9.3 eiwitsynthese

Thema 9 DNA
basisstof 3 Eiwitsynthese
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Thema 9 DNA
basisstof 3 Eiwitsynthese

Slide 1 - Tekstslide

9.3 Eiwitsynthese
Pak je schrift en beantwoord de volgende vragen:
  1. Uit welke "letters" bestaat het DNA?
  2. Als de ene streng A-C-C-G-T is, wat is dan de volgorde van de andere streng?
  3. Uit welke bouwstenen bestaan eiwitten?

Slide 2 - Tekstslide

LEERDOELEN
9.3
* je kent de bouw en functie van RNA
* je kunt beschrijven hoe eiwitsynthese plaatsvindt



Slide 3 - Tekstslide

RNA
Leerdoel: je kent de bouw en functie van RNA

Bekijk in je Binas 71C. Wat zijn de 3 grootste verschillen tussen de bouw van DNA en RNA?

Slide 4 - Tekstslide

nucleotide DNA vs nucleotide RNA
RNA
1. fosfaat
2. ribose (suiker)
3. stikstofbase (uracil)
DNA 
1. fosfaat
2. desoxyribose (suiker)
3. stikstofbase (thymine)

Slide 5 - Tekstslide

DNA vs RNA
lange keten vs kort keten

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Slide 8 - Video

Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen DNA en RNA?

Slide 9 - Open vraag

Eiwitsynthese
Eiwitsynthese = het maken van eiwitten.
Hiervoor zijn meerdere soorten moleculen nodig:
- DNA code
- mRNA
- losse aminozuren
- ribosomen

Slide 10 - Tekstslide

Van eiwitsynthese


tot secretie

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Slide 13 - Video

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

mRNA
Enkelstrengs stukje RNA wat als boodschapper (=messenger) de celkern kan verlaten. 

De volgorde van de letters (C/G/A/U) wordt bepaald door de volgorde van de letters op het DNA:
als DNA ACTG --> dan RNA: UGAC
codon= drie opeenvogende nucleotide

Slide 16 - Tekstslide

mRNA naar eiwit
mRNA wordt vertaald naar eiwit:
- Je gaat eerst op zoek naar het startsignaal AUG
- Vanaf daar deel je de lettercode in groepjes van 3 (=codon). 
- Je vertaalt steeds een groepje van drie letters naar een aminozuur (schrijf de drieletterige afkorting of de eenletterige afkorting van het aminozuur op).
- Ga door tot je het stopsignaal tegenkomt --> UAA/ UAG/ UGA

BINAS 71G

Slide 17 - Tekstslide

Van DNA naar eiwit

Slide 18 - Tekstslide

Binas 71G

Slide 19 - Tekstslide

Pak BINAS: voor welk aminozuur bevat het codon ACG de code?
A
serine
B
cysteïne
C
tryptofaan
D
threonine

Slide 20 - Quizvraag

Welk woord staat hier?
AUG GGU GAA AAU GAA ACU AUU UGU GCU UAA
Schrijf het aminozuur en de letter van het aminozuur, welk woord krijg je dan?

Slide 21 - Tekstslide

Goed geoefend met de genetische code?

In het volgende filmpje zie je dat het tempo van de translatie in jouw cellen een stuk hoger ligt...

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Gebruik BINAS:
Het startcodon op het mRNA is:
A
AUU
B
TAC
C
AUC
D
AUG

Slide 24 - Quizvraag

Gebruik BINAS: voor welk aminozuur codeert het startcodon (AUG)?
A
Methionine (Met)
B
Serine (Ser)
C
Glutamine (Gln)
D
Voor geen aminozuur

Slide 25 - Quizvraag

Langs een van de nucleotideketens van een DNA-molecuul wordt een RNA-molecuul gevormd. Deze keten heeft de nucleotidesequentie CGGATACGGTTA.
Wat is de sequentie van nucleotiden in het RNA-molecuul dat hierlangs wordt gesynthetiseerd?

Slide 26 - Open vraag

In de afbeelding worden gelijktijdig meerdere RNA-moleculen gevormd.
In welke richting wordt het DNA afgelezen: in de richting van A of in de richting van B? Leg je antwoord uit.

Slide 27 - Open vraag

Gebruik BINAS: wat is één van de RNA codes voor het stopcodon? En hoort daar ook een aminozuur bij?
A
UAA, daar hoort methionine bij
B
UAA, daar hoort geen aminozuur bij
C
AUG, daar hoort methionine bij
D
AUG, daar hoort geen aminozuur bij

Slide 28 - Quizvraag

Dit proces stopt bij een stopcodon
F
A
DNA replicatie
B
transcriptie
C
translatie

Slide 29 - Quizvraag

Ik heb de volgende leerdoelen begrepen:
- je kent de bouw en functie van RNA
- je kunt beschrijven hoe eiwitsynthese plaatsvindt
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll

EXTRA OEFENING (voor wie wil)


Welke aminozuren worden gecodeerd door dit stuk RNA?

RNA:
AUGACGGCCCAGAGGAUAA


Slide 31 - Tekstslide

Welke aminozuren worden gecodeerd door dit stuk DNA?
DNA:
TACAACGGACCAGATTTTATT
1) Noteer de code van het mRNA
2) Zoek op in het schema van de genetische code op welke aminozuren worden ingebouwd in het eiwit?

Slide 32 - Tekstslide

Welke aminozuren worden gecodeerd door dit stuk DNA?
DNA:
TAC-AAC-GGA-CCA-GAT-TTT-ATT

code van het mRNA:
AUG-UUG-CCU-GGU-CUA-AAA-UAA

Aminozuren:
Met-Leu-Pro-Gly-Leu-Lys(-Stop)
of:
M - L - P - G - L - K (- stop)


Slide 33 - Tekstslide