les 3 en 4

Les 3 en 4
In deze les gaan we.....
 (kies 1 werkwoord)
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Les 3 en 4
In deze les gaan we.....
 (kies 1 werkwoord)

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

infinitief
Een infinitief wil zeggen zonder einde, zonder finish.
Dit werkwoord geeft niet de tijd aan in de zin; dit werkwoord is tijdloos. Ofwel: onbepaalde tijd

Slide 3 - Tekstslide

infinitief
Het kind zit te kleuren
Het kind zat te kleuren
De kinderen zitten te kleuren

Slide 4 - Tekstslide

infinitief
Hij staat te kijken
Hij stond te kijken
Ze hebben staan kijken

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

infinitief
denken.
De kinderen zitten te ................
De professor zit te .....................

rusten
De zieken .............................
Ik ben moe en ga..................................

Slide 7 - Tekstslide

Infinitief of voltooid deelwoord?

gebukt
A
infinitief
B
voltooid deelwoord

Slide 8 - Quizvraag

Infinitief of voltooid deelwoord?

twijfelen
A
infinitief
B
voltooid deelwoord

Slide 9 - Quizvraag

Infinitief of voltooid deelwoord?

gereden
A
infinitief
B
voltooid deelwoord

Slide 10 - Quizvraag

Infinitief of voltooid deelwoord?

verzachten
A
infinitief
B
voltooid deelwoord

Slide 11 - Quizvraag

Infinitief of voltooid deelwoord?

verzachten
A
infinitief
B
voltooid deelwoord

Slide 12 - Quizvraag

Infinitief of voltooid deelwoord?

passen
A
infinitief
B
voltooid deelwoord

Slide 13 - Quizvraag

Wat voor soort werkwoord is:
SNAPPEN
A
infinitief
B
voltooid deelwoord

Slide 14 - Quizvraag

Wat voor soort werkwoord is:
LOPEN
A
infinitief
B
voltooid deelwoord

Slide 15 - Quizvraag

Wat voor soort werkwoord is:
GEGETEN
A
infinitief
B
voltooid deelwoord

Slide 16 - Quizvraag

Een infinitief is nooit de persoonsvorm.
A
Juist
B
Niet juist

Slide 17 - Quizvraag

Wat voor soort werkwoord is:
GEWANDELD
A
infinitief
B
voltooid deelwoord

Slide 18 - Quizvraag

Hij heeft geprobeerd op tijd in het lokaal te zijn. In deze zin staan:
A
een voltooid dw
B
een hulpww en infinitief
C
een voltooid dw en een infinitief
D
een hulpww, vdw en infinitief

Slide 19 - Quizvraag

Welk werkwoord van de deze zin is een infinitief. - Zonder onze fietsen kunnen we niet school.
A
fietsen
B
Er is geen infinitief.
C
kunnen

Slide 20 - Quizvraag

Wat is het infinitief van de deze zin? - De gebraden kippen zijn erg lekker geworden.
A
gebraden
B
Er is geen infinitief.
C
zijn

Slide 21 - Quizvraag

Hoe kun je de infinitief ook wel noemen?
A
appel methode
B
pvtt
C
hele werkwoord
D
woordenboekvorm

Slide 22 - Quizvraag

Aan de slag


Verwerken spelling Thema 4
Week 1 les 3 en 4



timer
1:00

Slide 23 - Tekstslide