2 Voor elkaar - Grammatica 2.7 - deel 1 (wwgez)

Nederlands
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Oefenen met het woordenboek

Slide 2 - Tekstslide

ophef
overdreven aandacht
opgewonden drukte
consternatie
opschudding

Slide 3 - Tekstslide

gletsjer
langzaam afdalend ijsveld

Slide 4 - Tekstslide

pest
besmettelijke ziekte

Slide 5 - Tekstslide

scenario
beschrijving van wat toeschouwer te zien krijgt bij toneel/film
schets van toekomstige gebeurtenissen

Slide 6 - Tekstslide

telepathie
overbrengen van gedachten/gevoelens op afstand
zonder waarneembare middelen

Slide 7 - Tekstslide

radar
systeem of toestel waarmee de aanwezigheid van iets of iemand wordt aangetoond door radiogolven

Slide 8 - Tekstslide

strategie
wetenschap, kennis van het oorlog voeren
plan van handelen

Slide 9 - Tekstslide

Grammatica

Slide 10 - Tekstslide

Werkwoorden
  • Schrijf zoveel mogelijk werkwoorden op het wisbordje
  • Werk in tweetallen
  • Je hebt 1 minuut de tijd 
timer
1:00

Slide 11 - Tekstslide

Werkwoorden
  • Kies de 5 mooiste, beste, leukste werkwoorden
  • Schrijf ze allemaal op een apart blaadje
  • Hang ze op het werkwoordenbord!  
timer
1:30

Slide 12 - Tekstslide

Doel van de les

Ik kan het werkwoordelijk gezegde in de zin vinden.

Slide 13 - Tekstslide

Werkwoordelijk gezegde
Het vertelt wat er gebeurt of wat er gedaan wordt.

Het zijn alle werkwoorden in de zin, dus ook de persoonsvorm (pv)

Afkorting: wg

Slide 14 - Tekstslide

Werkwoordelijk gezegde
Hij kan niet meer naar beneden klimmen.

Ze gaat morgen fietsen met haar moeder.

Ik wil niet naar school.


Slide 15 - Tekstslide

Werkwoordelijk gezegde
1. Zoek de persoonsvorm (en onderstreep hem).
    Zet er wg boven.
2. Zoek de andere werkwoorden (en onderstreep ze).
    Zet er wg boven.
     
                 wg                                    wg
Morgen ga ik een hele dag fietsen.
timer
3:00

Slide 16 - Tekstslide

Nakijken

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht
Schrijf het werkwoordelijk gezegde op.

Slide 20 - Tekstslide

Ga jij morgen zelf koken?

Slide 21 - Open vraag

Hij haalt een patatje bij de snackbar.

Slide 22 - Open vraag

Geef jij de trui aan mijn moeder?

Slide 23 - Open vraag

Ik heb jou een kaart gestuurd.

Slide 24 - Open vraag

Aan het werk
Maken:
Opdracht 6 en 7 (bladzijde 111)

Klaar?
Computer 2.7 Grammatica
Opdracht 1 t/m 5 maken
timer
5:00

Slide 25 - Tekstslide

Nakijken

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Evalueren

Ik kan het werkwoordelijk gezegde in de zin vinden.

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Afsluiting

Slide 34 - Tekstslide