2m woordsoorten

Welkom 2Mb!

Woordsoorten
lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, voorzetsel en persoonlijk voornaamwoord
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom 2Mb!

Woordsoorten
lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, voorzetsel en persoonlijk voornaamwoord

Slide 1 - Tekstslide

Lidwoord

de, het en een

het: als het hoort bij een zelfstandig naamwoord
Het regent al dagen.
Het grote ski-evenement werd afgelast.

een: als het uitgesproken wordt als 'un'
Vb. Een van de leerlingen kwam te laat.
       Ik heb een rondje gelopen. 

Slide 2 - Tekstslide

Zelfstandig naamwoord

Dit is een woord waar je (meestal) een lidwoord voor kunt zetten.

Vaak een dier, ding, plant of mens. 

Alle namen van mensen, merken, steden etc. zijn altijd zelfstandige naamwoorden.

Vb. de vrede
       een auto


Slide 3 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord. 

Vb.   De bewaarde toets
         Het donkere steegje

 

Slide 4 - Tekstslide

Voorzetsel

Een woord dat je op de puntjes kan zetten bij een van de twee zinnetjes die hieronder staan.

... het feest      of    ... de kast

Vb.   Tijdens het concert viel de stroom uit.
         Niemand had meer iets van hem gehoord tijdens de les. 

 

Slide 5 - Tekstslide

Persoonlijk voornaamwoord

Persoonlijke voornaamwoorden verwijzen naar een persoon, een groep personen, voorwerpen of onzichtbare zaken. Jekan altijd een naam of namen invullen op de plaats van het pers. vnw.  
Leer de volgende persoonlijke voornaamwoorden uit je hoofd:

ik, jij, je, u, hij, zij, ze, het, wij, jullie, mij, me, jou, je, u, hem, haar, ons, hun, hen

Vb. Hij heeft mij een nieuwe fiets gegeven. 
 

Slide 6 - Tekstslide

Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?

(Ik) geef de werkboeken bij mijn docent af.

A
zn
B
bn
C
pers.vnw.
D
vz

Slide 7 - Quizvraag

Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?

(Het) sneeuwt gelukkig niet meer.

A
zn
B
lw
C
pers.vnw.
D
vz

Slide 8 - Quizvraag

Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?

Met een (rode) pen kijk ik mijn werk na.

A
zn
B
lw
C
pers.vnw.
D
bn

Slide 9 - Quizvraag

Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?

Met een rode pen kijk ik mijn (werk) na.

A
zn
B
lw
C
pers.vnw.
D
bn

Slide 10 - Quizvraag

Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?

(Met) een rode pen kijk ik mijn werk na.

A
zn
B
lw
C
vz
D
bn

Slide 11 - Quizvraag

Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?

(Melissa) en Anna hebben het huiswerk in hun agenda geschreven.

A
zn
B
lw
C
vz
D
bn

Slide 12 - Quizvraag

Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?

Melissa en Anna hebben het huiswerk (in) hun agenda geschreven.

A
zn
B
lw
C
vz
D
bn

Slide 13 - Quizvraag

Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?

Melissa en Anna hebben het huiswerk in hun (agenda) geschreven.

A
zn
B
pers.vnw.
C
vz
D
bn

Slide 14 - Quizvraag

Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?

Ik wil graag (een) dag vrij na de vakantie.

A
vz
B
pers.vnw.
C
lw
D
bn

Slide 15 - Quizvraag

Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?

Ik wil graag een dag vrij (na) de vakantie.

A
vz
B
pers.vnw.
C
lw
D
bn

Slide 16 - Quizvraag

Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?

(Hij) wil graag een dag vrij na de vakantie.

A
vz
B
pers.vnw.
C
lw
D
bn

Slide 17 - Quizvraag

Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?

Wil (jij) de telefoon in je nieuwe tas doen?

A
vz
B
pers.vnw.
C
lw
D
zn

Slide 18 - Quizvraag

Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?

Wil jij (de) telefoon in je nieuwe tas doen?

A
vz
B
pers.vnw.
C
lw
D
zn

Slide 19 - Quizvraag

Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?

Wil jij de telefoon in je (nieuwe) tas doen?

A
bn
B
pers.vnw.
C
lw
D
zn

Slide 20 - Quizvraag

Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?

Iedereen wil graag (een) wereld vol vrede.

A
bn
B
pers.vnw.
C
lw
D
zn

Slide 21 - Quizvraag

Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?

Iedereen wil graag een (wereld) vol vrede.

A
bn
B
pers.vnw.
C
lw
D
zn

Slide 22 - Quizvraag

Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?

Iedereen wil graag een wereld vol (vrede).

A
bn
B
pers.vnw.
C
lw
D
zn

Slide 23 - Quizvraag

Aan de slag...
Leren voor de toets (zie Magister/Onderwijsportaal voor de toetsstof)

Het volgende uur: toets maken 

Klaar? Voor jezelf iets doen op de laptop!

Slide 24 - Tekstslide