9.3 eiwitsynthese

Thema 9 DNA
basisstof 3 Eiwitsynthese
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Thema 9 DNA
basisstof 3 Eiwitsynthese

Slide 1 - Tekstslide

9.3 Eiwitsynthese
Pak je schrift en beantwoord de volgende vragen:
  1. Uit welke "letters" bestaat het DNA?
  2. Als de ene streng A-C-C-G-T is, wat is dan de volgorde van de andere streng?
  3. Uit welke bouwstenen bestaan eiwitten?

Slide 2 - Tekstslide

LEERDOELEN
9.3
* je kent de bouw en functie van RNA
* je kunt beschrijven hoe eiwitsynthese plaatsvindt



Slide 3 - Tekstslide

RNA
Leerdoel: je kent de bouw en functie van RNA

Bekijk in je Binas 71C. Wat zijn de 3 grootste verschillen tussen de bouw van DNA en RNA?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

Slide 6 - Video

Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen DNA en RNA?

Slide 7 - Open vraag

Eiwitsynthese
Eiwitsynthese = het maken van eiwitten.
Hiervoor zijn meerdere soorten moleculen nodig:
- DNA code
- mRNA
- losse aminozuren
- ribosomen

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

mRNA
Enkelstrengs stukje RNA wat als boodschapper (=messenger) de celkern kan verlaten. 

De volgorde van de letters (C/G/A/U) wordt bepaald door de volgorde van de letters op het DNA:
als DNA ACTG
dan RNA: UGAC

Slide 13 - Tekstslide

mRNA naar eiwit
mRNA wordt vertaald naar eiwit:
- Je gaat eerst op zoek naar het startsignaal AUG
- Vanaf daar deel je de lettercode in groepjes van 3 (=codon). 
- Je vertaalt steeds een groepje van drie letters naar een aminozuur (schrijf de drieletterige afkorting of de eenletterige afkorting van het aminozuur op).
- Ga door tot je het stopsignaal tegenkomt --> UAA/ UAG/ UGA

BINAS 71G

Slide 14 - Tekstslide

Pak BINAS: voor welk aminozuur bevat het codon ACG de code?
A
serine
B
cysteïne
C
tryptofaan
D
threonine

Slide 15 - Quizvraag

Goed geoefend met de genetische code?

In het volgende filmpje zie je dat het tempo van de translatie in jouw cellen een stuk hoger ligt...

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Gebruik BINAS:
Het startcodon op het mRNA is:
A
AUU
B
TAC
C
AUC
D
AUG

Slide 18 - Quizvraag

Gebruik BINAS: voor welk aminozuur codeert het startcodon (AUG)?
A
Methionine (Met)
B
Serine (Ser)
C
Glutamine (Gln)
D
Voor geen aminozuur

Slide 19 - Quizvraag

Langs een van de nucleotideketens van een DNA-molecuul wordt een RNA-molecuul gevormd. Deze keten heeft de nucleotidesequentie CGGATACGGTTA.
Wat is de sequentie van nucleotiden in het RNA-molecuul dat hierlangs wordt gesynthetiseerd?

Slide 20 - Open vraag

In de afbeelding worden gelijktijdig meerdere RNA-moleculen gevormd.
In welke richting wordt het DNA afgelezen: in de richting van A of in de richting van B? Leg je antwoord uit.

Slide 21 - Open vraag

Gebruik BINAS: wat is één van de RNA codes voor het stopcodon? En hoort daar ook een aminozuur bij?
A
UAA, daar hoort methionine bij
B
UAA, daar hoort geen aminozuur bij
C
AUG, daar hoort methionine bij
D
AUG, daar hoort geen aminozuur bij

Slide 22 - Quizvraag

Dit proces stopt bij een stopcodon
F
A
DNA replicatie
B
transcriptie
C
translatie

Slide 23 - Quizvraag

Ik heb de volgende leerdoelen begrepen:
- je kent de bouw en functie van RNA
- je kunt beschrijven hoe eiwitsynthese plaatsvindt
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

EXTRA OEFENING (voor wie wil)


Welke aminozuren worden gecodeerd door dit stuk RNA?

RNA:
AUGACGGCCCAGAGGAUAA


Slide 25 - Tekstslide

Welke aminozuren worden gecodeerd door dit stuk DNA?
DNA:
TACAACGGACCAGATTTTATT
1) Noteer de code van het mRNA
2) Zoek op in het schema van de genetische code op welke aminozuren worden ingebouwd in het eiwit?

Slide 26 - Tekstslide

Welke aminozuren worden gecodeerd door dit stuk DNA?
DNA:
TAC-AAC-GGA-CCA-GAT-TTT-ATT

code van het mRNA:
AUG-UUG-CCU-GGU-CUA-AAA-UAA

Aminozuren:
Met-Leu-Pro-Gly-Leu-Lys(-Stop)
of:
M - L - P - G - L - K (- stop)


Slide 27 - Tekstslide