4h_Week 15_H4.2&H4.3
1 / 23
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Zou je het nu zelf kunnen?
1) Ik kan de oplosvergelijking van een zout opstellen.
2) Ik kan de indampvergelijking van een zout opstellen.
1) Ik kan de oplosvergelijking van een zout opstellen.
2) Ik kan de indampvergelijking van een zout opstellen.
A
B
C
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Kan je de succesfactor afvinken?
1) Ik kan de oplosvergelijking van een zout opstellen.
2) Ik kan de indampvergelijking van een zout opstellen.
1) Ik kan de oplosvergelijking van een zout opstellen.
2) Ik kan de indampvergelijking van een zout opstellen.
A
B
C
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Zou je het nu zelf kunnen?
3) Ik kan op basis van lading uitleggen hoe een water molecuul gericht is richting het ion.
4) Ik kan een voorspelling doen over de oplosbaarheid van een zout op basis van BINAS tabel 45A.
5) Ik ken de triviale namen van tenminste 4 bijzondere zouten.
3) Ik kan op basis van lading uitleggen hoe een water molecuul gericht is richting het ion.
4) Ik kan een voorspelling doen over de oplosbaarheid van een zout op basis van BINAS tabel 45A.
5) Ik ken de triviale namen van tenminste 4 bijzondere zouten.
A
B
C
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Kan je de succesfactor afvinken?
3) Ik kan op basis van lading uitleggen hoe een water molecuul gericht is richting het ion.
4) Ik kan een voorspelling doen over de oplosbaarheid van een zout op basis van BINAS tabel 45A.
5) Ik ken de triviale namen van tenminste 4 bijzondere zouten.
3) Ik kan op basis van lading uitleggen hoe een water molecuul gericht is richting het ion.
4) Ik kan een voorspelling doen over de oplosbaarheid van een zout op basis van BINAS tabel 45A.
5) Ik ken de triviale namen van tenminste 4 bijzondere zouten.
A
B
C
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Zou je het nu zelf kunnen?
6) Ik kan de oplosvergelijking geven van zouthydraten.
7) Ik noteer de formule van een zouthydraat op de correcte wijze.
6) Ik kan de oplosvergelijking geven van zouthydraten.
7) Ik noteer de formule van een zouthydraat op de correcte wijze.
A
B
C
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Kan je de succesfactor afvinken?
6) Ik kan de oplosvergelijking geven van zouthydraten.
7) Ik noteer de formule van een zouthydraat op de correcte wijze.
6) Ik kan de oplosvergelijking geven van zouthydraten.
7) Ik noteer de formule van een zouthydraat op de correcte wijze.
A
B
C
