2H Spelling-03.06.2021

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?

Theorie van spelling voor de toets van volgende week (10 juni), dus: FOCUS!
1. aan elkaar of los schrijven? (theorie, oefenen, dictee, LB) (30')
2. koppelteken (theorie, oefenen, dictee, LB) (30')
3. KAHOOT! (10')

Morgen: leesvaardigheid en oefentoets spelling!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
Let op: 10 juni toets spelling

  • Ik weet of ik deze woorden los of aan elkaar moet schrijven: samenstellingen, getallen, combi korte woorden, tekort/te kort  of teveel/ te veel, voorzetselwoorden
  • Ik weet wanneer ik een koppelteken moet gebruiken                  

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

een samenstelling

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Samenstelling
sleutel+gat=sleutelgat
voor+deur=voordeur
boter+ham+zakje= boterhamzakje

= een woord dat uit 2 of 3 woorden 
bestaat
--> dit schrijf je altijd aan elkaar

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verzin een samenstelling!

Slide 6 - Tekstslide

evt weglaten (hangt af van voorkennis)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf in woorden:
3000

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf in woorden:
999

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar ligt mijn telefoon?
Hij ligt daarop de tafel.
A
goed
B
fout

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

"Leg de boodschappen maar hier op het aanrecht!"
A
goed
B
fout

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Bakkersbrood, rechtdoor, slasaus, twee miljard, tweeduizend, we hebben te veel eten, het eten is teveel, slootwater, vissoep, drie miljoen.

alles correct?
  • bakkersbrood
  • rechtdoor
  • slasaus
  • twee miljard
  • tweeduizend
  • We hebben te veel eten.
  • Er is een tekort aan drinkwater.
  • slootwater
  • vissoep
  • drie miljoen
  • Ik woon dichtbij.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen aan elkaar of los:


  • Learnbeat, module 7, periode 3, opdr. 1 t/m 4
  • Klaar: oefen verder met:
https://www.cambiumned.nl/theorie/spelling/spellingsregels/aan-elkaar-of-los/ 

timer
15:00

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

achtbaan: klinkerbotsing?
geachte: klinkerbotsing? (ja, maar geen samenstelling)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Mee-eter, kerstvakantie, ski-jas, na-apen, 18-jarige, tv-abonnement, Zuid-Holland, Noord-Kanaal, mevrouw Jansen-van Kempen, zo-even. 
GL: paas- en meivakantie, ik houd van appel- en kersentaart

alles correct?
  • mee-eter
  • kerstvakantie
  • na-apen
  • 18-jarige
  • tv-abonnement
  • Zuid-Holland
  • Noord-Kanaal
  • mevrouw Jansen-van Kempen
  • zo-even
  • paas- en meivakantie

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
15:00

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen behaald?
Hoe schrijf je ...
  1. ... samenstellingen
  2. ... getallen.
  3. ... combi korte woorden
  4. ... tekort/te kort  of teveel/ te veel
  5. ...voorzetselwoorden

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe schrijf je ...
  1. ... woorden met klinkerbotsing?
  2.  ... aardrijkskundige samenstellingen?
  3. ... dubbele achternamen?
  4. ... samenstellingen met een cijfer?
  5. ... woorden met een dubbel woorddeel?

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies