Les 10

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 1

Didactiek

Welke 3 elementen heten samen 'de opstelling'?

1. Tijd , materiaal en lesgever
2. Materiaal, sb deelnemers en tijd
3. Sb-deelnemers, lesgever en tijd
4. Lesgever, materiaal en sb-deelnemers

Een open planning zie je vaak bij,

1. de wedstrijdsport
2. de recreatiesport
3. theorielessen
4. topsport

Wat zijn de functies van een goede planning?

1. Steunfunctie, verantwoordingsfunctie, afstemmingsfunctie
2. Verantwoordingsfunctie, vernieuwingsfunctie, afstemmingsfunctie
3. Afstemmingsfunctie, steunfunctie, inhoudsfunctie
4. steunfunctie, vernieuwingsfunctie, inhoudsfunctie

Een lessenreeks van 4 lessen volleybalaanval achter elkaar noem je een

1. Een themaplan
2. Een themavak
3. Een themaserie
4. Een themareeks

Wat is het verschil tussen een lesintroductie en een lesinleiding?

Waar denk je aan bij het hoofdstuk organisatie?

Waar denk je aan bij het hoofdstuk planning en lesopbouw?

Waar denk je aan bij het hoofdstuk bewegingsvormen?

Bewegingsvormen

Die activiteiten die de lesgever de sporters laat uitvoeren om de geplande doelstelling(en) te halen

Wat zijn de functies van bewegingsvormen?

• Bewegingsvormen gericht op ontspanning en recreatie
  
• Bewegingsvormen gericht op maatschappelijke activering
• Bewegingsvormen gericht op sporttechniek en sporttactiek
• Bewegingsvormen gericht op stimulering van bewegingsvaardigheden 

Geef een voorbeeld van bewegingsvormen gericht op ontspanning en recreatie

Geef een voorbeeld van bewegingsvormen gericht op sporttechniek en sporttactiek

Wat zijn de functies van bewegingsvormen?

• Bewegingsvormen gericht op ontspanning en recreatie
  Inspelen en daarna een wedstrijd spelen
• Bewegingsvormen gericht op maatschappelijke activering
  Spelinstuif voor kinderen
• Bewegingsvormen gericht op sporttechniek en sporttactiek
  Aanleren van een techniek of tactiek
• Bewegingsvormen gericht op stimulering van bewegingsvaardigheden 
  Sporten voor mensen met een beperking

Plaats in het didactisch model

Didactisch model

• Aansluiten bij de beginsituatie

Zijn de bewegingsvormen mogelijk voor: De groep, individu, de lesgever, de randvoorwaarden

• Bijdragen aan het halen van je doel

Ze moeten niet alleen leuk zijn, maar leren ze er ook van?

• Gebaseerd zijn op evaluatie

Afhankelijk van de evaluatie pas je je bewegingsvorm voor de volgende les aan.

Eisen waaraan een bewegingsvorm  moet voldoen

• Veilig zijn
  
•  Betekenisvol
  
• Voldoende belevingswaarde en afwisseling
  
• Intensief
• Differentiatie
• Methodisch goed opgebouwd

Maken opdracht 1 t/m 6