Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
10 dec.: oefenen Grammatica cursus 5 Woordsoorten 5.3 t/m 5.9
10 dec. - Vervolg Grammatica cursus 5 Woordsoorten 5.7 en 5.9
Mavo 2 periode 2
week 15 1e les (10 december)
1 / 53
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
In deze les zitten
53 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
10 dec. - Vervolg Grammatica cursus 5 Woordsoorten 5.7 en 5.9
Mavo 2 periode 2
week 15 1e les (10 december)
Slide 1 - Tekstslide
Welkom
plattegrond: Van mentor???
timer
5:00
Slide 2 - Tekstslide
Planning
Lezen: eigen leesboek!
Startopdracht
Quiz alle woordsoorten
~pauze~
Zelfstandig oefenen met woordsoorten: online 5 § 11
Afsluiting
timer
10:00
Slide 3 - Tekstslide
Startopdracht
Noem een woordsoort.
Je maatje geeft een voorbeeld.
Wissel daarna.
timer
5:00
Slide 4 - Tekstslide
Huiswerk check✓
Heb je alle woordsoorten geleerd van
het bewaarblad?
Morgen SO Woordsoorten!
Slide 5 - Tekstslide
QUIZ woordsoorten
timer
15:00
Slide 6 - Tekstslide
Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?
(Ik) geef de werkboeken bij mijn docent af.
A
zn
B
bn
C
pers.vnw.
D
vz
Slide 7 - Quizvraag
Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?
(Het) sneeuwt gelukkig niet meer.
A
zn
B
lw
C
pers.vnw.
D
vz
Slide 8 - Quizvraag
Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?
Met een (rode) pen kijk ik mijn werk na.
A
zn
B
lw
C
pers.vnw.
D
bn
Slide 9 - Quizvraag
Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?
Met een rode pen kijk ik mijn (werk) na.
A
zn
B
lw
C
pers.vnw.
D
bn
Slide 10 - Quizvraag
Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?
(Met) een rode pen kijk ik mijn werk na.
A
zn
B
lw
C
vz
D
bn
Slide 11 - Quizvraag
Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?
(Melissa) en Anna hebben het huiswerk in hun agenda geschreven.
A
zn
B
lw
C
vz
D
bn
Slide 12 - Quizvraag
Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?
Melissa en Anna hebben het huiswerk (in) hun agenda geschreven.
A
zn
B
lw
C
vz
D
bn
Slide 13 - Quizvraag
Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?
Melissa en Anna hebben het huiswerk in hun (agenda) geschreven.
A
zn
B
pers.vnw.
C
vz
D
bn
Slide 14 - Quizvraag
Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?
Ik wil graag (een) dag vrij na de vakantie.
A
vz
B
pers.vnw.
C
lw
D
bn
Slide 15 - Quizvraag
Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?
Ik wil graag een dag vrij (na) de vakantie.
A
vz
B
pers.vnw.
C
lw
D
bn
Slide 16 - Quizvraag
Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?
(Hij) wil graag een dag vrij na de vakantie.
A
vz
B
pers.vnw.
C
lw
D
bn
Slide 17 - Quizvraag
Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?
Wil (jij) de telefoon in je nieuwe tas doen?
A
vz
B
pers.vnw.
C
lw
D
zn
Slide 18 - Quizvraag
Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?
Wil jij (de) telefoon in je nieuwe tas doen?
A
vz
B
pers.vnw.
C
lw
D
zn
Slide 19 - Quizvraag
Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?
Wil jij de telefoon in je (nieuwe) tas doen?
A
bn
B
pers.vnw.
C
lw
D
zn
Slide 20 - Quizvraag
Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?
Iedereen wil graag (een) wereld vol vrede.
A
bn
B
pers.vnw.
C
lw
D
zn
Slide 21 - Quizvraag
Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?
Iedereen wil graag een (wereld) vol vrede.
A
bn
B
pers.vnw.
C
lw
D
zn
Slide 22 - Quizvraag
Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?
Iedereen wil graag een wereld vol (vrede).
A
bn
B
pers.vnw.
C
lw
D
zn
Slide 23 - Quizvraag
Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?
Hij pakt (mijn) tas af en geeft die aan Peter.
A
bn
B
pers.vnw.
C
lw
D
bezitt.vnw
Slide 24 - Quizvraag
Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?
Hij pakt mijn tas af en geeft (die) aan Peter.
A
bezitt.vn
B
pers.vnw.
C
lw
D
aanwijzend vnw
Slide 25 - Quizvraag
Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?
Van wie was (dat) idee?
A
bezitt.vn
B
aanwijzend vnw
C
lw
D
ww
Slide 26 - Quizvraag
Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?
Van (wie) was dat idee?
A
bezitt.vn
B
pers.vnw.
C
vragend vnw
D
zelfstandig nw
Slide 27 - Quizvraag
Nog vragen over woordsoorten ?
A
ja
B
nee
Slide 28 - Quizvraag
~pauze~
timer
5:00
Slide 29 - Tekstslide
Aan het werk
Vragen beantwoorden.
en/of
Maak online Cursus 5 § 11 WS Mixopdrachten
timer
15:00
Slide 30 - Tekstslide
Afsluiting
Check de doelen bij jezelf:
Ik weet wat woordsoorten zijn.
Ik ken het werkwoord, lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord en het voorzetsel.
Ik ken het voegwoord, persoonlijk voornaamwoord, bezittelijk voornaamwoord, aanwijzend voornaamwoord en het vragend voornaamwoord.
timer
5:00
Slide 31 - Tekstslide
Volgende les 11 december:
SO Woordsoorten
Huiswerk :
leren en oefenen voor SO Woordsoorten op 11 dec.
Slide 32 - Tekstslide
Om de beurt kom je naar voren.
We gaan 30 sec. spelen.
timer
0:30
Slide 33 - Tekstslide
30 seconds
aardbei
slager
zweefmolen
waterkraan
nijlpaard
timer
0:30
Slide 34 - Tekstslide
30 seconds
achtbaan
docent
zeepaardje
pollepel
banaan
timer
0:30
Slide 35 - Tekstslide
30 seconds
madeliefje
vliegtuig
schroevendraaier
brandweerman
kastanje
timer
0:30
Slide 36 - Tekstslide
30 seconds
strontvlieg
botsauto's
placemat
mango
achterdeur
timer
0:30
Slide 37 - Tekstslide
30 seconds
waterkraan
haarspeldje
zonnebloem
tulp
piloot
timer
0:30
Slide 38 - Tekstslide
30 seconds
koekenpan
metro
druiven
spookhuis
vermenigvuldigen
timer
0:30
Slide 39 - Tekstslide
30 seconds
croissant
struik
bestek
paraplu
walvis
timer
0:30
Slide 40 - Tekstslide
30 seconds
step
brillenkoker
KFC
lammetje
engel
timer
0:30
Slide 41 - Tekstslide
30 seconds
Australië
gitaar
deurmat
ananas
regenjas
timer
0:30
Slide 42 - Tekstslide
30 seconds
onweer
verkeersbord
gordijnen
mier
nachtmerrie
timer
0:30
Slide 43 - Tekstslide
30 seconds
thermosfles
rits
stoeptegel
narcis
vraagteken
timer
0:30
Slide 44 - Tekstslide
30 seconds
Texel
waterpas
broekriem
drumstel
varken
timer
0:30
Slide 45 - Tekstslide
30 seconds
schoorsteen
stewardess
sneeuwpop
paard
Rome
timer
0:30
Slide 46 - Tekstslide
30 seconds
viool
chocolade reep
Rembrandt van Rijn
korte broek
snijplank
timer
0:30
Slide 47 - Tekstslide
30 seconds
broodje knakworst
Nederland
balkon
bloemkool
hond
timer
0:30
Slide 48 - Tekstslide
30 seconds
trompet
boterham
elastiekje
Oostenrijk
hardlopen
timer
0:30
Slide 49 - Tekstslide
30 seconds
kussen
Picasso
microfoon
juf
appeltaart
timer
0:30
Slide 50 - Tekstslide
30 seconds
pizza margarita
tafelpoot
fietsbel
giraf
punaise
timer
0:30
Slide 51 - Tekstslide
30 seconds
Tafelkleed
telefoonhoesje
boom
beschuit
geschiedenis
timer
0:30
Slide 52 - Tekstslide
30 seconds
K3
Goede tijden slechte tijden
laptop
elastiek
leesboek
timer
0:30
Slide 53 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
2m woordsoorten
Mei 2022
- Les met
50 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
2m woordsoorten
Februari 2021
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
2m woordsoorten
Oktober 2023
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
26 nov.: start Grammatica cursus 5 Woordsoorten 5.3 en 5.5
Oktober 2024
- Les met
39 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Taalkundig ontleden - Professionele Taalvaardigheid 2
Maart 2022
- Les met
18 slides
Taal
HBO
Studiejaar 1
1TH Bez. VNW
Februari 2022
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Taalkundig ontleden - Professionele Taalvaardigheid 2
Maart 2023
- Les met
18 slides
Taal
HBO
Studiejaar 1
HVA2 Op niveau blok 2 opdr 8 t/m 13 (woordsoorten herhalen)
Augustus 2023
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2