het ook al niet: stop er maar mee!

c. Drugs moeten gelegaliseerd worden (want) dan daalt de criminaliteit.

Standpunt 

d. Het zou zonde zijn van die miljoenen. Laten we daarom doorgaan met de bouw.

e. Snelle e-bikes zijn vaker betrokken bij ongelukken: mij zul je niet op zo'n ding zien.

f. Dat de maximumsnelheid is verlaagd is goed: het is beter voor de veiligheid, beter voor milieu en maakt voor de reistijd niets uit.

6. Feitelijk/waarderend

Feitelijk: De Rijn is de langste rivier van Europa, Het eten van groente en fruit vermindert de kans op kanker, Jongens lopen (gemiddeld) harder dan meisjes, Vliegvakanties zijn schadelijker voor een duurzame wereld dan eten van vlees, Voedingssupplementen verhogen de weerstand.

Waarderend: Bij een lekkere gegrilde vis hoort een witte wijn, Meedoen is belangrijker dan winnen.

Beslechten <> Oplossen

Betoog

Argumentatie

Afsluiting

8. Afsluiting

De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner. 

JdW-kijkwijzer

Lesopbouw:

1. VOORAF: Startklaar, Voorkennis activeren, Formatief Handelen
2. INSTRUCTIE: Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden, Formatief Handelen
3. TOEPASSING: Actieve verwerking, Formatief handelen 
4. EVALUATIE: Afsluiting

Controlevragen

1. a.
2. b.
3. c.
4. d.

7. Formatief handelen

De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.

    Begrippen uit deze les

Exit ticket;