CVA

CVA

Cerebro
Vasculair
Accident
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

CVA

Cerebro
Vasculair
Accident

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
De student weet wat een CVA is.
De student kent de verschillende oorzaken van een CVA.
De student kent de risicofactoren van het ontstaan van een CVA
De student kent de verschijnselen van een CVA
De student weet de behandeling bij een CVA
De student weet de symptomen bij en na een CVA
De student kent de rol van de verpleegkundige bij een CVA

Slide 2 - Tekstslide

Oorzaken
Herseninfarct
Afsluiting bloedvat

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Herseninfarct
Bloedvat (slagader) raakt verstopt
Stolsel = trombus (slagaderverkalking)
Trombose in hersenen zelf
Embolie ontstaat in bijv. hals of hart

Slide 5 - Tekstslide

Hersenbloeding
Bloedvat in de hersenen barst open
Bloedvoorziening naar hersenen vermindert
Bloed vloeit weg
Intracerebraal hematoom
Aneurysma

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

TIA
Transiente (voorbijgaand) Ischemische (onvoldoende doorbloeding)  Aanval
Tijdelijke storing van de bloedvoorziening
Binnen 24 uur zijn de klachten weg
Scheve mond, verwarde spraak, verlamde arm
Voorbode van een CVA

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Risicofactoren
CVA

Slide 10 - Woordweb

Risicofactoren

Ouderdom
Hoge bloeddruk
Diabetes Mellitus
Stress
Te weinig bewegen


Hoge cholesterol
Hart/ vaatziekten
Roken
Obesitas

Slide 11 - Tekstslide

Acute fase
Wat zie jij?

Slide 12 - Woordweb

Verschijnselen
Krachtsverlies, moeite met spraak, moeite met begrip, moeite met lopen, moeite met evenwicht, minder alert, bewustzijnsdaling. kauw/ slik klachten, verward, 
hoofdpijn, urineverlies, 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Behandeling acute fase
Ziekenhuisopname/ stroke unit
Juiste diagnose van de oorzaak
Zo snel mogelijk starten met de behandeling

Slide 15 - Tekstslide

Methoden




CT scan 
Trombolyse
Stop bloeding
Revalidatie
Bloedverdunners
Bloeddrukverlagers

Slide 16 - Tekstslide

Symptomen
Na 6 maand blijvend dus chronisch
Afhankelijk van plaats, oorzaak en grootte

Slide 17 - Tekstslide

Symptomen

Uitvalsverschijnselen
Motorische stoornissen
Sensorische stoornissen
Afasie (taalstoornis)
Taalgebruik
Dysartrie (spraakstoornis)
Stoornissen waarneming



Apraxie (verkeerde volgorde)
Persevereren (reperterend)
Geheugenstoornis
Emotioneel
Gedrag
Slik/ kauw problemen
Depressie
Hemianopsie

Slide 18 - Tekstslide

Hemianopsie        Neglect

Slide 19 - Tekstslide

Belangrijke termen
Hemiplegie
Hemiparese
Hypotoon (verslapte spieren)
Hypertoon (verkrampte spieren)

Slide 20 - Tekstslide

Zenuwstelsel

Slide 21 - Tekstslide

Centraal en perifeer
Centraal: Hersenen en ruggenmerg
Perifeer: zenuwen

Slide 22 - Tekstslide

Autonome zenuwstelsel
'Onwillekeurig'
Centraal en perifere zenuwstelsel

- Hier hoef je niet zelf over na te denken
- Regelen samen de automatische processen in het lichaam
- Hartslag
-ademhaling
- vertering
- pupillen

Slide 23 - Tekstslide

'Aan stand' vs 'Rust stand'

Slide 24 - Tekstslide

Neurotransmitters
Overdrachtstoffen; Ze zorgen namelijk voor een goede communicatie tussen zenuwcellen (neuronen). 

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video

Ziekte van Parkinson

Slide 28 - Tekstslide

Ziekte van Parkinson
 een hersenaandoening waarbij een kleine groep cellen in de hersenen beschadigt en afsterft. Daardoor kunnen de cellen geen dopamine meer aanmaken.  

-Dopamine is een neurotransmitter die noodzakelijk is voor het goed functioneren van een circuit in de hersenen dat via ruggenmerg en zenuwen leidt tot willekeurige spierbewegingen



Slide 29 - Tekstslide

Symptomen
trillen/beven (rust tremor) duidelijkst in rust, komt bij circa 60% van de patiënten voor.

stijfheid in armen en benen (rigiditeit) als het in beweging komt

moeilijk praten

Slide 30 - Tekstslide

Bradykinesie en hypokinesie: langzamer (beginnen met) bewegen en minder bewegen​

 dit kan leiden tot 
- verminderde gelaatsuitdrukking (maskergelaat),​
 - zachtere en monotone spraak, ​
- schuifelend looppatroon met minder meebewegen van de armen, ​
- startproblemen (moeite met opstaan uit stoel),​
- kleiner handschrift, moeite met fijne vingerbewegingen. ​

Verlies van houdingsreflexen waardoor slechtere balans en coördinatie​





Slide 31 - Tekstslide

Bijkomende symptomen:​

Depressie​
emotionele labiliteit​
geheugen en slaap problemen​
problemen met plassen en ontlasting​
 moeite met kauwen en slikken​
lage bloeddruk bij opstaan.





Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Epilepsie

Slide 34 - Tekstslide

Epilepsie
Epilepsie is in aanvallen optredende veranderingen van de elektrische activiteit van de hersenen, resulterend in een aanval (insult) waarvan de verschijnselen afhangen van de lokalisatie, verspreiding en de intensiteit van de elektrische verandering in de hersenen. ​

Slide 35 - Tekstslide

In Nederland hebben circa 100.000 mensen epilepsie​
Bij ongeveer 7000 mensen per jaar wordt in Nederland de diagnose epilepsie gesteld.​ 

Slide 36 - Tekstslide

Soorten aanvallen
Korte afwezigheid: Absence (korte periode voor je uit staren 3-30sec)
Aanval met schokken en bewusteloosheid: Tonisch-clonische of grote aanval
Aanval met normaal bewustzijn: Focale aanval met intacte gewaarwording
Aanval met verward, vreemd gedrag zonder reactie: Focale aanval met verminderde gewaarwording
Aanval met korte schokken: Myoclonische aanval
Aanval met verstijving en bewusteloosheid: Tonische aanval
Aanval met schokken en bewusteloosheid: Clonische aanval
Aanval met plotselinge verslapping: Atone aanval
Niet-epileptische aanvallen; lijkt op epilepsie maar is iets anders


Slide 37 - Tekstslide

Tonisch - clonische aanval
1. Er ontstaat een verstoring in heel je hersenen.
2, Je spieren verkrampen (tonisch)
3. Je verliest je bewustzijn en valt.
4. Daarna beginnen je spieren te schokken. (clonisch) In je armen, benen en gezicht.
5. De spierbewegingen worden langzamer.
6. Daarna kom je langzaam weer bij.

Meestal stopt de aanval na een paar minuten.
 

 Het is de meest bekende, maar niet de meest voorkomende aanval.


Slide 38 - Tekstslide

Insult - grote aanval

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Video

Diagnose door EEG
- 21 elektroden krassend op de hoofdhuid, volgens een bepaald schema aangebracht. 
- Er wordt elektrische activiteit in de hersenen opgewekt door oogbewegingen, spieren en het hart. 
- ca. 45min 
- weinig belastend (wel stil liggen)  

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Video

https://www.apotheek.nl/klachten-ziektes/beroerte#welke-medicijnen-worden-gebruikt-bij-beroerte

Slide 43 - Tekstslide

Symptomen

Slide 44 - Woordweb

Verpleegkundige zorg
Revalidatie
Verschillende disciplines
Snel en intensief
Compenseren hoe?

Slide 45 - Tekstslide

Bronnen
Thieme Meulenhoff
Hersenstichting.nl


Slide 46 - Tekstslide

Afsluiting van de les
Zijn de leerdoelen behaald?
Tips en tops.

Slide 47 - Tekstslide