,

DEF@ctO l les 28 l groep 7-8 l spelling l koppelteken l fase 5

Nieuw logo
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSpelling+2BasisschoolGroep 7,8

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Nieuw logo

Slide 1 - Tekstslide

Bezoek ook eens onze website
Spelling
Doel: ik weet wat het koppelstreepje is en hoe ik het koppelstreepje moet gebruiken.

Slide 2 - Tekstslide

Bespreek het doel van deze les. Wat gaan de leerlingen deze les oefenen/leren?

Slide 3 - Video

Bron video.
Wanneer gebruik je het koppelstreepje?

Het koppelteken wordt gebruikt in samenstellingen als de delen van het woord moeilijk te herkennen zijn zonder het koppelteken. Bijvoorbeeld: auto-ongeluk.

Slide 4 - Tekstslide

Wanneer gebruik je het koppelstreepje?
Het koppelteken wordt gebruikt in samenstellingen als de delen van het woord moeilijk te herkennen zijn zonder het koppelteken. Bijvoorbeeld: auto-ongeluk.
Wanneer gebruik je het koppelstreepje?

  • Het koppelteken wordt gebruikt bij sommige voor- en achtervoegsels      zoals 'anti-', 'multi-', 'non-', enzovoort. Bijvoorbeeld: anti-inbraak, multi-inzetbaar, non-alcoholisch.
  • Maar ook bij samenkoppelingen      (zoals: doe-het-zelver) of samenstellingen (zoals radio-uitzending of na-apen) die je anders niet goed kunt uitspreken.
  • Of bij cijfers (A4-formaat), afkortingen (vmbo-leerling) en bij St en Sint (Sint-Maarten).

Slide 5 - Tekstslide

Wanneer gebruik je het koppelstreepje?
Het koppelteken wordt gebruikt bij sommige voor- en achtervoegsels, zoals 'anti-', 'multi-', 'non-', enzovoort. Bijvoorbeeld: anti-inbraak, multi-inzetbaar, non-alcoholisch.

Nu is het jouw beurt!

Slide 6 - Tekstslide

De leerlingen gaan aan de slag met verschillende opdrachten.

Wel of geen koppelteken?
A
drieëntwintig
B
drie-en-twintig

Slide 7 - Quizvraag

Antwoord A: drieëntwintig.

Wel of geen koppelteken?
A
meeeten
B
mee-eten

Slide 8 - Quizvraag

Antwoord A: mee-eten.

Wel of geen koppelteken?
A
achterste-voren
B
achterstevoren

Slide 9 - Quizvraag

Antwoord B: achterstevoren.

Wel of geen koppelteken?
A
twee-delig
B
tweedelig

Slide 10 - Quizvraag

Antwoord A: tweedelig.

Wel of geen koppelteken?
A
zelfstudie
B
zelf-studie

Slide 11 - Quizvraag

Antwoord A: zelfstudie.

Wel of geen koppelteken?
A
Non-stop
B
nonstop

Slide 12 - Quizvraag

Antwoord A: Non-stop

Wel of geen koppelteken?
A
65+ kaart
B
65+-kaart

Slide 13 - Quizvraag

Antwoord A: 65+-kaart.

Wel of geen koppelteken?
A
tien-minutengesprek
B
tien minuten gesprek

Slide 14 - Quizvraag

Antwoord A: tien-minutengesprek.

Wel of geen koppelteken?
A
anti-stress
B
antistress

Slide 15 - Quizvraag

Antwoord A: anti-stress.

Wel of geen koppelteken?
A
auto-ongeluk
B
autoongeluk

Slide 16 - Quizvraag

Antwoord A: auto-ongeluk.
 Klik hier 
en speel het spel! 

Slide 17 - Tekstslide

Laat de leerlingen de link volgen en het spelletje spelen in Wordwall.
Reflecteren

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ga aan de slag met de werkbladen die je krijgt!

Slide 19 - Tekstslide

Deel nu de werkbladen uit - de leerlingen gaan aan de slag met de werkbladen. Je kan de werkbladen ook als huiswerk meegeven.
Tot de volgende keer
Deze les is gemaakt door DEF@ctO. Op de vermelde bronnen na, alle rechten voorbehouden aan team DEF@ctO.




Slide 20 - Tekstslide

Bezoek onze website: