Persoonlijk voornaamwoord
Persoonlijke voornaamwoorden verwijzen naar een persoon, een groep personen, voorwerpen of onzichtbare zaken. Leer de volgende persoonlijke voornaamwoorden uit je hoofd:
ik, jij, je, u, hij, zij, ze, het, wij, jullie, mij, me, jou, je, u, hem, haar, ons, hun, hen
Vb. Hij heeft mij een nieuwe fiets gegeven.